Schioppettino wijnen, San Daniele ham, Montasio kaas, terrazzo, mozaïek en Venetiaanse glanspleisters. Met wijnstudio/prosciutteria La Banca is Arnhem-Noord een klein stukje Noordoost-Italië rijker geworden.
Tekst en fotografie: Klokhuys tekst en foto
Oude liefde roest niet
Officieel opende La Banca op 1 oktober 2020 de deuren maar het verhaal van het Italiaanse proeflokaal begon eigenlijk al in de crisisjaren dertig toen Camillo Tonin, net als vele honderden streekgenoten, de regio Friuli Venezia Giulia verliet om elders in de wereld werk te vinden. Na jarenlange omzwervingen vestigde hij zich in de jaren vijftig in het Arnhemse Spijkerkwartier, en begon hij daar zijn eigen graniet- en terrazzobedrijf. Ambacht, vakkennis en bedrijf gingen over van vader op zoon, op kleinzoon. Inmiddels staat de vierde generatie Tonin aan het roer van het bedrijf dat wel een andere koers is gaan varen. “In de jaren tachtig raakte terrazzo wat uit beeld”, vertelt Gioacchino Tonin, de huidige eigenaar van stucadoors- en terrazzobedrijf Tonin. “Veel terrazzierri stapten over op het maken van zandcement vloeren maar mijn opa en vader kozen voor gipsblokwanden. Zo is het stukadoorswerk erbij gekomen.” Chino volgde de stukadoorsopleiding maar de liefde voor terrazzo verdween nooit. “Elke keer als we weer in Italië waren bij familie, zag ik die vloeren. Ik vond ze prachtig. Toen in Nederland de vraag naar terrazzo weer opkwam, vooral naar het opknappen van bestaande vloeren, besloot ik bij de specialisten in Italië het vak te leren. We werken nu vooral voor particulieren; reparaties en restauraties van terrazzovloeren en aanrechtbladen, en decoratief pleisterwerk.”
Bijzondere combinatie
Wat ondanks de emigratie naar Nederland nooit veranderde bij de familie Tonin, was de voorliefde voor het lekkere eten en drinken uit het moederland. “Zo lang als ik me kan herinneren namen we van bezoekjes aan Italië goede wijn, kaas, vleeswaren en dergelijke. Allemaal spullen die hier niet te krijgen zijn. Steeds meer kennissen vroegen of ik niet ook eens wat voor hun kon meenemen. Zo ben ik, naast het stukadoors- en terrazzowerk, als importeur begonnen.” Een jaar of elf nu levert Tonin producten aan onder meer horecazaken en delicatessenwinkels. Het leek hem echter ook wel mooi om die culinaire parels uit de regio Friuli-Venezia-Giulia in een eigen zaak aan de man te brengen. Toen het pand van de huidkliniek aan de Raapopsweg 82 leeg en te koop kwam, zag Tonin zijn kans schoon. “Hier in de wijk Angerenstein zit eigenlijk geen horeca; mensen moeten daarvoor naar het centrum. Een perfecte plek dus om een wijnstudio en prosciutteria te beginnen!”
Goud en beton
Tonin wilde er ook meteen een showroom voor het stucadoors- en terrazzobedrijf van maken. Daarvoor werd het 1901 gebouwde pand volledig gestript; slechts een enkele muur bleef staan en de oude kluis. “Dat is een overblijfsel uit de tijd dat de Bondsspaarbank er in zat”, zegt Tonin. “Ik wist meteen al dat op de wand waar die kluis in zit, een Venetiaanse glanspleister in goudkleur moest komen.” Hij koos daarvoor een pleister uit de Aureum-reeks van Oikos. Uit dezelfde collectie komen de koperen en de groene afwerking waarmee hij een aantal andere wanden deed. Zoals de naam Aureum al aangeeft, hebben de twee pleisters een gouden gloed. Vooral bij het groen komt die goed naar voren en geeft dat een bijzonder beeld. “De truc is dat je hem in tenminste drie lagen aanbrengt”, zegt Tonin. “De eerste laag die je smeert is helemaal groen, dan zie je nog geen goud. Pas als je de tweede en de derde laag erin duwt krijg je dit effect.”
Naast de edelmetalen wanden zijn er drie witte wanden, eveneens glanzend afgewerkt met Rafaello van Oikos. Verder paste Tonin nog Procement beton ciré toe in twee verschillende kleuren; lichtgrijs bij de toiletten en een zeer donkergrijze bij de bar. ”Daar wilde ik iets robuusters dan een glanspleister. Mensen schoppen daar onbedoeld toch met hun schoenen tegenaan en dan is het snel kapot. Door de donkere kleur van de beton ciré zie je ook niet zo snel zwarte strepen.”
Grondig voorbereid
Voordat ze hun nieuwe fraaie uiterlijk kregen, werden de wanden eerst ontdaan van de oude afwerking, soms wel vier lagen spachtelputz en verf, en goed voorbereid voor de nieuwe pleisters erop gingen. “Van sommige wanden was de onderste 1 a 1,5 meter ooit geïnjecteerd dus daar zal een vochtprobleem hebben gezeten. Daar kwam de specie er zo vanaf.” Tonin heelde dat aan met een cementspecie en zette de wanden vervolgens helemaal over met een betonrenovatiemortel. “Zeker waar ik met een decoratieve pleister ga afwerken, ben ik er een voorstander van om met een cementgebonden product uit te vlakken.”
Op het randje
Net als de wanden is ook de vloer volledig kaal gemaakt. Tapijt, tegels én dekvloeren werden verwijderd om plek te maken voor een nieuwe ondervloer met vloerverwarming en uiteraard een terrazzovloer. Het voorste gedeelte van de ca 120 m2 grote ruimte leverde een puzzel op. Het gedeelte is onderkelderd en op de cementplaat die als kelderdak fungeert, was maar een heel dunne dekvloer aangebracht. Toen die was verwijderd, bleek er niet genoeg ruimte voor het complete zwevende vloerpakket dat Tonin wilde aanbrengen. “We hebben daar de leidingen van de vloerverwarming ingefreesd en een hechtende zandcementdekvloer van 35 mm aangebracht. Daar is een toplaag van 20 mm opgekomen. Eigenlijk had dat dikker gemoeten want er moest nog behoorlijk veel worden afgeschuurd. We hebben er voor de zekerheid extra wapening in aangebracht. Het is nu droog en uitgehard en er zitten nog geen scheuren in dus ik heb goede hoop dat het goed blijft.” Een dilatatiestrip scheidt de vloer van het voorste gedeelte van de rest van de ruimte. Daar was wel voldoende hoogte om de vloerverwarming en het vloersysteem zwevend aan te brengen.
Vakkundige vrienden
Omdat hij zelf vooral is gespecialiseerd in het herstel van bestaand terrazzowerk, riep Tonin de hulp in van bevriende terrazzowerkers die meer ervaring hebben met nieuwe vloeren. “Mijn vader en ik hebben deze vloer gemaakt met Marco Maarschalkerweerd en zijn vader, van terrazzobedrijf G.J. Maarschalkerweerd uit Wijk bij Duurstede. Ook Tony Cominotto uit Goor heeft geholpen.” Het resultaat is prachtig, een donkergrijze vloer met grote stenen. “Ik ben een fan van grote korrels”, zegt Tonin. “Dat is ook wat je in Italië vooral ziet, niet die kleine stenen waar we in Nederland zo aan gewend zijn. Vandaar dat ik voor deze vloer korrel 5 heb uitgezocht. Je heb ook nog 6 maar het moest nog wel een beetje te smeren zijn.” Naast de grove stenen bevatte het mengsel nog korrel 1 en een klein gedeelte korrel 3. Door de uitgekiende korrelopbouw en de inzet van een heel zware rol is de terrazzo zeer goed verdicht. “We konden al na twee dagen schuren!”, verbaast Tonin zich nog. “In het herstelwerk wacht ik echt wel 4 tot 5 dagen.”
In de vloer is Grigio Carnico en Bardillo verwerkt, een donkergrijze en een blauwgrijze marmer. Gecombineerd met wat rood glas, parelmoer en zwart gepigmenteerd cement, levert dat een zeer chique donkere vloer op.
Toch ook klassiek
In de toiletten maakten de terrazzieri wel de bekende klassieke zwart-witte vloeren met een fijne korrel en een zwart-witte blokjesband. “Het is een showroom en we willen laten zien dat we dat ook kunnen maken”, verklaart Tonin de keuze. Om ook nog een ander aspect van het vak onder de aandacht te brengen, is in de donkergrijze vloer voor de kluis een mozaïek opgenomen. Het bestaat uit een cirkel van zwarte en gele steentjes met een windroos en de tekst Arnhem 1901 erin, en is in Italië gemaakt. Zowel het mozaïek als de klassieke vloertjes maakten het schuren er niet gemakkelijk op. “Met die grote korrel in de vloer moet je ruim een halve centimeter wegschuren om de stenen goed zichtbaar te maken”, licht Tonin toe. “Daar moesten we goed rekening mee houden tijdens het smeren van de toiletvloertjes met hun veel fijnere korrel. En helemaal met het mozaïek; dat is maar 1 cm dik dus dat schuur je zo weg.”
Contrasterende werkbladen
Ook de werkbladen en het barblad zijn van terrazzo gemaakt. De samenstelling zorgt tegelijkertijd voor een contrast én een eenheid met de vloer. “Ze moesten licht worden dus we hebben Carara wit en witte cement gebruikt. Aan het cement hebben we nog wit pigment toegevoegd omdat je anders de kans hebt dat het een groene glans krijgt.” Een kleine hoeveelheid Grigio Carnico en Bardillo, in dezelfde grote korrel als voor de vloer is gebruikt, en wat parelmoer zorgt voor de verbinding. “Rood glas heb ik achterwege gelaten, dat vind ik niet mooi in wit.”
Het zijn in totaal drie bladen, allemaal in het werk gestort zodat ze naadloos zijn. Voor de circa 5 meter lange bar maakte Tonin een onderbouw van Ytong-blokken van 10 cm breed. Daarop is een bekisting gemaakt met 18 mm dik betonplex als bodem. De randen van het 40 cm brede blad zijn 68 mm dik maar om het gewicht te beperken is op de betonplex een 30 mm dikke Wediplaat gelegd. Daarop is een 20 mm dikke laag terrazzo gestort. De werkblad van de bar en het keukenblok zijn op dezelfde manier gemaakt. Beide hebben een opstaand plintje, zodat er niet snel water achter kan komen.
Het barblad en de werkbladen zijn, net als de vloeren, mat geschuurd, Zo leiden ze niet al te veel de aandacht af van de enorme glazen klimaatkast waarin overheerlijke vleeswaren en kazen liggen uitgestald. Want dergelijke delicatessen is uiteindelijk waar het werkelijk om gaat in een prosciutteria. Net zoals de wijnen in de wijnrekken aan de wanden niet mogen wegvallen tegen de stijlvolle koperen glanspleister en de grijze betonlook. Ook daar is het evenwicht goed; bij La Banca komt ál het moois en lekkers uit Italië goed tot zijn recht.
Voor het opgemaakte artikel met alle foto’s kunt u Mebest 2020-5 bekijken.