De nieuwe rechtbank aan de Zuidas is een indrukwekkend gebouw, en niet alleen vanwege de verschijning. De hoeveelheid natuursteen om en in het gebouw is niet bepaald alledaags, maar evengoed is de akoestiek dik in orde.

Het is moeilijk voor te stellen maar er was een tijd dat je ten zuiden van Amsterdam de horizon kon zien. Begin jaren zeventig klonk het startschot voor de transformatie van de lege vlakte tot de Zuidas die we nu kennen, onder meer met de bouw van de rechtbank naar ontwerp van architect Ben Loerakkers. Vanwege ruimtegebrek werd het relatief bescheiden complex, het hoogste bouwdeel telde nog geen tien lagen, in de jaren tachtig en negentig uitgebreid met een aantal torens. De toevoegingen leverden wel ruimte op maar niet de kwaliteiten die van een rechtbank worden gevraagd. Er was bijna geen open ruimte binnen en het buitenplein tussen de torens kon nauwelijks gebruikt worden. “Een kind van een generatie publieke gebouwen die meer bedacht waren vanuit ontwikkelaarsperspectief dan met oog voor de gebruiker”, zegt Marco Lanna van KAAN Architecten. Het Rotterdamse bureau maakt deel uit van het consortium NACH (New Amsterdam Court House) dat de prijsvraag voor de bouw van een compleet nieuw rechtbankgebouw won. De andere deelnemers zijn Macquarie Capital, ABT, DVP, Heijmans en Facilicom. Reden om voor dit samenwerkingsverband te kiezen is de keuze van het Rijksvastgoedbedrijf om de rechtbank te ontwerpen, realiseren en beheren in een publiek-private samenwerking (pps) met een DBFMO-contract met een looptijd van dertig jaar. Dit houdt in dat NACH niet alleen verantwoordelijk is voor het ontwerp en de bouw, maar ook voor de financiering, het onderhoud en facilitaire dienstverlening. Een constructie die van invloed is geweest op het ontwerp en de materiaalkeuze.

Nieuw woord voor nieuw gebouw

Het ontwerp is gebaseerd op vier ambities. Het proces van wat er binnen gebeurt moest van buitenaf zichtbaar zijn. Het gebouw moest zich onderscheiden van de andere gebouwen in de Zuidas door niet een gebaar van de architect te zijn. Het gebouw moest gezagwekkend zijn en het moest functioneel zijn. Over ‘gezagwekkend’ heeft de architect veel discussie gevoerd; het is eigenlijk een samentrekking van gezaghebbend en ontzagwekkend, geen bestaand woord dus. Rijksvastgoedbedrijf en de Rechtbank gebruikten het om een gebouw te omschrijven met een bepaalde statige maar tegelijkertijd ook vriendelijke uitstraling die mensen uitnodigt. “Als je de eerste drie ambities realiseert, dan draagt dat bij aan een functioneel gebouw”, zegt Lanna die als projectleider deel uitmaakte van het architectenteam. “Je kunt niet zomaar een efficiënt gebouw neerzetten dat een goede rechtbank is zonder dat het gezagwekkend en herkenbaar is en het proces zichtbaar is.” Om al die ambities te kunnen realiseren, heeft KAAN Architecten de gebruikelijke structuur van een rechtbank omgedraaid. Die is doorgaans zo dat je een besloten gebouw hebt met een flinke trap naar de toegang op de eerste verdieping. Binnen is dan meestal een hal, een besloten plek waarvandaan je toegang hebt tot de zittingzalen of de kantoren die vlak aan de gevel zitten. In de nieuwe rechtbank van Amsterdam zijn de zittingzalen en de kantoren juist in de binnenblokken gecreëerd met daaromheen de foyer waar je wacht op je zitting. Doordat de gevel een enorm glasoppervlak is, ben je tijdens het wachten altijd in contact met de stad. Voor de rechtbank is een groot plein, een publieke ruimte die voor iedereen toegankelijk is. “Dat het gebouw zich terugtrekt en een grote open ruimte ervoor vrij laat, is een gebaar van uitnodiging”, zegt Lanna.

Indrukwekkend weinig echo

Helemaal verstoken van imposante elementen is het gebouw natuurlijk niet, het is immers geen indoor speelparadijs maar een rechtbank. Zo zorgt onder meer de natuursteen buiten op het plein en in het gebouw op de vloeren en delen van de wanden voor een zekere statuur. Maar zo imponerend als bijvoorbeeld een kathedraal kan zijn, is de rechtbank niet. “Zulke gebouwen zijn niet alleen zo indrukwekkend door wat je ziet, maar ook door het geluid, de enorme nagalm”, zegt Lanna. “We hebben er bewust veel aandacht aan besteed om die hier te beperken, vooral ook vanwege de grote oppervlakken met harde materialen.” KAAN Architecten heeft dat voor het grootste deel opgelost met een akoestisch plafondsysteem in de foyer en de grote centrale hal. Leidend bij de keuze was de akoestische prestatie maar ook esthetische aspecten wogen zwaar mee. “Als je een bepaalde uitstraling wil, dan heb je een naadloos plafond nodig. We hebben voor Rockfon Mono Acoustic gekozen omdat die een fijnere korrel heeft dan andere producten die we hebben bekeken.” In de centrale vide van de foyer zijn ook de wanden afgewerkt met Mono Acoustic panelen. Samen met het meubilair zorgen de akoestische oplossingen voor plafond en wand die Verwol Complete Interieurrealisatie monteerde, voor een nagalm die onder de twee seconden blijft. Geen geringe prestatie gezien de enorme hoeveelheid natuursteen die natuursteenbedrijf Kolen in de nieuwe rechtbank heeft aangebracht.

Voor de hand liggende keuze

In totaal bevat de nieuwe rechtbank aan de Zuidas zo’n 30.000 m2 natuursteen. Die keuze is ingegeven door het DBFMO-contract. Dat houdt immers in dat het consortium ook het onderhoud en de exploitatie voor de komende dertig jaar op zich heeft genomen. “Dan wil je dus materialen die zeer onderhoudsarm zijn over zo’n lange periode”, zegt Lanna. “Beton kan, maar dat heeft niet de uitstraling en representativiteit die zo’n gebouw vereist. Hout heeft dat wel, maar gaat niet zo lang mee zonder bewerkelijke processen als schuren en oliën. Natuursteen was dus eigenlijk vanzelfsprekend.” Binnen dat materiaal zijn vele mogelijkheden. Omdat de opdrachtgever vindt dat een publiek gebouw als de rechtbank ten dienste van zijn functie moet staan en geen statement moet zijn, mocht de natuursteen echter geen al te luxe uitstraling hebben. KAAN Architecten overwoog een travertin maar omdat buiten en binnen op de begane grond dezelfde steensoort moest komen, viel dat af. “Zonder onderhoud blijkt travertin in buitensituaties wat minder goed toepasbaar dan lang is gedacht”, verklaart Lanna. De keuze viel voor die delen van het gebouw op de grijze crème-achtige Marrone Caramello. Op de verdiepingen is een Dolomiet met een donkergroene toon toegepast. Beide zijn gezoet zodat de steen niet de weelderige uitstraling heeft van bijvoorbeeld een tot hoogglans gepolijste marmer. Het zoeten geeft de vloer ook de benodigde slipvastheid die je van een gepolijste steen niet kunt verwachten en vergemakkelijkt het onderhoud. Wat slipvastheid betreft had de opdrachtgever geen eisen, maar dat was ook niet nodig, legt Lanna uit. “Als ontwerper wil je niet aansprakelijk worden gesteld bij een ongeluk. Het is dus in ons eigen belang om er voor te zorgen dat de vloer geen slipgevaar oplevert.” De keuze voor de Marrone Caramello en de Dolomiet is vrij snel gemaakt maar de natuursteen is vervolgens uitgebreid getoetst op de toepassing, zoals de buitensituatie. De steen moet er bijvoorbeeld wel tegen kunnen dat er in de winter gestrooid wordt. En ondanks de toepassing binnen en buiten en op horizontale en verticale vlakken, moest het materiaal er overal hetzelfde uitzien.

De voordelen van DBFMO

De Dolomiet op de verdiepingen is op de vloer toegepast en incidenteel op wat meubilair. De Marrone Caramello is zowel buiten op het plein als binnen op de begane grond op horizontale en verticale vlakken aangebracht. Ook op de gevel is de crèmekleurige natuursteensoort te zien, aan het voorplein zijn de stalen kolommen en horizontale elementen ermee bekleed. Binnen was de bevestiging van de platen aan de wand een klein beetje een avontuur, blikt Lanna terug. “De natuursteen is deels op constructieve en deels op afwerkingswanden gekomen. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat we die afwerkingswanden met kalkzandsteen zouden maken. Dan zou je het nat kunnen bevestigen, met cement. We kwamen er echter achter dat kalkzandsteenwanden te zwaar zouden zijn voor de constructie, dus dat is veranderd in metalstud. Daar moest toen wel de bevestiging van de natuursteen op worden aangepast. Dat was even lastig, maar we hebben goed gebruik kunnen maken van de kennis bij Kolen.” Het natuursteenbedrijf uit Eindhoven was immers al vanaf de DO-fase bij het project betrokken en kon dus tijdig meedenken over de beste oplossing voor de montage. Volgens Lanna is dat een van de voordelen van het DBFMO-contract. “Je maakt niet als architect in je eentje het bestek waarna de aannemer en leverancier het toetsen op uitvoerbaarheid maar je maakt alles vanaf dag één samen. Dat moet ook wel; je kunt nooit de kwaliteit leveren die nodig is als leveranciers zoals Kolen er niet vanaf het begin bij betrokken zijn.”

Stille zittingzalen

In de rechtbank draait het uiteindelijk om rechtspraak, en die vindt niet plaats in de foyer en de centrale hal, maar in de zittingzalen. Natuursteen is daar niet toegepast, maar er is evengoed heel veel aandacht aan de akoestiek besteed. Een systeem met Rockfon Blanka plafondplaten in een verdekte variant zorgt voor een uitstekend absorptie en een rustig beeld. De lage delen van de wanden zijn voorzien van een lambrisering van houten panelen met een akoestische isolatiemateriaal erachter. Met leer beklede ribbels op de panelen voorkomen dat de wanden geluid teveel weerkaatsen. “Je kunt je niet permitteren dat vertrouwelijke gesprekken tussen raadsman en client door de hele zaal hoorbaar zijn”, zegt Lanna. “En evenmin wil je dat door een slechte spraakverstaanbaarheid partijen of rechters niet goed begrepen worden. Om dat allemaal voor elkaar te krijgen was een topprestatie nodig.” Maar dat kan eigenlijk wel van het hele gebouw worden gezegd.

==========

Tekst: Klokhuys tekst en foto
Fotografie: Fernando Guerra FG+SG

 

Download de gratis Mebest-app