Loetje verovert Nederland. De keten heeft inmiddels ruim 20 restaurants, verspreid door het land. Rode draad is natuurlijk de sappige ossenhaasbiefstuk, die is in elk restaurant onveranderd lekker. De inrichting echter verschilt per vestiging; al is er wel opvallend vaak een rol weggelegd voor terrazzo.

Tekst en fotografie: Klokhuys tekst en foto

Biefstukimperium

Het is soms vreemd hoe een balletje kan rollen. Of kan stoppen met rollen, zoals in het geval van Loetje. Ludwig ‘Loetje’ en Dirk Klinkhamer wilden in 1977 een biljartcafé beginnen aan de Johannes Vermeerstraat in Amsterdam-Zuid. Maar toen ze er na een aantal jaren naast de bitterballen ook ossenhaasbiefstuk begonnen te serveren, kwamen de mensen vooral voor dat lekkere sappige stuk vlees met jus en witbrood naar café Loetje. Biljarten werd van hoofdzaak bijzaak en verdween op een gegeven moment helemaal uit de zaak. Aanvankelijk bleef de biefstuk van Loetje vooral een lokaal fenomeen maar ook buiten Zuid kregen de mensen trek. In 2006 opende Loetje een tweede vestiging, in Ouderkerk aan de Amstel. Langzaamaan volgden er meer tot zo rond 2015 het hek goed van de dam ging. In rap tempo opende Loetje restaurants door het hele land; van Bergen tot Gorssel, van de Pijp tot de Kop van Zuid, van Breda tot Leeuwarden. Medio 2020 staat de teller op 22 vestigingen, maar daar zal het niet bij blijven. Zo opent later dit jaar Loetje Enschede de deuren. En ook in die vestiging zal naar alle waarschijnlijkheid terrazzo worden toegepast. Want dat komt regelmatig terug in het interieur van de biefstukrestaurants. Catelijn Ooteman van Cabana Interior dat sinds 2015 de concepten voor de inrichting van de Loetjes maakt, licht die keuze toe. “Terrazzo is naadloos, hufterproof en doordat het gemêleerd is, zie je er niet snel vlekken op; allemaal zaken die belangrijk zijn in horecagelegenheden.”

Woopie wauw

De overwegingen zijn niet alleen maar van praktische aard; terrazzo past ook heel goed bij de handtekening van het Amsterdamse interieurontwerpbureau. “We geloven in een slim ruimtelijk indelingsontwerp; mooie en logische zichtlijnen, looppaden en ‘wijk’-indelingen dus. Belangrijk daarbij is een spannende materialenmix, die vormt de basis voor elk ontwerp. Typisch Cabana is dat we natuurlijke rijke materialen gebruiken en een warm kleurenpalet toepassen. Doordat je met terrazzo zo vrij in kleurkeuze bent, kun je het prachtig afstemmen op het totale interieurbeeld. Dat geeft vaak een ‘woopie wauw’ effect!”
Daar komt nog bij dat Cabana Interior streeft naar duurzame interieurs die een langere tijd meegaan in gebruik maar ook een tijdloos beeld opleveren. “Dan kies je dus voor materialen die alleen maar mooier worden naarmate ze verouderen, en dat geldt ook voor terrazzo.”

Primeur voor Noord-Brabant

Niet in elke Loetje is terrazzo te vinden; die keuze hangt af van het totale interieurbeeld. En het gaat ook niet altijd om dezelfde onderdelen. Zo heeft het restaurant Almere een uitgifteblad, een raambar en een aantal kleine ronde tafeltjes van terrazzo, vind je in vestiging Den Haag lange tafels met terrazzo bladen en heeft Loetje Breda naast bar- en uitgiftebladen van terrazzo ook terrazzo wastafels in de toiletten. In Eindhoven is voor het eerst ook voor de vloer terrazzo toegepast. “Nou ja, we hebben voor Breda wel terrazzo vloertegels van Agglotech geleverd, maar Eindhoven is de eerste Loetje met een échte terrazzovloer”, zegt Aldo Corradi. Zijn terrazzobedrijf Corradi & Zoon heeft inmiddels voor zo’n zeven Loetje-vestigingen terrazzo interieurelementen gemaakt. Meest recent is het in april geopende restaurant in de Lichtstad.

Liever zandcement

Loetje Eindhoven zit op de begane grond van een voormalig Philipsgebouw, de oude Philips bedrijfsschool. De vloer die Corradi daar, geholpen door Rob van Tuinen van T-Terrazzo, maakte is zo’n 3 tot 4 meter breed en 20 meter lang, gedilateerd en in vakken verdeeld met messing strips. Hij ligt tussen twee houten vloeren in. “Dat hout ligt op anhydriet”, zegt Corradi. “Het was de bedoeling dat wij ook de terrazzovloer daar op zouden maken maar ik vind anhydriet daar geen ideale ondergrond voor. We kregen van Technisch Bureau Afbouw nog wel een advies hoe het tóch zou kunnen, maar ik voelde me er evengoed niet prettig bij. Toen we het werk gingen opnemen bleek de dekvloer er nog niet in te liggen, die zou later komen. Daardoor hebben we toch nog de betonvloer kunnen maken zoals we die graag zien voor ons terrazzo.” Het is een zandcementdekvloer geworden met dubbele wapening en kiezels erin. “Voor extra stevigheid” zegt zoon Giuliano Corradi. “Op de constructievloer ligt namelijk nog een noppenvloer met vloerverwarming erin.”

Grove korrels

De terrazzo toplaag van de vloer is met 2 cm wat dikker dan gebruikelijk. Het mengsel bevat namelijk korrel 3, en dan is 15 mm niet genoeg. Volgens Aldo Corradi is het een trend aan het worden, die grotere korrels. “Ik denk dat de behoorlijk populaire tegels van Agglotech daar een rol in spelen. Zij maken terrazzo tegels met heel grove samenstellingen, zoals de Murano. Mensen zien dat en denken dan dat dát terrazzo is. Maar het is echt een andere techniek, meer een soort steenhouwen.” Het Italiaanse bedrijf maakt grote blokken van 2 x 2 meter, met grote hele korrels erin. De blokken staan maanden buiten om uit te harden; dan worden ze in plakken gezaagd waar tegels van worden gemaakt. “Ook de korrels worden dan doormidden gezaagd, die zie je dan goed liggen”, legt de terrazzieri uit. “Maak je dat in terrazzo, dan moet je die grote korrels mee smeren en instrooien. Je moet zorgen dat ze zo dicht mogelijk tegen elkaar aan liggen, dat er zo min mogelijk cement tussen zit. Want waar zij de korrels doorzagen moeten wij het oppervlak schuren om die korrels goed open te slijpen.” Volgens Corradi is het heel lastig om zo een goed resultaat te krijgen. Toch heeft zijn bedrijf zich inmiddels wel een beetje in samenstellingen met grove korrels gespecialiseerd nadat zijn zoon er een manier voor heeft gevonden. “We gebruiken een witte cement, dat kun je de volgende dag schuren en frezen want dan is het nog niet helemaal uitgehard”, legt Giuliano uit. “Met gewoon cement ben je drie dagen langer aan het schuren.”

Perfecte rondjes draaien

Cabana koos de grove korrel ook voor tafelbladen voor de restaurants in Den Haag en Almere. Vooral de bladen voor Almere brachten een probleem op zich met zich mee, legt Giuliano uit. “De meubelmaker van Loetje had supermooie ronde mallen voor ons gemaakt. Maar om de grove korrel goed open te krijgen moet je soms behoorlijk diep schuren. Met zulke ronde tafelbladen heb je dan het risico dat je de vorm eruit schuurt. Daarom heb ik de bladen op een ouderwetse betonmolen gezet. Als je die aanzet dan draait het blad mooi rond en hoef je alleen maar je frees op de zijkant te zetten.” Ondanks de hoofdbrekens die ze met zich meebrengen is de jonge Corradi erg enthousiast over het resultaat met de grote korrels. “Ze zijn echt heel mooi. Als je ze goed polijst kun je soms de marmeradertjes zien, met kleine korrels heb je dat veel minder.”

Geen tijd voor naadloos

Corradi & Zoon is er trots op om als rasecht Amsterdams bedrijf voor het Amsterdamse biefstukicoon te mogen werken. En helemaal dat er zelfs ook Corradi-terrazzo te vinden is in de Loetje waar het allemaal begon. Het terrazzobedrijf werd in 2015 benaderd toen het cafe aan de Johannes Vermeerstraat werd verbouwd. Er moesten terrazzo bladen in komen; een barblad van 7 strekkende meter, met een hoek erin en nog een kleiner blad, voor de drankuitgifte. Loetje wilde het grote blad liefst naadloos, maar dat ging niet. “Dat had gekund als we het in het werk hadden kunnen maken” zegt Guiliano. “Dat kost echter veel tijd en dat is er bij verbouwingen in de horeca nooit; ze moeten altijd zo snel mogelijk weer open.” Dus maakte Corradi de bladen in de eigen werkplaats; delen van maximaal 3,5 meter lang en 4 cm dik. Door de delen aan elkaar vast te zetten met een marmerlijm die de samenstelling en het kleur van het blad heel dicht benadert, vallen de naden nauwelijks op. “Het was onze eerste Loetje; we werkten toen nog met Flowstone en stortten bladen op de kop. Daarna zijn we met Lux elementen gaan werken die we met terrazzo bekleden. Dat maakt de bladen een stuk lichter terwijl ze wel 5,5 centimeter dik worden en je naar een lengte van wel 4,5 meter kan. Voordeel van de Lux elementen is ook dat de kans op scheuren kleiner is dan bij een massief blad.”

Strijd tegen zuur

Werken voor horecabedrijven heeft ook een keerzijde, heeft Aldo Corradi gemerkt. “Terrazzo is een prachtig mooi product. Het is naadloos, er zijn eindeloos veel verschillende samenstellingen mogelijk en het gaat een leven lang mee want je kunt het goed schuren. Maar hoe goed je het ook behandelt, impregneert en polijst, je moet toch een beetje uitkijken met zuur. Zeker als het zo intensief wordt gebruikt. Ik merk alleen dat er in de horeca niet altijd goed op wordt gelet. Dan zou je eigenlijk op plekken waar een saptap of bierpomp staat, er iets van rvs onder moeten doen want dat gaat gewoon niet goed met terrazzo. Maar dat is natuurlijk niet mooi. Dus dan moet je het goed onderhouden. We geven altijd aan met welke middelen en hoe dat moet gebeuren, maar vaak wordt daar niet voldoende mee gedaan. Het blad dat we voor café Loetje hadden gemaakt bijvoorbeeld; dat maken ze wel steeds schoon met zachte zeep, maar ze zetten het nooit in de was. Ze geven ook toe hoor, dat ze er niet aan toe komen om dat steeds te doen. Geen probleem. Maar na een paar jaar tijd was het wel helemaal ruw geworden. We hebben nu afgesproken dat we eens in de zoveel tijd ’s morgens vroeg bij een Loetje langsgaan en voor dat ze open gaan, alles opnieuw polijsten en schuren. We hebben dat laatst bij de Johannes Vermeerstraat gedaan, nu ziet het er weer prima uit!”

Voor het opgemaakte artikel met alle foto’s kunt u Mebest 2020-4 bekijken.

Download de gratis Mebest-app