Vroeger een kerk, tegenwoordig een bedrijfsverzamelgebouw. En niet zo maar één want in DePetrus in Vught is de op één na beste bibliotheek van Nederland gevestigd. Dat predikaat is mede te danken aan de uitstekende akoestiek en de fraaie manier waarop die is gerealiseerd.

Geen sloopkogel door de kerk

Het passeerde al vaker de revue in Mebest; het teruglopende kerkbezoek en de consequenties die dat heeft voor kerkgebouwen. Ook Vught heeft daar mee te maken. Rond 1990 konden de katholieke Vughtenaren nog terecht bij zeven kerken, anno nu zijn dat er slechts drie. De St.-Paulus & St.-Antonius is in 1991 gesloopt, in de St. Jan Evangelist zijn in de jaren 90 kantoren gekomen en de parochiekerk O.L. Vrouw Middelares is in 2001 gesloten en doet tegenwoordig dienst als onder meer horecaruimte en tentoonstellingsruimte.
Voor de St. Petrus in het centrum van Vught viel in 2005 het doek. Niet alleen vanwege het teruglopend aantal kerkgangers maar ook omdat het door achterstallig onderhoud niet echt veilig meer was om er nog diensten te houden. Geld voor de benodigde ingrepen was er niet en dus kwam de kerk leeg te staan. Dat heeft een aantal jaren geduurd. Herbestemmingsplannen kwamen niet van de grond zodat er geen andere mogelijkheid leek dan sloop. Maar als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Een groep Vughtenaren die het kolossale, markante gebouw in het centrum van hun woonplaats absoluut wilden behouden, sloeg de handen ineen. Het lukte ze de sloop af te wenden, de broodnodige restauratieve en constructieve ingrepen in gang te zetten en het kerkgebouw een nieuwe toekomst te geven.

Broodnodige ingrepen

In 2018 werd DePetrus, zoals de voormalige kerk tegenwoordig door het leven gaat, geopend. Het is een multifunctioneel gebouw geworden; een ontmoetingsplek vooral. Bezoekers vinder er onder meer de Bibliotheek Vught, het Vughts Museum, Welzijn Vught, Wijkpunt DePetrus. Sommige gebruikers hebben een plek in aparte, afgesloten ruimtes maar onder meer de bibliotheek, het leescafé, het museum en de Wereldwinkel zijn in het schip en de dwarsbeuk gesitueerd, terwijl het koor ruimte biedt voor tijdelijke tentoonstellingen. Veel activiteiten in de grote open ruimte van de vroegere kerk dus. “En dan moet je echt iets aan de akoestiek doen, wil het aangenaam zijn voor de mensen”, zegt Ton Pennings. Lang niet alle opdrachtgevers en architecten zijn zich bewust van het belang van goede akoestiek, is de ervaring van de eigenaar van Pennings Akoestiek. “Vaak denken mensen dat het wel goed komt met de inrichting, maar meubels en een kleed op de vloer is echt niet voldoende. En zeker niet in zo’n gebouw als dit, met een nagalmtijd van 7 seconden.” Architecten Jan David Hanrath en MBVDA waren heel goed op de hoogte van de noodzaak van akoestische ingrepen en via aannemer M.P. Drijvers werd het akoestiek bedrijf uit Rosmalen gevraagd om mee te denken over oplossingen.

Geen onnodige risico’s

De architecten hadden een plan bedacht dat twee vliegen in één klap zou slaan. Met een entresol die zich als een slang langs de wanden van de kerk slingert, moest het aantal vierkante meters in de kerk worden uitgebreid. Aan de onderzijde van dat extra vloeroppervlak was een naadloos akoestische plafond bedacht dat voor de benodigde geluidsabsorptie moest zorgen. Uiteraard liefst zonder dilataties. In het bestek stond echter een plafond dat volgens de leverancier wél gedilateerd moest worden. “Wij volgen áltijd de voorschriften van de leverancier”, zegt Pennings. “Gaat het mis dan komt het op ons bordje, gaat het ten koste van onze goede naam. Daarom hebben we hier een ander plafond voorgesteld dat wél zonder dilataties kon worden gemonteerd.”
Voorwaarde voor de toepassing van het Armstrong Eleganza plafond was wel dat het volledig vrij van de constructie moest komen te hangen. Samen met aannemer Drijver maakte Pennings Akoestiek een plan voor entresol en plafond. De entresol is eigenlijk heel traditioneel opgebouwd: stalen kolommen die een stalen frame dragen waartussen een balkenvloer is gemaakt. Belangrijk is dat constructie los staat van de stenen kolommen en wanden van het kerkgebouw zelf. Onder de enteresolvloer is met noniushangers een dubbel frame gehangen waar de geluidsabsorberende platen van de Eleganza aan zijn bevestigd.

Weg met filterwerking

Het plafond is rondom vrijgehouden van de gemetselde wanden en kolommen van het gebouw. omdat anders niet zonder dilataties kon worden gewerkt. Maar ook omdat het plafond moet kunnen ademen, om drukverschillen boven en onder het plafond te voorkomen. “Drukverschillen zorgen voor de meeste schades bij naadloze akoestische plafonds”, zegt Pennings. “Als je boven en onder het plafond verschillende luchtdruk hebt, dan krijg je een luchtstroom die dóór de akoestische platen heengaat. Die platen zijn namelijk poreus, om geluid te kunnen absorberen. Daardoor gaan ze echter ook als een soort stoffilter werken; de stofdeeltjes in de lucht worden namelijk niet meegetransporteerd naar het plenum maar blijven achter op het plafondoppervlak. Door die filterwerking vervuilt zo’n plafond in de loop van de tijd. Gebeurt dat egaal, dan valt dat niet zo erg op maar de naden en de schroefgaten zijn niet poreus want die zijn geplamuurd. Daar trekt de lucht dus niet doorheen zodat die plekken lichter blijven waardoor ze duidelijk te zien zijn. “Die aftekening is de grootste klacht bij dit soort plafonds en dus niet scheurvorming, zoals veel mensen denken”, aldus de expert.
Het Eleganza-plafond dat in DePetrus is gemonteerd, heeft geen last van die filterwerking. De platen hebben een folie op de rugzijde zodat er geen lucht doorheen kan. De profielen waar de platen tegenaan worden geschroefd zijn voorzien van een foamlaag zodat het plafond ook bij de plaatnaden luchtdicht is. Een uitstekende oplossing, maar het voorkomt drukverschillen zelf niet. Die worden namelijk vooral veroorzaakt door de installaties die in plenums zijn verwerkt, en de hoeveelheid installaties neemt eerder toe dan af. Ook in DePetrus is de nodige techniek weggewerkt achter de akoestische oplossing en ook dit plafond zal de drukverschillen kwijt moeten, anders kunnen ze voor mechanische schade zorgen. “Het plafond kan ademen door de naden waarmee we het hebben vrijgehouden van de wanden en de kolommen”, zegt Pennings.

Lekker dun

Geen dilataties dus, precies zoals de architect wilde; en ook geen vervuilende filterwerking. En wat licht- en klimaattechniek betreft bleek de Eleganza eveneens een welkom alternatief. “Naadloze akoestische plafonds hebben doorgaans een dikte van 40 mm nodig om goede absorptiewaarden te halen”, legt Pennings uit. “Standaardoplossingen voor verlichting en klimaatbeheersing en dergelijke zijn echter ontwikkeld voor gipsplaatplafonds van 2 x 12,5 mm dik. Dus voor naadloos akoestische plafonds zijn altijd afwijkende en dus duurdere oplossingen nodig. De Eleganza-platen zijn echter wél 25 mm dik dus daar konden we probleemloos standaardarmaturen in opnemen.”
Vanaf de grond lijkt het alsof het plafond strak is gepleisterd, maar de platen zijn gespoten met een materiaal dat wel open is maar een heel fijne structuur heeft. “Voordeel van die manier van afwerken is dat je vrij gemakkelijk kunt herstellen, als dat nodig is. Met afplakken en spuiten ben je maar een dag of twee bezig dus vergeleken met stukadoren heb je veel minder rompslomp.” Daar staat tegenover dat eventuele oneffenheden in het plafond wel duidelijk te zien zullen zijn, de spuitlaag is maar 0,5 mm dik en dat is onvoldoende om onvlakheden weg te werken. Er is dus wel wat gevraagd van de plafondmonteurs die het frame hebben afgehangen en beplaat.

Gaatjes en nagalm

Het plafond is niet de enige troef in de strijd tegen nagalm; ook de ballustrade van de entresol zorgt voor geluidsabsorptie. Die borstwering is aan de buitenzijde afgewerkt met een strook Eleganza-platen én daarboven met een strook geperforeerde gipsplaten. Beide materialen zijn voldoende goed te buigen om de golvende lijnen van de entresol te kunnen volgen. Op één plek is de radius iets te krap voor de Eleganza, daar moest Pennings gewone gipsplaat toepassen. Effect op de akoestiek heeft dat niet veel, daarvoor is het oppervlak te klein.
De gaatjes in de geperforeerde gipsplaat werken mee aan de ademruimte voor het plafond en ze verminderen de weerkaatsing van geluid. En ze zorgen voor een accent naast de verder monolitisch ogende entresol. “Een wens van de architect”, zegt Pennings. “Als specialist in naadloze akoestische oplossingen was ik er aanvankelijk niet zo enthousiast over maar ik moet toegeven dat de strook perforaties wel een mooie toevoeging is.”
In totaal is er zo’n 700 m2 Eleganza in de Petrus gemonteerd. Met een absorptiewaarde van 0,95 heeft dat de nagalmtijd teruggebracht naar 2,5 seconde. Een uitstekende score maar in de ogen van Pennings had dat nog best beter gekund. “Liefst had ik gezien dat het materiaal ook nog op een aantal wanden was aangebracht. Dat had gekund zonder het karakter van het gebouw aan te tasten. Maar het budget liet het niet toe.” Voor het gebruik is de akoestiek echter prima zo. En voor de beleving eigenlijk ook. Met de gebrandschilderde ramen en de bijbelse muurschilderingen is het karakter van de kerk weliswaar al mooi behouden, het beetje sacrale nagalm maakt het helemaal af.

Over Pennings Akoestiek

Pennings Akoestiek uit Rosmalen is 25 jaar geleden opgericht. Na tien jaar is de focus volledig op naadloze akoestische oplossingen gericht. Het bedrijf is inmiddels 50 man groot. De klantenkring en het portfolio is breed; van particulier tot zakelijk, van woningen tot musea.
In Rosmalen heeft Pennings Akoestiek het Akoestisch Lab geopend om de kennis over akoestiek te delen met architecten, leerlingen en collegabedrijven. Daar geven experts van het Pennings én van onafhankelijke organisaties voorlichting over ontwerp, montage en toepassing van naadloze akoestische plafond.

TBA-richtlijn 3.7

De akoestische prestaties van reguliere systeemplafonds worden doorgaans zeer gewaardeerd, maar over het uiterlijk vallen nogal wat kritische geluiden te horen. Naadloze akoestische plafonds zijn een zeer welkom antwoord op de vraag om een goed presterend en fraai ogend alternatief.
voor traditionele systeemplafonds. Het is echter een prijzig en enigszins kwetsbaar product dat niet zo eenvoudig te herstellen valt als een gewoon systeemplafond. Terugkerende vergelijkbare schadegevallen waren voor producenten en verwerkers reden om Technisch Bureau Afbouw te vragen een algemene en onafhankelijke richtlijn voor de verwerking op te stellen. “Met Richtlijn 3.7 ’Verwerkingsvoorschriften voor het monteren en afwerken van naadloze akoestische plafonds’ willen we een bepaalde professionalisering voor het monteren van naadloze akoestische plafonds stimuleren”, zegt Hermen de Hek van TBA. “En dan moet je niet alleen aan het monteren zelf denken, maar ook aan de positie van de monteurs richting ontwerpers en aannemers”, aldus de technisch adviseur die nauw betrokken was bij de totstandkoming van de richtlijn.

Bouwplaatsomstandigheden

Ervaring bij de vele schadeonderzoeken en ook het opstellen van eerdere richtlijnen voor gewone gipsplaatplafonds- en wanden heeft namelijk geleerd dat er zeker op het gebied van bouwplaatsomstandigheden veel te winnen valt. Het merendeel van de problemen met dit soort wanden en plafonds zijn te herleiden naar de omstandigheden waaronder het materiaal wordt opgeslagen en gemonteerd. “Te vochtig, te weinig ventilatie, geforceerde droging met directe warmte; dat soort dingen. Bij naadloze akoestische plafonds komen diezelfde missers voor alleen komt daar nog eens bij dat je de schades die er door ontstaan niet zomaar kunt wegwerken. Reparaties tasten de akoestische prestaties aan en zijn daarnaast ook niet eenvoudig onzichtbaar te doen.”

Ontwerp

De Hek hamert er dan ook op hoe ontzettend belangrijk het is om als montagebedrijf vooraf aan te geven hoe de omstandigheden op de bouwplaats moeten zijn om een naadloos akoestisch plafond goed te kunnen monteren en scheuren, vervorming, verkleuring en vervuiling te vermijden. “Dat is dus overduidelijk niet alleen een verantwoordelijkheid van de monteur, maar ook van de aannemer of opdrachtgever die over die omstandigheden op de bouwplaats gaan.”
Ook de ontwerper speelt een rol in de kwaliteit en duurzaamheid van de naadloze akoestische plafonds, aldus de TBA-man. “Houd er bij het ontwerp rekening mee dat door onderdruk in het plenum vuile lucht door het plafond wordt weggezogen. Die filterwerking kun je voorkomen door plenumafzuiging te vermijden en voor overdruk in het plenum te zorgen. En als dat niet kan, kies dan voor een plafond dan aan de bovenzijde, de niet-zichtzijde dus, luchtdicht is afgewerkt.”
TBA publiceerde de richtlijn 3.7 eind 2017. De Hek is ervan overtuigd dat hij effect heeft. “Je merkt dat de voorschriften ter harte worden genomen. Veel meer dan de de vergelijkbare richtlijn 3.3 voor gewone gipsplaatplafonds en -wanden. Ongetwijfeld omdat dit een exclusief product is met een ander prijskaartje. Dan zie je toch een andere houding bij aannemers en opdrachtgevers.”
Richtlijn 3.7 ’Verwerkingsvoorschriften voor het monteren en afwerken van naadloze akoestische plafonds’ is hier te downloaden.

Voor het opgemaakte artikel met alle foto’s kunt u Mebest 2019-3 bekijken.

Download de gratis Mebest-app