Deze zomer is het heringerichte Vredenburgplein in Utrecht feestelijk in gebruik genomen. Pronkstuk is het kunstwerk van Jennifer Tee: een mozaïek van 87 bij 42 meter in meer dan dertig kleuren graniet. Steenhouwerijen De Vries en Veenstra beleefden een veeleisende zoektocht om de juiste materialen te vinden.

Reusachtig mozaïek

Het is een interessante gedachte, de huiskamerfunctie van een plein versterken. Het was evenwel precies wat omwonenden en ondernemers wilden voor het wat groezelige Vredenburgplein. Een kunstwerk moest de truc doen. Maar dan wel een kunstwerk dat voldoende ruimte overlaat voor de markt met 65 standplaatsen die drie keer per week op het plein plaatsvindt. Dan moest het ook nog passen in het budget, goed schoon te houden zijn, rekening houden met kabels en leidingen en de ondergrondse resten van kasteel Vredenburg, en aan nog zo wat randvoorwaarden voldoen. De Amsterdamse kunstenaar Jennifer Tee won de wedstrijd die voor de opgave werd uitgeschreven met overmacht. Ze ontwierp een immens mozaïek, ruim 3600 m2 groot. De beeltenissen – vis, prei, eieren, lippenstick, knopen, een croissant en dergelijke – verwijzen naar de warenmarkt. De mozaïekvorm legt een verbinding met het verleden. Utrecht was ooit een Romeinse nederzetting en Romeinen, die konden wel wat met mozaïek.

Beperkte opties

“Ik heb meteen al gezegd dat het in graniet moest”, zegt Jaring Roosma die met zijn Steenhouwerij De Vries al vaker met de kunstenaar had samengewerkt. “Zo’n veelkleurig kunstwerk in de buitenlucht moet weerbestendig zijn, hard, stroef, slijtvast. Dan blijft er weinig anders over dan graniet.” Kunstenaar en gemeente deelden die mening en de steenhouwer uit Buitenpost kon aan de slag om kleuren voor de afbeeldingen bij elkaar te zoeken.
Niet alle 32 kleuren want aannemer Van der Steen zou voor de achtergrond van het mozaïek zorgen, en die bestaat uit diverse tinten grijs. De stenen daarvoor haalde hij uit China, en de verschillende grijzen die voor de mozaïeken nodig waren, werden daar in meegenomen.
Voor steenhouwerij De Vries was die verdeling eigenlijk wel zo praktisch want de rest van het palet bij elkaar zoeken bleek een kriem. Niet dat graniet niet te krijgen is in de beoogde kleuren, maar een van de belangrijkste leveranciers van de gekleurde natuursteen is India. En dat land liet de steenhouwer uit het Friese Buitenpost liever links liggen. “Net toen dit project begon te spelen was er een publicatie met de titel ‘The dark side of granite’. Dat ging over schrijnende werkomstandigheden bij steengroeves in India. Nou, één ding wist ik zeker, als we graniet uit dát land zouden halen dan zouden we heel Nederland over ons heen krijgen.” Al gauw kwam hij er echter achter dat hij voor dit kleurenpallet en deze hoeveelheid simpelweg niet om bekritiseerde land heen kon. “Toen heb ik Veenstra Natuursteen om hulp gevraagd. Zij doen veel zaken met India, met bedrijven waar géén misstanden zijn.” Samen kwamen de twee steenhouwerijen tot de conclusie dat ze dertien kleuren uit India zouden halen. De rest kon uit andere landen komen. “India heeft heel veel gekleurde granietsoorten, maar in hoeveelheid kleuren doet Brazilië er niet voor onder”, zegt Peter Veenstra van het natuursteenbedrijf uit het Groningse Uithuizermeedem. Met zes soorten was het Zuid-Amerikaanse land ook een belangrijke bron voor het Utrechtse mozaïek.

Geel wordt roze

Bij de wereldwijde zoektocht ging het niet alleen om de kleur van de stenen maar ook wat bepaalde bewerkingen met die kleur doen. “Neem nou Giallo Venetiano” zegt Veenstra. “Dat is een geelachtige graniet met bruinige pirietvlekjes. Precies goed voor het kunstwerk maar ga je die steen vlammen, dan wordt hij door die verhitting wat roze. En dan is het niet meer de kleur die de kunstenaar voor ogen had.”
Vlam dan niet, zou je denken. De gebrande Giallo Venetiano was echter wel nodig voor andere delen van het kunstwerk. Maar veel belangrijker, de bewerking is onontbeerlijk voor een buitensituatie als het Vredenburgplein, zo legt Roosma uit. “Als graniet wordt gezaagd, dan houd je een oppervlak over met hele en halve kristallen. Door verhitting spatten die halve kristallen eraf waardoor het oppervlak grover wordt. Zo maak je graniet anti-slip, en hoge slipvastheid was één van de eisen die aan het mozaïek werden gesteld.”

Papierwinkel

Naast slipvastheid stelde de gemeente Utrecht nog een aantal eisen aan de stenen; zo moesten zaken als de slijtvastheid, dichtheid en hardheid van een hoog niveau zijn. En dat moesten de steenhouwers met een certificaat aantonen. Van een aantal granieten was dat geen probleem, maar bij sommige stenen uit India lag dat anders, heeft Roosma door enorm veel spit- en graafwerk ervaren. “Daar doen sommige groeven nu eenmaal niet aan zulke certificaten. Graniet is zo hard, dat hoef je niet te testen; vinden ze.” De steenhouwer uit Friesland kan dat ergens wel begrijpen. “Het is een van de hardste steensoorten die je kunt vinden, of dat nou op papier staat of niet.” Uiteindelijk werden ook de granieten zonder die kwaliteitsbewijzen toegelaten.
Een volgende eis waar Roosma en Veenstra mee te maken kregen was dat het materiaal wel uit India mocht komen maar dat er dan absoluut een MVO-certificaat moest worden overlegd. Dat document moest een garantieverklaring zijn dat het materiaal duurzaam is ingekocht, bij groeves waar graniet duurzaam wordt gewonnen en waar ook duurzaam wordt geproduceerd. Niet onbegrijpelijk aangezien natuursteen vanwege de belabberde arbeidsomstandigheden in die regio onder een vergrootglas ligt. “Denk aan kinderarbeid, aan vrouwenslavernij, aan onveilige werksituaties”, zegt Veenstra. “Maar milieuzaken spelen eveneens een rol; je wil immers ook geen materiaal inkopen waar een milieudelict aan vooraf is gegaan.”

Kinderarbeid en veiligheidsschoenen

Ook deze eis van de gemeente Utrecht leverde flink wat hoofdbrekens op. Het natuursteenbedrijf uit Uithuizermeeden doet weliswaar vaker zaken met India, en dan juist met nette bedrijven, maar door de omvang van deze opdracht moest er ditmaal buiten het vertrouwde en betrouwbare netwerk worden gezocht. “Natuurlijk maken niet álle natuursteenbedrijven in India zich schuldig aan onderdrukking en uitbuiting, maar vind de goede maar eens”, schetst de Groninger de opgave. “Het ging immers wel om aardig wat verschillende kleuren graniet die uit verschillende steengroeves moesten komen die verspreid liggen over een heel groot land aan de andere kant van de wereld. En ook nog om een flink aantal verwerkende bedrijven, want lang niet alle groeves verzagen zelf.”
“Maar je kunt ook weer niet álles vergelijken met Nederlandse omstandigheden, ze lopen daar nu eenmaal niet op veiligheidsschoenen, bijvoorbeeld”, plaatst Roosma de eisen in perspectief. “Als je veiligheidsschoenen verstrekt dan worden die meteen verkocht en komen de mensen de volgende dag weer op slippers op het werk”, vult Veenstra aan, om maar aan te geven dat het niet zo eenvoudig is om onze maatstaven toe te passen in een land met een zo andere cultuur. In overleg met opdrachtgever gemeente Utrecht werd dan ook een Code of Conduct opgesteld, een contract met de regels waar de Indiase bedrijven in ieder geval wél aan moesten voldoen.

Prijskaartje

Uiteindelijk zochten de Nederlandse steenhouwers één leverancier uit waar rechtstreeks zaken mee werd gedaan. Aan dat bedrijf werd van te voren goed duidelijk gemaakt wat de eisen waren, dat er alleen blokken gekocht en verwerkt mochten worden bij groeves die 100% duurzaam te werk gaan. Met een handtekening onder de Code of Conduct conformeerde het Indiase bedrijf zich aan de Nederlandse eisen. In Duitsland werd IGEP gevonden, een organisatie die het MVO-certificaat kon afgeven. Die instantie organiseerde ook onafhankelijke controles op de naleving van de eisen en voorwaarden.
Duurzaamheid heeft wel een prijs, het materiaal werd zo’n 4% duurder door de maatregelen. Op projecten van deze omvang maakt zo’n percentage een groot verschil en dat kan voor leveranciers en opdrachtgevers reden zijn om duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen aan de laars te lappen. De gemeente Utrecht zit zo dus niet in elkaar. “En wij ook niet”, zegt Peter Veenstra. “Sterker nog, de duurzaamheidseis ging alleen om de productie maar we hebben ook voor het transport uit India naar een rederij gezocht die gecertificeerd is vanwege zijn duurzame beleid, vooral op de arbeidsomstandigheden aan boord. Greenline heten ze, uit Singapore. Ikea maakt ook gebruik van deze reder.”

Handjeklap over millimeters

Alle Indiase stenen zijn in één lading naar Nederland vervoerd, keurig in kratten verpakt, op kleur en met vellen karton tussen de blokken om beschadiging te voorkomen. Het leggen van de stenen was aan de aannemer die de volledige herinrichting van Vredenburgplein deed. “Wij hadden dat leggen ook niet kunnen doen”, zegt Roosma. “Er zit zoveel techniek aan vast: leidingwerk, stroomkabels, ankerblokjes en dergelijke, dat is een heel ander vakgebied dan het onze.” Het leggen van de mozaïeken was wel een optie geweest, dat ligt dichter bij hun eigen wereld. “We weten bijvoorbeeld dat je bij zulke mozaïeken de voegen zo klein mogelijk moet houden”, zegt Veenstra. “Niet meer dan 2 mm, anders verdwijnt het kleureffect; voegen hebben immers niet de kleur van de stenen. De aannemer wilde echter 1 cm aanhouden om voldoende speling te hebben als de maat van de stenen zou afwijken. Want stel je voor dat ze 2 mm groter zouden zijn dan berekend. Met 490.000 blokjes en een plein van 4000 m2 maakt dat heel veel verschil. Dan heb je ineens ruim 80 m2 extra! Heel begrijpelijk dus, die wens van de aannemer, maar we hebben aangegeven dat 1 cm écht te veel zou zijn. Uiteindelijk is het 6 mm geworden. En we zijn naar India gegaan om er voor te zorgen dat er precies op maat werd gezaagd.”

Gedoe achteraf

Uiteindelijk is er toch nog veel te doen over hoe de mozaïeken zijn geworden. Veel mensen vinden de kleuren te vaag waardoor ze de afbeeldingen niet goed kunnen zien. “Heel verdrietig die kritiek, vooral voor de kunstenaar”, vindt Roosma. “En ook niet helemaal eerlijk. Natuurlijk; polijst je graniet, dan worden die kleuren veel sprankelender. Maar gladde stenen kunnen niet op zo’n plein, dan krijg je ongelukken. Vandaar dat we de stenen slipvast moesten maken. Maar we hebben wel van te voren aangegeven dat dat ten koste zou gaan van de intensiteit van de kleuren.” Bij regenachtig weer wordt het beeld anders. Vocht haalt de kleur op dus als het heeft geregend zien de afbeeldingen er levendiger uit. Dat was reden om nog te kijken naar coatings, of die hetzelfde effect kunnen oproepen als water. Vooralsnog heeft die zoektocht geen succes opgeleverd. De steenhouwers vinden dat niet heel erg. “Je wilt de stenen ook niet afsluiten. Er komt van onderaf water in en dat kan er dan aan de bovenkant niet uit. Gaat het vriezen dan heb je kans op schade. Daarom hebben we ook aangegeven dat het cruciaal is om het plein regelmatig goed te reinigen met stoom. Als er markt is, komt er immers veel vet op de stenen en dat trekt erin waardoor de steen niet meer kan ademen.” Of het schoonmaakadvies wordt opgevolgd valt te bezien. Er is immers drie dagen in de week markt dus dat betekent een hoop extra werk voor de gemeente Utrecht. Maar wie mooi wil zijn… Jaring Roosma en Peter Veenstra kijken hoe dan ook met trots terug op het project. “Dit is verreweg de grootste import die we ooit hebben gedaan. Een prachtig en leerzaam avontuur!

Monsterlijk monnikenwerk

Om zeker te weten dat alle kleuren goed klopten met het ontwerp, werd een hele lading monstertjes van allerlei soorten graniet aangeleverd. Die zijn stuk voor stuk gefotografeerd waarna die afbeeldingen in een model op A3 formaat zijn verwerkt. Monnikenwerk maar het leverde wel een heel goed beeld op van hoe het er zou gaan uitzien. Er werden ook weer vergrotingen gemaakt van de afzonderlijke mozaïeken, praktische voorbeelden voor bij het leggen. Het gaat immers wel over een plein van bijna 4000 m2, over 490.000 blokjes steen van 9 bij 9 cm. Dan is overzicht een lastig verhaal.

Voor het opgemaakte artikel met alle foto’s kunt u Mebest 2019-5 bekijken.

Download de gratis Mebest-app