Ontkerkelijking zorgt voor leegstaande kerkgebouwen. Veel van die panden krijgen een nieuwe bestemming; zo’n 1500 van de bijna 7.000 kerken in Nederland, schreef dagblad Trouw in 2019. Ze zijn omgetoverd tot bibliotheek, kantoorruimte, fysiotherapiepraktijk, winkel enzovoorts. En soms ook tot woning, zoals dit kerkgebouwtje in de gemeente Castricum. Een transformatie om je vingers bij af te likken.

Tekst en fotografie: Klokhuys tekst en foto

Meerlaags verhaal

Het bescheiden gebouwtje in het groen van het Noord-Hollandsche bos en duin gebied is rond 1915 gebouwd bij het terrein van een zorginstelling. Bestemd voor gelovigen van verschillende religies kreeg het geen uitgesproken katholiek of protestants karakter. Bij een verbouwing in de jaren zestig kreeg het gebouw een betonvloer en werd het voorzien van laag in de gevels geplaatste vensters; als bij een woning. Je zou het als een voorbode kunnen zien van de toekomstige bestemming van het gebouw. Evengoed werd er nog tot begin jaren negentig gekerkt. Toen nam de gemeente het gebouw over. Er werden trappen in geplaatst en systeemplafonds gemonteerd zodat het kon worden gebruikt als trouwlocatie, voor feesten, partijen en congressen, als kunstuitleen en meer. Rond 2015 stootte de gemeente het pand af en kwam het in handen van een particulier. Een bestemmingswijziging maakte het mogelijk om van het voormalige kerkje een woning te maken. Inmiddels was het kerkje een Rijksmonument geworden. Er waren dus wat zaken waar het architectenteam Mulleners + Mulleners, Debbie Alferink en interieurarchitect Erik Grutter bij de transformatie rekening mee moesten houden. “Het was vooral van belang dat de geschiedenis van het pand zichtbaar zou blijven”, zegt Paul de Reuver van bouwkundig adviesbureau Elan, die als projectleider de verbouwing begeleidde en als schakel tussen de opdrachtgever en de architecten en de uitvoerende partijen optrad. “Het gaat dan vooral om de periode 1909 – 1915 toen het kerkje werd ontworpen en gebouwd en de renovatie van eind jaren zestig. Aan dat verhaal hebben we een laagje toegevoegd.”

Leem als Haarlemmerolie

De eisen van Cultureel Erfgoed boden genoeg ruimte om het comfort van het gebouw te verhogen en er een bewoonbare woning van te maken. Het dak werd vernieuwd en, net als de kruipruimte, volledig geïsoleerd. De gevels werden van nieuwe kozijnen voorzien, gestraald en gesausd. “Met een dampopen verfsysteem”, zegt De Reuver. “We hebben ze niet geïsoleerd. Aan de buitenkant mocht dat niet dus dan hadden we binnen met voorzetwanden moeten werken. Ik vind dat geen goede manier van isoleren als je al zo’n dikke stenen buitenmuur hebt. Dan krijg je vochtproblemen.” Omdat het binnenklimaat zonder dergelijke problemen toch al niet geweldig was, moest er wel iets met de gevel gebeuren. De Reuver koos voor leem. “Dat ademt en werkt vochtregulerend, de ruimte voelt er minder koud door en het doet nog wat aan de kenmerkende galm van zo’n kerkje.” De leem zit niet op alle muren; er is ook voor gekozen om een deel te sausen en een ander deel kaal te maken en te fixeren. “Het ene zorgt voor rust en het andere laat de ouderdom van het gebouw zien.”

Machinale hulp

Om de effecten te krijgen die De Reuver noemt, zou alleen een dunne laag leemfinish niet voldoende zijn; er moest eerst een dikke laag basisleem worden aangebracht. “Ik had wel eerder met leem gewerkt maar nog nooit in zo’n groot project”, zegt stukadoor Dennis Velzeboer, die voor de afwerking werd ingeschakeld. “Je praat wel over wanden van negen meter hoog!” Hij riep de hulp in van collega-stukadoor Peter van Hemert, van Ecowonen. “Hij heeft ervaring met het verspuiten van dit materiaal”, legt Velzeboer uit. “Dat kost veel minder tijd en energie dan het de kerk in kruien en de steiger op sjouwen.” Machinaal verwerkt zat de 1 tot 2 cm dikke laag Claytec basisleem er in drie dagen in. Het materiaal is er in één laag opgegaan en vervolgens vlak gezet onder de rei. Na een lange droogperiode, de basisleem is in de wintermaanden aangebracht, is nog even de rabatschaaf eroverheen gegaan. Daarna is de leem afgewerkt met twee lagen grijze Yosima leemfinish van Claytec, fijn geschuurd.

Afwijkende afwerking

In de kerk/woning is een entresol gemaakt, een gedeeltelijke verdiepingsvloer. Die bevat onder meer de slaapkamers en badkamers. Alleen de muren in de ouderslaapkamer zijn van basisleem voorzien. Vanwege de wensen van interieurarchitect Grutter zijn ze niet met leemfinish afgewerkt, maar met Frescolori. Aan de slaapkamer grenst een badkamer en Grutter wilde dat de slaapkamer en de douche met hetzelfde product zouden worden afgewerkt. Leemfinish was geen optie, vooral ook omdat de afwerking ook op de douchevloer moest komen. Maar het moest wel een natuurlijk materiaal worden dat goed aansluit bij de grijze Yoshina leemfinish en de eigenschappen van leem. Een product ook met de nodige elasticiteit; leem kan wat minder goed overweg met spanning in de toplaag.
Stukadoor Dennis Velzeboer had de nodige reserves bij het idee van een naadloze vloerafwerking in de badkamer. De standvastigheid van de interieurarchitect en het advies dat Leon van den Boogaert van Frescolori opstelde én het feit dat de leverancier zelf bij de verwerking aanwezig zou zijn om de stukadoors te begeleiden, gaven echter de doorslag.

Zekerheid boven alles

De ondervloer van de badkamer is gemaakt met Lewisplaten. Daar is een zandcementvloer met afschot op aangebracht. De vloerverwarming die in de hele woning is aangelegd, is hier achterwege gelaten. “Om de vloer rustiger te houden”, licht Paul de Reuver toe. Op die ondergrond is de Frescolori aangebracht, geheel volgens het zeer gedegen advies van de leverancier. Velzeboer doet dat uit de doeken. “We hebben de vloer eerst waterdicht gemaakt met Ardex 8+9, een soort rubberachtige afdichtingslaag, en op de overgangen van vloer naar wand kimband SK12 aangebracht voor de Frescolori erop ging. Als er dan iets misgaat dan weet je dat je eronder in ieder geval waterdicht bent.”
De douchewand tussen bad- en slaapkamer is gemaakt van houtskelet en 18 mm Wediplaat. Op de platenwand is eerst een laag Ardex R1 gezet en op de stenen muren ging Ardex 950. In beide lagen is een wapeningsweefsel ingebed. Langs de vloer bracht Velzenboer rvs stucstops aan zodat wand en vloer los van elkaar blijven en eventuele werking in de verschillende ondergronden geen nadelig effect op de stucafwerkingen kan hebben. Net als de vloer zijn de wanden waterdicht afgesloten met Ardex 8+9. Daarna zijn de douchewanden met Frescolori afgewerkt, zijn alle naden met een flexibele kit dichtgezet en zijn er twee laklagen aangebracht.

Gortdroge ondergrond

Hoewel voor badkamer en slaapkamer dezelfde Frescolori in dezelfde tint is gebruikt, zijn er toch wat verschillen. “Voor de badkamer heb ik geadviseerd om de Frescolori met epoxy aan te maken”, zegt leverancier Van den Boogaert. “Dat maakt het materiaal een heel stuk harder en nog wat waterbestendiger. Voor de zekerheid. Meer zekerheid was ook waarom het materiaal in de badkamer in twee lagen is aangebracht, dan heeft hij wat meer body.” Eigenlijk bestaat de afwerking altijd uit twee lagen maar in de slaapkamer is dat niet gedaan. Van den Boogaert heeft daar een verklaring voor. “Met de eerste laag zorg je voor een egale zuiging, vlak je de ondergrond nog wat uit én maak je de tekening. Met de tweede laag zorg je er voor dat de tekening nog meer gaat spreken. Deze opdrachtgever wilde juist een heel rustig beeld. Omdat het er na de eerste laag rustig uitzag en de dekking goed was, hebben we de tweede laag achterwege gelaten.”
Het was overigens niet eenvoudig om die eerste laag een rustige uitstraling te geven. Door de hoge temperatuur in de ruimte, zeker bovenin bij de negen meter hoge nok was het erg warm, was de basisleem gortdroog geworden. De zuiging was daardoor enorm en het laagje Frescolori maar dun. “Dat maakte het lastig om mooi naadloos te smeren en een oppervlak te maken waarin je geen steigerslagen en dergelijke ziet”, zegt Van den Boogaert die zelf bij de verwerking aanwezig was om de stukadoors te begeleiden. “Je kunt dat ondervangen door met een diepgrondeer te werken maar dat is kunstharsgebonden en dan heeft zo’n laag leem niet zoveel zin. We hebben daarom een man met een sproeier voor ons uit de muur laten bevochtigen. Dat haalde de zuiging eruit zodat we nat in nat konden smeren.”

Gevarieerd gevelwerk

Naast al het binnenwerk heeft stukadoor Velzeboer ook nog aan de gevel van het voormalige kerkje gewerkt. De oude entree, die bij de verbouwing in de jaren zestig naar de achterzijde van het gebouw was verplaatst, is in ere hersteld. “Deels”, zegt projectleider De Reuver. “We hebben weer twee grote getoogde houten kerkdeuren geplaatst maar het entreeportaal hebben we niet teruggebouwd.” In plaats daarvan is een mooie toog om de deur gemaakt, opgemetseld en glad en vlak gestukadoord. Zo past hij goed bij het gladde mahoniehouten kozijn van de kerkdeuren en bij de glazen deuren in stalen kozijnen. Hoewel je via die deuren naar binnen kunt, bevindt de eigenlijke ingang zich nog steeds aan de andere kant, net zoals na de verbouwing in de jaren zestig. Daarvoor is destijds het toenmalige kolenhok opengemaakt. Daar is nu weer een gesloten gebouwtje van gemaakt, de muren zijn weer dichtgemetseld, er is een deur in geplaatst en het stucwerk is aangeheeld. Dat was wel een uitdaging voor Velzeboer. “Je bent gewend om zo vlak mogelijk te stukadoren maar het oude pleisterwerk was juist erg glooiend. Dan moet je dus eigenlijk je best doen om het niet zo strak te maken.” Maar het eindresultaat is juist wel zeer fraai, net als het interieur van de bijzondere woning.

Opvallende vloeren

In de entree van de woning is een betonvloer gestort, flink opgeschuurd zodat de kiezels in het materiaal goed te zien zijn. Zo heeft hij wel iets weg van terrazzo maar vooral door de toeslagmaterialen ziet hij er anders uit. Ook door de manier van aanbrengen. Het beton is gestort en bij dat proces wordt er doorheen gelopen. Daardoor worden de kiezels naar beneden gedrukt. Na het schuren zie je daar wat kale plekken. Het verschil met echte terrazzo wordt goed duidelijk op de verdiepingsvloer. Naast de ouderslaapkamer zijn daar ook twee kinderslaapkamers met een gezamenlijke badkamer. De wanden daarvan zijn betegeld en de douchevloer is van terrazzo, gemaakt door Ricardo Sminia uit Alkmaar. “Ik ben echt een enorme fan van terrazzo”, zegt De Reuver. “Ik vind het mooi, je kunt de vloer goed op afschot maken en het is superwaterdicht. Je hebt geen voegen, de holle plint is mee gesmeerd zodat de belasting op de aansluiting van vloer en wand vele malen minder is en je kunt er goed mee aansluiten op de afvoer. Met tegels kom je vaak net niet goed uit.”

Hulp

Stukadoor Dennis Velzeboer had bij het project hulp van een aantal collega’s: stukadoorsbedrijf Duiv uit Alkmaar, stucadoorsbedrijf Wes Beentjes uit Heiloo en EcoWonen uit Zutphen.

Voor het opgemaakte artikel met alle foto’s kunt u Mebest 2020-5 bekijken.

Download de gratis Mebest-app