Architect Mark Koopman van KAW-architecten kreeg de opdracht om de gevel van een woonblok in de Amsterdamse Balboastraat zo aan te pakken dat het wooncomfort met sprongen vooruitgaat. Het geheel wordt voorzien van buitengevelisolatie en een aanblik die teruggaat naar het origineel.
Tekst: Renée de Haan
Fotografie: Matthijs Pronker
Het appartementencomplex hoort bij de kenmerkende Amsterdamse School die in een heel eigen stijl begin 20ste eeuw een groot deel van de sociale woningbouw in de hoofdstad realiseerde, alsmede scholen en kerken. Dit culturele erfgoed wordt steeds meer gekoesterd vanwege de bijzondere belijningen en details en daarmee staan veel panden op de monumentenlijst.
Scheuren
Het woonblok in Balboastraat nummer 5 was er niet best aan toe, zo legt Mark ter plaatse uit.
“Er zaten veel scheuren in de gevel, ornamenten waren beschadigd of verdwenen en deuren en kozijnen waren veelal aangetast of vervangen met een andere detaillering, roedes waren verdwenen en sommige nieuwe kozijnen waren in de oude geplaatst. Kortom, het blok vertoonde een rommelig geheel. Het tochtte aan alle kanten, dus er viel alleen maar te verbeteren, ook in de aanblik.”
De oorspronkelijke gevel werd gereinigd, waarna isolatieplaten konden worden aangebracht. Hierop zijn steenstrips verlijmd in hetzelfde patroon als van oudsher. Het woonblok een straat verderop van dezelfde architect was in een veel betere staat, dus dat vormde een houvast bij de aanpak. Bovendien beschikte KAW-architecten over alle originele tekeningen en veel foto’s.
‘Wij geven Balboa 5 zijn gezicht terug’
Eenvoudig
Mark betrekt met zijn team steevast bewoners bij alle projecten en streeft vanaf het begin van zijn loopbaan naar duurzame materialen en verhoging van het woongenot. Al eerder paste hij buitengevelisolatie toe in Den Haag en in Amsterdam in de wijk Bos en Lommer. De welstandsecretaris van de gemeente Amsterdam was hierover zo te spreken dat Mark drie jaar geleden voor een soortgelijke aanpak van project Balboa werd benaderd. Hij durfde het aan omdat het hier om een eenvoudigere uiting van de Amsterdamse School gaat.
“Nou ja eenvoudig… op het eerste gezicht. Als je een gebouw ziet, denk je dat je het weet. Als je het echt gaat tekenen, kom je er wel achter.”
Afwisseling
Tureluurs werd zijn team vooral van de afwisseling in verspringende dunne en dikkere steentoepassingen. De originele versie bleek nergens te verkrijgen. Daar was een grondig onderzoek aan vooraf gegaan: welke mineralen zaten er in de steen? Wat waren de kleurschakeringen? Hoe verliep het vormingsproces in de vlamovens van destijds? De oorspronkelijke steen was behoorlijk aangetast en kon dus niet hergebruikt worden. Door gaten in bepaalde stukken te boren kwam het renovatieteam meer te weten over de oorsprong. Uiteindelijk is daar een passende vervanger voor gevonden. Er werd besloten om standaard vormbakstenen te verzagen tot diverse strips.
‘Er zaten veel scheuren in de gevel, ornamenten waren beschadigd of verdwenen en deuren en kozijnen waren veelal aangetast’
Beter woongenot
De renovatie ondervond enige vertraging in het beginstadium waardoor de bewoners langer met de steigers moesten leven dan noodzakelijk. Ongeveer 60% is eigenaar van een appartement en de rest valt onder de woningbouwvereniging. In de vereniging van eigenaren zitten veel fanatieke mensen, zo heeft de architect ervaren.
“Iedereen wil verduurzamen en beter woongenot. Afgelopen winter was het geheel voorzien van nieuwe kozijnen. De helft van de woningen was al goed geïsoleerd en dat scheelde behoorlijk in de stookkosten. Voor de ventilatie zijn traditioneel sleuven aangebracht. Alle kieren zijn dicht, de kozijnen en de schuiframen zijn vernieuwd in de stijl van toen, inclusief de fijne roedes. Elk raam heeft zijn eigen ruitje, ook bij de rondingen. Veel ruitjes waren al jaren weg en de gaten dichtgespijkerd.”
Verspringingen
De meeste deuren konden worden hergebruikt, zijn gerestaureerd en opnieuw geschilderd in de kleuren van toen. Mark leidt rond langs de bovenverdieping.
“Het pand hoeft niet aan de nieuwbouweisen te voldoen, dus daarmee kun je trouw aan het oorspronkelijke blijven en ben je minder gelimiteerd. De verspringingen van de steenstrips waren het lastigste element, ook omdat de kozijnen gelijk moesten vallen met de gevelafwerking, terwijl daar nu een behoorlijk pakket aan isolatie was toegevoegd.”
‘Afgelopen winter was de helft al goed geïsoleerd en dat scheelde behoorlijk in de stookkosten’
Koffiebar
Beneden is de betonnen band opnieuw aangebracht en ook die oogt zeer authentiek. Op de hoek van het blok zat een soort winkeltje. Dat is als ruimte behouden en dient nu als een koffiebar.
“De eigenaar daarvan had een pui met niet originele ramen, maar met veel glas en dat wilde hij zo houden. Om toch het oorspronkelijke terug te brengen hebben we daar een hardglazen klepraam van gemaakt zodat je geen hout ziet. Dit zijn zaken die het esthetische comfort verhogen en dat merken de bewoners meestal pas achteraf. Zeker als straks de steiger weg is. Dan wordt ook zichtbaar dat de terrazzovloertjes bij de voordeuren gereinigd zijn en omdat de gevel dikker is nu ook verder doorgetrokken zijn naar de straat.”
Geslaagde proef
De conclusie luidt dat dit blok van de Amsterdamse School er nu al beter uitziet dan het in jaren heeft gedaan. Wie nu de soortgelijke woningen in de parallelstraat bekijkt, ontdekt ineens allerlei gebreken. Zelfs beschouwt de architect het als een geslaagde proef die mondjesmaat mogelijk op andere panden toegepast kan worden.
“Telkens weer zul je integrale afwegingen moeten maken tussen wooncomfort, klimaatdoelstellingen en de culturele waarde. Heel veel gebouwen van de Amsterdamse School met rijke uitvoeringen mag je absoluut niet van buitenaf benaderen, zeker niet als ze goed intact zijn gebleven. In dit geval was overigens binnen-isolatie geen optie, want over het interieur heeft de VVE niets te bepalen; dat valt onder de verantwoordelijkheid van de bewoners. Algemeen ben ik geen voorstander van binnen-isolatie. Je krijgt veel koudebruggen en mogelijk zelfs vochtproblemen. De aanpak van buitenaf was de enige juiste.”
‘Als je een gebouw ziet, denk je dat je het weet. Als je het echt gaat tekenen, kom je er wel achter’
Kleinste details
Mark besluit: “Wij hebben Balboa 5 zijn gezicht teruggeven en alles tot in de kleinste details goed toegepast. Dus ook in de verwerking. Alleen de steenstrips verlijmen bij een temperatuur vanaf 7 graden, heel nauwkeurig naden afwerken ook bij de kopjes die als sierelement zijn opgenomen, de isolatie heel fijn versnijden bij de rondingen, dat soort zaken. En uiteraard zijn alle steenstrips zeer vakkundig verzaagd en nog een keer nagelopen om het echte baksteeneffect van destijds te evenaren.”
Historie
De Amsterdamse School ontstond als een nieuwe uiting in de architectuur waar bouwontwerpers uit veel geledingen dezelfde stijlmiddelen toepasten tussen 1910 en 1930. Voorlieden van de school waren Michel de Klerk, Jo van der Mey en Piet Kramer.
Typerend voor deze vorm van expressionisme zijn het gebruik van baksteen en versierde gevels, veelal met aparte rondingen. Typerend zijn ook de zogenaamde ladderramen: vensters die door een groot aantal roeden verdeeld zijn.
Voor de Balbaostraat zijn diverse architecten bezig geweest, waarbij de een garant stond voor de vlakverdeling, een ander voor de indeling en de gevels door een gespecialiseerde collega werden ontworpen. Bijna zeker zijn de architecten Jan van der Linden en Jo van der Mey hier beiden verantwoordelijk voor.
De straat maakt onderdeel uit van het in 1922 gelanceerde Plan West. De straat kreeg per raadsbesluit van 30 januari 1924 haar naam, een vernoeming naar ontdekkingsreiziger Vasco Núñez de Balboa. In Plan West was ook al een open ruimte aan de zuidkant van de straat gepland. Deze kwam er ook en kreeg pas in 2004 haar naam: Balboaplein
Jo van der Mey tekende in 1926 voor Balboastraat 2-12 en 14-16. Die originele gevel is onherkenbaar geworden doordat er bij renovatie in de jaren ‘80 isolatie is aangebracht aan de buitengevels.
De bouw valt onder het bureau Gulden en Geldmaker, dat voor zeker 15.000 woningen in Amsterdam de basis tekende. De voorgevels werden dan ontworpen door bekende architecten zoals onder andere H.P. Berlage. In Plan West gaat het om ongeveer 6000 woningen, deels bestemd voor woningbouwverenigingen, deels voor verkoop. Ook een groot aantal winkels werd in dezelfde stijl in de ontwerpen opgenomen.