Regelmatig krijgt Technisch Bureau Afbouw (TBA) als onpartijdige partij het verzoek om de oorzaak van schades te achterhalen. Bij een onderzoek van technisch adviseur Ed van der Plas ging het nog een stapje verder, daar was de vraag of de schade zó ernstig was dat de veiligheid van de bewoners op het spel stond.

De woning waar de expertise van Van der Plas voor werd ingeroepen, is een stadspand dat rond 1900 is gebouwd. Er wonen drie verschillende huishoudens in het pand, elk op een van de drie woonetages. Op het platte dak, een constructie van houten planken op een houten balklaag, zijn op een gegeven moment zware pakketten met bouwmaterialen neergezet, bestemd voor de verbouwing van een naastgelegen pand. Het platte dak is doorgebogen en dat heeft in de voorkamer van de bovenste verdieping schade veroorzaakt aan het plafond. Een deel van de geornamenteerde gestukadoorde afwerking is, inclusief de rieten pleisterdrager, losgeraakt van het houten regelwerk. De bewoners van de 3e verdieping moesten het appartement verruilen voor tijdelijke woonruimte. De verhuurder heeft de rest van het plafond in de voorkamer helemaal laten verwijderen. Omdat hij ook in andere vertrekken door het hele pand schades aan de plafonds zag, liet hij aan alle huurders weten dat de situatie dermate gevaarlijk was dat op alle etages herstel nodig was en het pand volledig ontruimd moest worden. De huurders twijfelden of de technische staat van de plafonds inderdaad zó slecht was dat de drastische maatregel nodig was. Technisch adviseur Ed van der Plas van TBA werd gevraagd om de situatie te beoordelen.

Eerste verdieping

Op de eerste verdieping waren enkele verlaagde plafonds gemaakt, afgewerkt met geschilderde zachtboard panelen. Daar kon de technisch adviseur geen schade aan ontdekken. Ook waren er verschillende gestukadoorde plafonds; een aantal met verlaagde platte stucplinten, een aantal met perklijsten en een met een middenornament. In al deze plafonds zag Van der Plas scheuren in het geschilderde stucwerk en hier en daar wat afbladderende verf. “Het waren allemaal fijne scheuren, niet wijder dan 0,3 millimeter”, zegt hij. “Sommige waren al gerepareerd en bij de scheuren die nog open stonden, zag ik geen hoogteverschillen in de scheurranden.” Van verzakking was dus geen sprake bij deze plafonds.

Tweede verdieping

Op de tweede verdieping waren alle plafonds gestukadoord en geschilderd. In de voor- en de achterkamer waren ze versierd met middenornamenten, perklijsten en platte stucplinten. Ook bij deze plafonds zag Van der Plas fijne langgerekte gebogen scheuren, sommige liepen door de perklijsten heen. Gerepareerd was er niet; ze stonden allemaal open, maar niet meer dan 0,3 mm. Op een enkele scheur na, en daar ging het om slechts enkele millimeters, zag hij ook hier geen hoogteverschillen tussen de scheurranden. “In een van de kamers was op sommige plekken de geverfde pleisterlaag onthecht van de raaplaag. In die raaplaag zag ik wel wat scheurtjes maar ook die lieten geen verzakking zien.”

Derde verdieping

De plafonds op de derde verdieping, direct onder het zwaar belaste dak, bleken vergelijkbare schades te hebben als op de andere twee etages. Fijne scheuren dus en geen verzakkingen. In de voorkamer, waar het plafond (rieten drager, stucwerk en ornamenten) tot op het houten rachelwerk was verwijderd, kon de technisch adviseur van TBA de plafondconstructie goed bekijken. “Het waren houten balken van 27,5 cm hoog en 11 cm dik, over de breedte van het pand geplaatst, hart op hart 90 centimeter. De houten rachels waren allemaal goed en zaten overal stevig vast aan die constructie. De kopspijkers waarmee dat was gedaan waren in goede staat, ik kon geen roest ontdekken.” Hij trof ook nog wat fragmenten geel koperdraad aan op het rachelwerk. “Dat is samen met rietspijkers gebruikt om het gestoken riet aan het rachelwerk vast te zetten”, legt hij uit. “Ook dat koperdraad zag er nog goed uit; het was niet verkleurd of geoxideerd en het was nog goed buigzaam.”

Conclusie

Geen reden voor paniek dus? “Aan de hand van wat ik heb gezien is het niet realistisch te veronderstellen dat de plafondafwerkingen op de 2e en 1e verdieping hebben geleden onder de gewichtsbelasting op het dak van de 3e verdieping”, aldus Van der Plas. “De plafondconstructie op de derde verdieping ziet er stabiel en vormvast uit.”
En de scheuren dan die toch in veel van de plafonds te zien zijn? “Dat zijn krimpscheurtjes die ontstaan door ouderdom van de plafonds en door wisselingen in luchtvochtigheid en temperatuur door de jaren heen. Misschien dat beweging in het pand door de jaren heen ook heeft meegespeeld.” De scheurtjes zijn prima te herstellen volgens de technisch adviseur. “Smal en v-vormig diep uitkrabben, de scheurnaden behandelen met een primer/grondeermiddel en als dat droog is de scheuren repareren met een gips- of kalkgebonden voegenvuller”, luidt zijn hersteladvies. De plekjes waar de pleisterlaag is losgekomen van de raaplaag vragen iets meer werk, maar zijn eveneens goed te repareren. In de voorkamer op de 3e verdieping zou een nieuw geornamenteerd plafond moeten worden teruggebracht. “Het mooie van al deze herstelwerkzaamheden is dat het per vertrek kan worden gedaa’’, sluit Van der Plas af. “De overlast is dan beperkt en het is voor de huurders ook niet nodig om tijdelijk een ander onderkomen te zoeken.”

=====

Tekst: Klokhuys tekst en foto

Fotografie: Ed van der Plas

Download de gratis Mebest-app