Hout en stucwerk. Het is een prachtige combinatie, maar niet zonder risico’s. Hout werkt en de krachten die daar bij vrijkomen zijn een dunne afwerklaag vaak te machtig. Met de juiste voorzorgsmaatregelen kun je problemen voorkomen, bewijst deze woning in Bakkum.

Tekst en fotografie: Klokhuys tekst en foto

Heel veel geduld was er nodig maar na tientallen jaren en vele aanvragen ging het sein op groen in Bakkum-Noord; op een strookje grond met agrarische bestemming mochten uiteindelijk toch woningen worden gebouwd. De voorwaarden waren wel strikt, het handjevol huizen mocht het zicht op bos en duin niet te veel belemmeren. En het beeld moest passen bij de locatie. Houten gevels dus, net als van de schuren waar de woningen voor in de plaats kwamen. Geen probleem, vonden de bewoners van één van die huizen. Ze waren toch al erg gecharmeerd van de mooie lage schuren die ze in het oosten en noorden van het land hadden gezien. Op die landelijke stijl baseerden ze hun nieuwe huis. Maar het moest wel een stuk eigentijdser worden, ook van binnen. Inspiratie daarvoor kwam van een stukje dichterbij, restaurant het Ruiterhuys. “Daar zagen we van die fraaie eiken gebinten. Fantastisch mooi, heerlijk sfeervol”, zeggen ze. Het mocht alleen wel wat strakker. Kaarsrechte balken, geen schoren en wanden en plafonds superstrak gepleisterd. Voor dat laatste werd stukadoorsbedrijf Velzeboer uit Castricum ingeschakeld.

Scheuren voorkomen

Zowel stukadoor als opdrachtgever, die als gepensioneerd schilder ruime ervaring met de afbouw heeft, realiseerde zich dat het vragen om problemen zou zijn als het stucwerk rechtstreeks op de eiken balken zou aansluiten. “Dat hout was kletsnat dus die balken zouden gaan krimpen en doen. Dan kun je er op wachten dat je stucwerk langs het eikenhout gaat scheuren”, zegt Velzeboer. “Daarom hebben we het stucwerk met stucstops vrijgehouden van de balken.” Aanvankelijk was het idee om de stucstops ónder de gipsplaten te bevestigen. Dat zou veel stelwerk schelen. Door een maatfout in het prefab houtskelet ging dat echter niet door. De openingen voor de kozijnen zaten iets te laag waardoor de verdiepingsvloer wat moest zakken. Dat kon, maar het betekende ook dat het plafond wat lager kwam. Er bleef steeds minder over van de veertig centimeter dikke balken en dat was niet de bedoeling. “Uiteindelijk hebben we er voor gekozen om de stucstops toch óp de gipsplaten te zetten, dat scheelde weer wat hoogte. Maar het leverde wel veel meer stelwerk op. Je hebt het toch over zo’n 450 meter stucstops!” zegt Velzeboer, die het werk samen met collega’s stukadoorsbedrijf Duiv en stukadoorsbedrijf Wes Beentjes uitvoerde.

Minimaal naadje

Met een paleerijzer als maat werd er zo’n twee millimeter ruimte gelaten tussen stucstops en balken. Het is precies genoeg. Het hout is niet alleen gekrompen, maar ook gaan torderen. Dat levert bij sommige balken aan de ene kant een naad van zeker een centimeter op terwijl er aan de andere kant met moeite ruimte is voor een velletje papier. Slechts op een enkele plek bleek de twee millimeter net te krap. Op de verdieping was een van de balken zo erg getordeerd dat een van de taatsdeuren niet goed meer sloot en het stucwerk daar bij de aansluiting van de wand op het plafond iets is gescheurd. “Maar dat is bij te werken”, zegt de opdrachtgever. En het is niets vergeleken met de schade in het restaurant dat als inspiratiebron diende en waar het stucwerk niet is vrijgehouden van de balken.

Buitencategorie

Op de schouw van de houtkachel na is al het pleisterwerk op gipsplaten gedaan. Bij de kachel is een dikke onbrandbare plaat gebruikt. “Dat is wel even oppassen geblazen”, zegt Velzeboer. “Dat materiaal zuigt enorm, dus dat moet eerst gefixeerd worden met diepgrondeer voor je voorstrijkt, anders klapt je stucwerk er geheid vanaf. Vaak wordt dat fixeren al gedaan door degene die de haard inbouwt, maar niet altijd. Je moet het dus altijd even controleren.”
Voor plafond en wanden zijn allemaal AK-platen gebruikt. Die zijn geplaatst en voorbehandeld door de bewoner zelf; werk waar hij als gewezen schilder wel vertrouwd mee is. “Ik heb hem wel geadviseerd om de naden niet alleen te gazen maar ze ook dicht te zetten met F3 van Ardex”, zegt de stukadoor. “Dat is een stuk elastischer dan gips en kan wel wat werking hebben. En dát het gaat werken weet je zeker met houtskeletbouw.”
De wanden en plafonds zijn heel strak gepleisterd; geschikt voor spuitwerk; klasse A dus. “Nou, zeg maar A++,” zegt Velzeboer. “De eisen waren hier super hoog, daar is eigenlijk geen klasse voor. Zo’n niveau kan, als je er maar de tijd voor krijgt.” De opdrachtgever beaamt dat. “We wilden het gewoon top. Als je een prijs afspreekt, dan lukt dat niet want dan gaan mensen daar toch naartoe werken. Maar als je tijd en vertrouwen geeft, dan krijg je een geweldig eindresultaat.”

Geen onnodig risico

Naast de spuitklaar gepleisterde wanden en plafonds zit er ook nog het nodige decoratieve pleisterwerk in de woning. In de badkamer bijvoorbeeld zijn de wanden afgewerkt met Microtopping. De ondergrond bestaat uit groene gipsplaten, geschikt voor de natte ruimtes. Daar is door de stukadoor een laag Ardex 950 op aangebracht. “In die cementgebonden mortel hebben we een weefsel van Strikolith ingebed. Dat is eigenlijk voor buitengevels en geeft nog wat extra body. Het hele pakket geeft een mooie basis voor de Microtopping.
Eigenlijk wilden de bewoners dezelfde afwerking voor de badkamervloer, maar daar hebben ze bij nader inzien van afgezien.” Zowel Dennis als de adviseur van Microtopping raadde het af, ze zeiden dat het verstandiger zou zijn om tegels te nemen. In principe had die Microtopping wel gekund maar als je iets op de vloer laat vallen en er komt een barst in de lak, dan kan er toch water in komen. En ook als er niets stuk gaat kan de laklaag op een gegeven moment toch wat poreus worden.” Velzeboer vult aan: “Daar komt bij dat het houtskelet is, en dat er vloerverwarming ligt. Dan heb je nou eenmaal meer kans op scheurvorming dan wanneer het kanaalplaten zijn.” Het waren allemaal risico’s die de bewoners liever niet wilden nemen.

Dunner alternatief

De rest van de verdiepingsvloer is wel met Microtopping afgewerkt. Eigenlijk had het een houten vloer moeten worden, net als in de woonkamer. Door de maatfout in het houtskelet was daar echter onvoldoende hoogte voor. Het dunnere alternatief bestaat uit een ondervloer van Fermacell estrichelementen. Daar is vloerverwarming op aangebracht, met behulp van noppenplaten.
De vloer is vlak en solide gemaakt met een vezelversterkte egaline. De drie centimeter dikke laag geeft voldoende dekking op de leidingen van de vloerverwarming en doordat hij vezelversterkt is, zou de lichtgekleurde Microtopping afwerking geen schade moeten oplopen als er wat beweging ontstaat. De afwerking is drie keer gelakt zodat hij ook voldoende slijtvast is. “Het is ook geen vloer die zeer intensief gebruikt gaat worden”, verwachten de bewoners.

Een tikje mysterieus

Net als de verdiepingsvloer is ook het aanrechtblad anders uitgevoerd dan de bewoners in eerste instantie hadden bedacht. “In ons vorige huis hadden we een blad van Caesarstone. Dat beviel goed en dat wilden we hier ook. Maar toen we een betonlook aanrecht zagen, waren we verkocht.” Het blad bestaat uit twee lagen multiplex van zo’n twee centimeter dik. Om werking in het materiaal zoveel mogelijk te voorkomen, zijn ze overlappend en tegendraads op elkaar gelegd, verlijmd en geschroefd. “Voor het geval er toch nog iets van beweging zou ontstaan, hebben we de naden dichtgezet met kimband”, zegt stukadoor Velzeboer. De randen en hoeken van het blad heeft hij iets afgerond. “Niet teveel, want anders ben je dat strakke beeld kwijt maar helemaal scherp laten raad ik af. Ook al is Beal Mortex heel hard, dat zou ze te kwetsbaar maken.” De lichte zandkleur komt niet uit het standaardassortiment van Beal Mortex maar is door Velzeboer zelf samengesteld. Het geheel levert een fraai beeld op. Niet teveel vleug erin maar net genoeg om het een tikje mysterieus te maken, zoals de opdrachtgever het treffend omschrijft. Drie laklagen moeten er voor zorgen dat dat mooie beeld zo blijft. Al vindt de opdrachtgeefster het niet eens een enorm probleem als er wat dingetjes in komen. “Niets is volledig krasvast. En het is ook een werkblad dus het mag best wel leven.” En dat is ook het beeld van de woning; veel aandacht voor de afwerking maar geen steriele toonzaal.

Over de stukadoor

Dennis Velzeboer stucadoors is gestart in 2013. De werkzaamheden variëren van traditioneel pleisterwerk binnen en buiten tot decoratief werk zoals betonlooks en leem. Opdrachtgevers zijn vooral interieurarchitecten en bouwbegeleiders. Het eenmansbedrijf werkt voornamelijk in de buurt van vestigingsplaats Castricum, maar ook regionaal. Voor grotere projecten werkt Dennis Velzeboer stucadoors regelmatig samen met andere kleine stukadoorsbedrijven uit de regio.

Voor het opgemaakte artikel met alle foto’s kunt u Mebest 2020-1 bekijken.

Download de gratis Mebest-app