Wie aan stijlplafonds denkt, denkt aan acanthusblad, eikenloof, roosjes, egg and dart. Cannabisblaadjes en leguanen liggen wat minder voor de hand als plafonddecoratie. Bij Oya in Gouda kom je ze echter wel degelijk tegen. Niet geheel verrassend en zeer zeker wel passend, het is immers een coffeeshop.
Voor veel coffeeshops hebben de coronamaatregelen in 2020 en 2021 flink wat veranderingen in de bedrijfsvoering veroorzaakt. Net als voor de meeste horecagelegenheden dreigde een tijdelijke sluiting. Gelukkig voor de coffeeshops kwam het niet zover; ze mochten hun waar blijven verkopen. Maar dan wel via afhaalbalies, klanten mochten niet meer binnen een zitplaatsje aan tafel zoeken. Dat leverde vaak lange wachtrijen op voor de deur. Zo ook bij coffeeshop Oya, aan de Lange Groenendaal in Gouda, waar achter de voordeur een provisorisch afhaalhokje was gemaakt. Geen wenselijke situatie, vond de eigenaar, en werd besloten de boel te verbouwen en anders in te richten. Achterin de zaak werd een afhaalbalie met twee afgeschermde loketten gemaakt. Voor die balie hebben de klanten voldoende ruimte om op afstand van elkaar op hun beurt te wachten.
Klassiek met een eigentijdse touch
De eigenaar van de coffeeshop greep de aanpassing van de indeling aan om meteen wat te doen aan de vloer, de wanden en het plafond. Dat laatste was een eenvoudig systeemplafond; efficiënt, maar niet heel erg passend in een gebouw uit de 17e eeuw. Hij vroeg stukadoorsbedrijf De Keijzer uit Gouda om daar iets moois voor in de plaats te maken, iets dat meer aansluit bij de leeftijd van het pand. “Ze wilden een klassiek plafond met lijsten en ornamenten”, zegt stukadoor Wilco de Keijzer. “Alleen dan wel iets bijzonders, met een eigen touch. Er moesten wietblaadjes in de decoraties worden verwerkt.” De Keijzer maakte zelf een ontwerp. Inspiratie haalde hij uit de gevel van het pand, en uit de vele andere panden in de historische binnenstad van Gouda. “Ik heb al in aardig wat panden gewerkt dus ik heb wel een beeld van wat waar zit, hoe zo’n plafond eruit ziet”, zegt de stukadoor die erg geïnteresseerd is in het oude stukadoorswerk.
Rond hoekstuk
De Keijzer zette zijn ontwerp op papier maar maakte daarnaast ook een aantal proefmodellen in gips van verschillende hoekstukken. “Een tekening zegt de meeste mensen niet zo veel van hoe het eruit gaat zien, ze willen graag iets in het echt zien”, legt hij uit. Uiteindelijk is het een hoekstuk geworden waarvan de takken met de wietblaadjes niet recht zijn, maar een grillige vorm hebben. Niet helemaal zoals cannabis er werkelijk uitzien, maar het is wel sierlijk. En het past ook goed bij de rest van het hoekstuk. De Keijzer maakte de hoek namelijk niet met rechte maar met gebogen lijsten. Ook een eigen idee, net als de profilering van al het lijstwerk. “Niet alle lijsten lenen zich ervoor om in de hoekstukken zo’n mooie punt te maken als er nu in zit. Juist door deze profilering pakt hij zo mooi uit.” De hoekstukken zijn gemaakt uit geprofileerde cirkels van gips die in verstek zijn verzaagd, gedraaid en in een scherpe hoek tegen elkaar aan zijn geplakt.
Weinig haakse hoeken
De lijsten zijn in het werk getrokken. Volgens De Keijzer was dat veel gemakkelijker dan prefab-lijsten in de werkplaats maken. “Die moet je dan daarheen brengen, op maat zagen, inlijmen en dan de naadjes repareren. In het werk trekken gaat sneller en mocht er iets in de ondergrond zitten, dan kun je dat makkelijker volgen dan met een prefab-lijst.” Veel oneffenheden zaten er volgens hem niet in het gipsplatenplafond dat de aannemer had gemaakt. Wat wel voor wat hoofdbrekens zorgde, was dat de wanden van het pand niet erg haaks stonden. Vooral met het aansluiten van de lijsten op de hoekstukken was dat wel een uitdaging. Die ornamenten waren complete stukken die prefab in de werkplaats waren gemaakt. Daar kon dus niet mee worden gesjoemeld door de delen van de cirkel net in een wat ander verstek tegen elkaar aan te zetten. “Uiteindelijk ‘pik’ je wat met de lijsten én met de ornamenten”, zegt de stukadoor over de oplossing.
Opvallende materiaalkeuze
Waar veel decoratieve stucplafonds een rijk gedecoreerd middenstuk hebben, heeft het plafond van Oya eigenlijk een gat in het midden. “Het meeste wat je in Gouda tegenkomt, zijn plafonds met perklijsten, hoekversieringen en middenornamenten. Het leek mij leuk om, naast de wietblaadjes, nog iets te maken dat heel anders is. Een koepel in het plafond ben ik hier nog nooit tegengekomen dus dat leek me wel wat; vooral ook omdat we er in dit pand de hoogte voor hadden.” De stukadoor maakt in de werkplaats van hout een koepelconstructie van zo’n 50 cm hoog en met een diameter van ongeveer een meter. De schenkels werden bekleed met stucanet. De constructie is in het plafond in de coffeeshop gemonteerd en met een ronddraaiende mal werd de pleisterdrager van een dikke raaplaag voorzien en glad afgepleisterd. Rondom de opening bracht de stukadoor vervolgens de versieringen van het middenornament aan: zwierige takken met uiteraard cannabisblaadjes. Die blaadjes zijn behoorlijk gevarieerd. Het ornament bestaat uit acht delen; vier verschillende stukken die gespiegeld zijn geplaatst, maar in de vier stukken is geen blaadje hetzelfde. Aan de hand van voorbeelden die hij van Oya kreeg, boetseerde De Keijzer de blaadjes zelf, met Knauf Fix en Finish. Een opvallende materiaalkeuze voor dit soort werk. De stukadoor licht die keuze toe. “Ik ben wel altijd geïnteresseerd geweest in het oude werk, maar in mijn tijd had je geen restauratie-opleiding. Nadat ik de gezel-opleiding had gedaan, ben ik meteen voor mezelf begonnen. Ik heb wel nog wat cursussen gedaan, maar verder kwam het neer op lezen, luisteren naar anderen hoe zij dingen doen en veel dingen zelf uitvinden en uitproberen. Ik heb eerst geprobeerd de blaadjes met klei te boetseren, maar toen dat niet zo wilde lukken, heb ik Fix en Finish geprobeerd. Het is een gips met een wat langere open tijd waardoor je er goed mee kunt vormen. En het wordt niet zo keihard dus je kunt er ook naderhand nog veel mee doen.”
Leguanen op het plafond
De cannabisblaadjes zijn niet het enige aparte aan het plafond; er kruipen ook wat leguanen van gips over. Vóór deze verbouwing had Oya ook al wat van die opvallende versieringen op de wand, maar dat waren platte varianten. Nu moesten het wat levensechtere dieren worden, zoals het beeldje op balie van de coffeeshop. Dat kon de stukadoor gebruiken als voorbeeld. “Het was best een lastige opgave”, zegt De Keijzer. “Het beeldje is volrond. Je kunt dus niet één mal maken waar je je afgietsel uit kunt halen. Daarnaast zit het beest ook nog eens op een tak, en die wilden ze er niet bijhebben.” Met klei vulde hij de tak uit zodat alleen de hagedis overbleef. Met siliconen maakte hij vervolgens mallen. De hagedis werd in twee delen gegoten waarna De Keijzer de buik en de poten er met de hand aan maakte. Uiteindelijk heeft hij zo één model gemaakt, maar door ze in verschillende posities te zetten, lijkt alsof er zes verschillende beestjes over de getoogde koof kruipen die langs de binnengevel loopt. Samen met de groene led-verlichting in de koof levert het een bijzonder beeld op als je van de straat naar binnen kijkt.
Verschil van dag en nacht
De Keijzer deed het werk samen met zijn broer Patrick en zijn zoon Stijn. De 17-jarige leerling-stukadoor trok de cirkels voor de hoekornamenten, de koepel en de lijsten en hij hielp mee met het boetseerwerk. Mooi werk voor een aankomend gezel, en ook werk dat smaakt naar meer. “Als ik mijn diploma gezel heb, wil ik eigenlijk wel door naar de restauratie-opleiding”, zegt de meesterstukadoor in de dop. Vader en zoon zijn in totaal ongeveer een maand bezig geweest met het bijzondere project. Een week of drie à vier in de werkplaats en nog een week in de coffeeshop zelf. Daar moest ’s nachts worden gewerkt want overdag was de coffeeshop open, legt De Keijzer uit. “We gingen ’s avonds rond acht uur aan de slag, tot een uur of vijf in de ochtend. Elke keer moesten we de steiger opnieuw opbouwen en afbreken, de stucloper leggen en opruimen. En we werkten met drie bouwlampen. Dat doe ik niet graag weer. Met daglicht zie je zoveel andere dingen in het stucwerk dan wanneer er drie keer duizend watt opstaat!”
=====
Tekst: Klokhuys tekst en foto
Fotografie: Klokhuys tekst en foto, stukadoorsbedrijf de Keijzer