Net als Scheveningen zelf biedt de nieuwe Foodhall aan de boulevard voor ieder wat wils. En net als bij de zee, gaat veel van het verhaal van de sfeervolle vloeren van de horecagelegenheid schuil onder het oppervlak. Hoogteverschillen, gewichtsbeperkingen; er waren wel wat uitdagingen te overwinnen.

Buitengevoel

De Noordboulevard in Scheveningen heeft een enorme gedaanteverwisseling ondergaan. In een eerdere Mebest schreven we al over de upgrade van de badplaats; de insteek om iets van de oude allure terug te brengen, en daarmee ook de bezoekers. De ondergrondse parkeergarage die we in die uitgave onder de loep namen, maakt deel uit van de herontwikkeling. Bedoeld voor de badgasten natuurlijk, maar ook voor mensen die speciaal voor de horeca naar Scheveningen komen. Want de niet erg uitnodigende verzameling snackbarretjes, dönertenten en dergelijke heeft plaatsgemaakt voor eet- en drinkgelegenheden van een hoger niveau. Eén daarvan, gebouwd op de parkeergarage, is de Foodhall Scheveningen. Een flinke hal inderdaad waarin zo’n twintig verschillende foodstands zijn ingericht die een keur aan Nederlandse en buitenlandse gerechten bieden. Op het centrale pleintje met tafels, stoelen en bar, kun je op je gemak genieten van je hapje en drankje. Ondanks het dak boven je hoofd krijg je er toch een beetje een buitengevoel. Dat komt vooral door de straatklinkers waarmee de vloer van dat centrale pleintje is bekleed. Een tamelijk a-typische klus voor Sharp Gietvloeren dat werd ingeschakeld om de Foodhall van mooie en geschikte vloeren te voorzien.

Liever geen zand

“Een vastomlijnd plan voor de vloerafwerking was er nog niet toen ik voor dit project werd benaderd; de vraag was of ik daar over wilde meedenken”, zegt Rick Peters van het vloerenbedrijf uit Ridderkerk. De opdrachtgever wilde voor de foodstands en de looppaden daaromheen in ieder geval een vloer die geschikt is voor horeca. “Mijn ervaring is dat een morteltroffelvloer daar het beste past, die is goed schoon te maken en in theorie onverwoestbaar.” Het centrale plein waar de mensen kunnen zitten, moest een andere sfeer krijgen. De keuze viel op straatklinkers, dat zou een mooie verbinding leggen met het buitenterras van de Foodhall. Peters adviseerde de klinkers niet in een zandbed te leggen. “Het is horeca dus je moet vaak schoonmaken. Een zandbed kan lang nat blijven van het schoonmaakwater en dat kan gaan stinken. Als dealer van Romex, een Duitse leverancier van epoxyharsen, kon ik een betere oplossing bieden. Romex heeft namelijk ook epoxy lijmen voor straatwerk en epoxy voegmortels. Ik heb voorgesteld om een drainagebed onder de vloer te maken en de klinkers in een open epoxymortel te leggen. Dan kun je die klinkers zonder problemen schoonmaken met water want dat kun je goed door dat systeem afvoeren.”

Zekerheid boven alles

Peters had nog meer denkwerk te verrichten; de opdrachtgever wilde namelijk dat hij de complete vloer zou doen, dus inclusief de ondervloer. “Heel begrijpelijk”, zegt de man van Sharp Gietvloeren. “Als de risico’s bij één partij liggen voorkom je dat iedereen naar elkaar gaat zitten wijzen als er iets fout gaat.” Hoewel hij wel al ervaring had met het opbouwen van een complete vloer, vroeg hij toch advies aan Technisch Bureau Afbouw. “Voor de zekerheid. De Foodhall zit op een triple A locatie, daar wil je geen gezeur hebben.” En er zaten ook wel wat haken en ogen aan de opbouw. De Foodhall zit grotendeels boven de parkeergarage en dat levert een andere bouwfysische situatie op dan een zandbodem. Daarnaast had de betonnen constructievloer verschillende hoogtes, het achterster gedeelte was 150 mm lager dan het deel direct aan de boulevard. Vanwege het relatief lage gewicht adviseerde technisch Adviseur Onno de Vries om met schuimbeton het hoogteverschil te overbruggen en de vloer op het gewenste peil te brengen. Achterin het pand is een laag van 220 mm dik aangebracht en aan de entreezijde 60 mm.

Liever repareren dan dilateren

Op het schuimbeton, aangebracht door Faber Comfortvloer, kwam een dubbele laag dampdichte folie, om de dekvloer te beschermen tegen optrekkend vocht uit de constructie. “Kanaalplaten zitten nog wel eens vol met water’, legt Peters uit. “In de parkeergarage is het kouder dan in de Foodhall dus dat vocht wil dan naar boven. We hebben de folie dubbellaags aangebracht en allebei de lagen afgegetapet om er zeker van te zijn dat het écht afsluit.” Die vochtwering was vooral belangrijk omdat er vervolgens op advies van De Vries een anhydriet dekvloer werd aangebracht. “Zo’n vloer heeft zeer weinig drogingskrimp en dan kun je grote vloeroppervlakken zonder voegen maken; zeker hier, omdat het om een U-vormig oppervlak ging”, licht de Technisch adviseur toe. “Het is praktischer om te accepteren dat er misschien een scheurtje ontstaat en dat te repareren, dan om een voeg te maken om een scheur te voorkomen. Voordeel van zo min mogelijk velddilataties is namelijk dat je geen risico loopt op defecten in voegafdichtingen waar vocht door in de dekvloer kan komen.” Voor het leggen van de anhydrietvloer schakelde Sharp Gietvloeren collega RW Vloerenbedrijf in.

Overgewicht

In het middelste gedeelte, waar de klinkers moesten komen, werden geen schuimbeton en dekvloer aangebracht omdat op dat moment nog niet zeker was hoe dik het straatwerk zou worden. Toen die vloer wel helemaal was uitgerekend, bleek dat klinkers en mortelbed zo’n 70 kilo per m2 zwaarder zouden worden dan de 220 kilo die vanwege de onderliggende parkeergarage was toegestaan. Dat probleem werd opgelost door alle 22.000 klinkers doormidden te zagen. Met een laag Betopor van deels 60 mm en deels 220 mm werd de vloer op peil gebracht. “We hebben dat gebruikt in plaats van schuimbeton omdat Betopor nog weer lichter is”, zegt Peters. “Met deze oplossingen hebben we het gewicht beperkt tot zo’n 180 a 190 kilo per m2.” De Betopor werd aangebracht door Van Wylick.

Natuurlijke antislip

Met de ondervloer op orde konden de afwerkingen worden aangebracht. Bij het gedeelte waar het publiek niet komt had dat wel wat voeten in aarde. “De ruimte was al ingedeeld in opslagruimtes, technische ruimtes en dergelijke en door al die hokjes droogde de dekvloer nauwelijks”, zegt Peters. “De hoge luchtvochtigheid die je nu eenmaal hebt aan zee, hielp ook niet mee.” Op een gegeven moment moest toch de vloerafwerking erin, een muisgrijze epoxy gietvloer. Omdat door de dubbele laag folie onder de anhydrietvloer het vocht alleen maar naar boven kon, besloot Peters om een dampopen systeem van Romex aan te brengen.
De troffelvloer in de eigenlijke Foodhall is in twee verschillende kleuren gemaakt; de looppaden zijn grijs en in de foodstands is het een zandkleur. De opbouw was wel identiek, primeren, inzanden, mortelen met een menging van korrel 0,4 tot 1,4, dichtzetten met twee lagen coating van Romex en tenslotte aflakken met een lak van Dr. Schutz. Er is geen speciale antisliplaag aangebracht. “Ik heb dat wel aangeboden maar omdat een ruwere vloer minder makkelijk schoonmaakt, wilden ze dat toch liever niet. Ik denk ook niet dat het hier een probleem hoeft te zijn want de vloeren worden dagelijks gereinigd dus heel glad door vuil zullen ze niet worden. Daarnaast verwacht ik dat er voldoende zand naar binnen gelopen wordt om de vloer ruw te maken.”

Bestraten, maar dan anders

Met het aanbrengen van de klinkervloer had Sharp Gietvloeren geen ervaring, Peters schakelde daar Romfix voor in, een Romexdealer die juist gespecialiseerd is in straatwerk. “Het is echt heel anders dan buitenbestrating in een zandbed. Dat gaat met vierkante meters tegelijk maar hier is steentje voor steentje in het lijmbed gelegd, 550m2. En dan nog voegen. Normaal bezem je zoiets in met zand maar hier zijn de voegen ingewassen met een vochtkerende maar dampdoorlatende epoxymortel. Dat was bij elkaar wel vier weken werk. Een heel ander verhaal dus dan de bestrating van het buitenterras, maar dat is aan de klinkervloer zelf niet te zien.”
Omdat troffelvloer en klinkervloer aan elkaar grenzen, is er op advies van TBA een stevig profiel tussen gezet dat bestand is tegen stoten. Dat profiel is op de bekisting geplaatst die voor het storten van het schuimbeton tussen die twee velden was gemaakt. De dampdichte folie die op het schuimbeton is gelegd, is langs de bekisting omhoog getrokken. Ook van de zijkant kan er dus geen vocht in de dekvloer komen.
Sluitstuk van het werk was de vloer achter de bar. Die is pas gemaakt toen alle andere vloeren al klaar waren. “Het heeft een tijd geduurd voordat duidelijk was hoe de bar vormgegeven zou worden”, zegt Peters. “Toen pas konden we dat gedeelte opvullen met Betopor. We hebben daar nog een zandcementdekvloer in gemaakt van rond de 7 centimeter en dat afgewerkt met pvc-clicktegels van 50 bij 50 centimeter.” Medio september was de Foodhall helemaal klaar om nazomergasten te ontvangen.

=====

Tekst en fotografie: Klokhuys tekst en foto

Download de gratis Mebest-app