Rouwen, trouwen, verblijven; dat somt in het kort op wat DomusDela in Eindhoven gasten te bieden heeft. Er was een intensieve transformatie nodig om het voormalige kloostercomplex daarvoor geschikt te maken. Zo zijn er onder meer in het oude klooster en het oude gymnasium 70 hotelkamers gemaakt voor hotel Mariënhage.
Tekst en fotografie: Klokhuys tekst en foto
Waardig vervolg
Ruim een eeuw hebben de paters augustijnen in het klooster aan de Kanaalstraat in Eindhoven gewoond en gewerkt. Gelegen in de binnenstad maakte het klooster en de bijbehorende gebouwen (de Paterskerk, het Gymnasium Augustianum, de studentenkapel en het Augustijns Instituut) lange tijd een wezenlijk deel uit van het leven van veel Eindhovenaren. Niet verwonderlijk dus dat, toen door het sterk afgenomen aantal kloosterlingen over herbestemming van het complex werd nagedacht, de augustijnen het belangrijk vonden dat het ten dienste zou blijven van Eindhoven en haar inwoners. De visie van coöperatie Dela sloot goed aan op die wensen. Het uitvaart- en verzekeringsbedrijf wilde er een ontmoetings- en verblijfslocatie van maken. DomusDela moest een ceremoniehuis worden waar mensen kunnen samenkomen voor belangrijke momenten van het leven als rouwen, trouwen en vieren. Een hotel en een eetgelegenheid moesten daar deel van uitmaken.
Voor het opgemaakte artikel met alle foto’s kunt u Mebest 2020-6 bekijken. Download de pdf met de button hieronder of bekijk online de digitale bladerversie.
Naar ontwerp van Eindhovense architectenbureaus diederendirrix en architecten|en|en knoopte Van der Ven bouwgroep de los van elkaar staande monumentale gebouwen aan elkaar vast. De Knoop, zoals het stuk nieuwbouw heet, is een hoge, lichte ruimte; minimalistisch afgewerkt zodat hij de aandacht niet afleidt van de historische bouwdelen die eromheen staan. Hij bevat onder meer de toegangen tot het complex, Brasserie Rita en de receptie van hotel Mariënhage. Het conferentie/boutique-hotel is voor een deel gesitueerd in het voormalige Gymnasium Augustianum. De gymnastieklokalen op de begane grond van het vroegere schoolgebouw gaan tegenwoordig als conferentiezalen door het leven. Op de verdiepingen daarboven, waar ooit de leslokalen en het jongensinternaat zaten, is een flink aantal van de hotelkamers te vinden. De rest daarvan bevindt zich aan de overkant van de binnenplaats, in een vleugel van het oude kloostergebouw. Het hotel telt in totaal 70 hotelkamers, die zijn gebouwd door Driessen Bouw uit Kessel en Verhaag Afbouwprojecten uit Sevenum. Een aantal verdiepingen was helemaal leeg, die zijn door het Limburgse afbouwbedrijf ingedeeld met metalstud wanden. “We hebben daarnaast ook de plafonds en de parketvloeren in het hotel gemaakt”, zegt Henk Lucassen van Verhaag Afbouwprojecten.
Tijdrovend maatwerk
Hoewel de hotelkamers er qua aankleding allemaal anders uitzien, is van het merendeel de indeling identiek. Daarom loonde het de moeite om ter plekke een mock-up te maken. Een goede zet, noemt Lucassen het bouwen van een modelkamer. “Natuurlijk staat alles op papier maar zo’n volledig ingerichte kamer geeft een goed beeld van de ruimte en wat kleur en inrichting doen.” Voor Verhaag was de mock-up ook wel leerzaam, de afbouwers kregen goed inzicht in diverse details en aansluitingen. Maar uiteindelijk moest op dat vlak tijdens de bouw nog genoeg worden uitgevogeld. “Het blijft natuurlijk een renovatie en een oud gebouw. Dan kom je nu eenmaal meer afwijkingen en verrassingen tegen dan bij nieuwbouw.” Lucassen doelt onder meer op de bovenste verdiepingen waar schuine kappen en verschillende balkenconstructies om allerlei oplossingen op maat vroegen.
Samenwerking met Gyproc
Geluidscomfort was een belangrijk item bij het maken van de hotelkamers. Het Bouwbesluit schrijft isolatiewaarden voor voor scheidingswanden tussen gangen en kamers en kamers onderling. Opdrachtgever en architect hadden de lat wat hoger gelegd; de kamerscheidende wanden bijvoorbeeld moesten een geluidsisolatie van zo’n 53 dB hebben. “Technisch zijn hoge prestaties goed te realiseren maar zulke oplossingen hebben een prijs”, zegt Lucassen. “We hebben samen met leverancier Gyproc gekeken naar de gunstigste manier om ruimschoots aan de geluidseisen te voldoen.” Voor de kamerscheidende wanden betekende dat een opbouw van een enkelvoudig metalstud skelet van 75 mm dik, gevuld met 30 mm glaswol en aan beide zijden dichtgezet met twee lagen Duragyp platen. De gipsvezelversterkte plaat heeft meer massa dan een gewone gipsplaat en doet dus meer op het gebied van geluidsisolatie. Extra voordeel is dat hij stootvast is en dat is voor geen enkel hotel een overbodige luxe. Waar minder zware eisen golden, zoals tussen kamers en gang, volstonden combinatiewanden met een eerste laag van standaardgipsplaten en DuraGyp platen als buitenste laag. Voor de badkamers gebruikte Verhaag de Gyproc WR platen. Dat zijn gipskartonplaten die zijn geïmpregneerd om de wateropname te vertragen.
Plafonds en vloeren
In alle kamers en gangen van het hotel monteerde Verhaag ook plafonds. Geen systeemplafonds, want dat zou niet passen bij de historische sfeer van de monumentale gebouwen, maar gisplaatplafonds. “Ook dat was een variatie aan opbouwen”, zegt Lucassen. “Sommige plafonds zijn enkel beplaat, andere dubbel; afhankelijk van de eisen aan de vloeren waar ze onder kwamen te hangen. Er waren namelijk vloeren van beton maar ook houten balkenvloeren. Zeker wat betreft contactgeluid zit daar wel wat verschil tussen.” De vloeren zelf zijn aan de bovenzijde ook nog geïsoleerd, door Verhaag, maar dan door de parket-tak van het bedrijf. “We hebben door vrijwel het hele hotel parket gelegd, in de gangen en in de kamers. Daar hebben we de vloeren eerst uitgevlakt en geïsoleerd met korrels en foam. Vervolgens maakten we met Fermacell platen vlakke ondervloeren waar we dan het parket op hebben verlijmd.”
Aansluiten op eeuwenoude steen
Bij de restauratie en transformatie van de monumentale gebouwen zijn zoveel mogelijk originele elementen bewaard of zelfs historische kenmerken teruggebracht. Op de begane grond bij het klooster kwam tijdens werkzaamheden een oude muur aan het licht. Het is mogelijk een deel van het oude kasteel Die Haghe dat tussen 1010 en 1250 op de plek werd gebouwd, of van het klooster dat daar rond 1420 werd gebouwd en later door brand werd verwoest. Het is hoe dan ook een van de oudste stukjes Eindhoven; vandaar dat het vanwege de historische waarde in het zicht werd gelaten. In de gang met de eeuwenoude wand maakte Verhaag ook een verlaagd platenplafond. Het is zorgvuldig vrijgehouden van de wand maar volgt wel de grillige vormen ervan.
Natuurlijk konden niet alle historische elementen bewaard blijven. Een aantal minder oude baksteen muren bijvoorbeeld is achter voorzetwanden verdwenen die vervolgens in de originele gele en groene tinten zijn gesausd. Vooral uit de Paterskerk zijn veel karakteristieke onderdelen weggehaald, zoals het hoogaltaar. Dat heeft deels te maken met de onttrekking van de kerk aan de eredienst, zodat hij gebruikt kan worden voor niet-religieuze bijeenkomsten en evenementen zonder hem daarmee te ontheiligen.
Interessant stukje werk
Anders dan de biechtstoelen en kerkbanken die naar een opslagruimte zijn overgebracht, heeft het hoogaltaar een prominente plaats gekregen in het hotel. Driessen Bouw bouwde daar een tien meter hoge ‘vitrine’ voor die door Verhaag werd bekleed met voorzetwanden van gipsplaat. Door openingen in de hoge wanden kun je vanaf verschillende verdiepingen het altaar bewonderen. Een kegelvormige lichtkoepel, helemaal bovenin de schacht, zorgt voor voldoende lichtinval. Lucassen vindt de schacht met de lichtkoepel een van de mooiste onderdelen van het project voor Verhaag. “Schuine wanden, schenkels precies op maat en die conische vorm bekleden met buiggips, dat was wel een interessant stukje werk”, zegt hij. “Maar eigenlijk was het hele project dat wel. Het was sowieso het grootste werk dat we als Verhaag tot nu toe hebben gedaan, zowel voor onze tak Afbouwprojecten als voor Verhaag Parket. Ook logistiek was het een uitdaging, met al die bouwdisciplines die allemaal gebruik moeten maken van dezelfde opslag- en transportmiddelen.” Hij kijkt er echter met een tevreden gevoel op terug. “We hebben prima kunnen samenwerken met iedereen, we kregen voldoende tijd om ons werk te organiseren en te maken en de klimatologische omstandigheden op de bouwplaats waren goed. Dan kun je kwaliteit leveren!”
In het nieuwbouwgedeelte De Knoop en Brasserie Rita zorgen naadloze akoestische plafonds voor een aangenaam geluidsklimaat. De Rockfon Mono Acoustic plafonds zijn gemonteerd door Engels Plafondbedrijf uit Beek en Donk.