De studentenflat aan de Jan Tooropstraat in de Eindhovense wijk Tongelre is ingrijpend gerenoveerd, zowel van binnen als van buiten. De vernieuwde gevel lijkt op het eerste gezicht misschien niet eens zo heel erg spannend, maar wie wat beter kijkt, valt van de ene verbazing in de andere. Hier zijn topprestaties geleverd, in voorbereiding en uitvoering, door alle partijen.
Tekst en fotografie: Klokhuys tekst en foto
Supercirculair
De flat, eigendom van Woonbedrijf/Vestide, is begin jaren zestig gebouwd. Oorspronkelijk had het gebouw een duidelijk herkenbare wederopbouwstijl maar bij een eerdere renovatie, waarbij het van zusterflat werd omgebouwd tot studentenhuisvesting, zijn nogal wat van die kenmerken verloren gegaan. Vooral de detaillering en de materialisatie hadden na de transformatie niet veel meer met die oorspronkelijke stijl te maken. “Je zag alleen nog maar door je oogharen dat het een wederopbouwpand was”, zegt Marlies Zuidam van FAAM Architecten uit Eindhoven. “Eigenlijk maakte dat het voor ons veel gemakkelijker om het gebouw helemaal van die stijl af te halen toen wij voor Woonbedrijf een ontwerp moesten maken voor een nieuwe renovatie. Aan de ene kant jammer want FAAM is wel fan van wederopbouwarchitectuur maar op energetisch vlak zijn die gebouwen met hun naar buiten stekende vloervelden en grote gevelopeningen natuurlijk wel dramatisch.” En juist energiezuinigheid was een belangrijke voorwaarde die Woonbedrijf stelde bij de uitvraag. Een uitvraag die je volgens de architect gerust revolutionair kunt noemen. Het Bouwbesluit stelt namelijk goed haalbare eisen voor renovaties van bestaande bouw maar Woonbedrijf wilde dat de flat na de verbouwing aan nieuwbouweisen zou voldoen. Niet alles was haalbaar, verdiepingshoogten aanpassen bijvoorbeeld. Maar dat was een van de weinige dingen die los zijn gelaten; op vlakken als geluid en energie is de studentenflat geschikt gemaakt voor de komende 30 tot 50 jaar. “Fantastisch!”, vindt Zuidam. “Zo verdubbel je de levensduur van een gebouw, dat is het meest circulaire wat je kunt doen.”
Voor het opgemaakte artikel met alle foto’s kunt u Mebest 2020-6 bekijken. Download de pdf met de button hieronder of bekijk online de digitale bladerversie.
Snoepwinkel
Het energiezuinig maken van de flat begon voor het ontwerpteam Heijmans en FAAM architecten met goed nadenken over de schil. De bestaande baksteengevel had een kleine spouw, zonder isolatie. Een nieuw schil van baksteen maken zou te prijzig worden; de oude moest dan eerst worden gesloopt. Zo kwam het ontwerpteam al snel uit op een buitengevelisolatiesysteem met EPS. Dat is licht genoeg om tegen de bestaande gevel te bevestigen en levert een hoge isolatiewaarde. Een afwerking met baksteenstrips wilde Zuidam niet, maar toen tijdens een gesprek met Sto Isoned de minerale Sto-Ecoshapes in beeld kwamen, werd ze erg enthousiast. “Dan heb je een product dat je helemaal naar je eigen hand kunt zetten. We hebben zelf tegels ontworpen waarmee we toch nog de link naar wederopbouw hebben kunnen leggen, zowel met de kleur als het patroon.” In het originele gebouw zaten namelijk betonaccenten met een verticale belijning. Die belijning heeft FAAM in extrema gebruikt om de naden van de tegels zoveel mogelijk weg te werken en er een spel mee te spelen, speciale effecten mee te creëren. Ook de dikte van het isolatiemateriaal leverde ontwerpmogelijkheden op waar de architect dankbaar gebruik van maakte. “Geweldig voor ons als architect dat we die dingen konden doen, maar ik realiseer me dat we het er voor de verwerkers niet makkelijker op hebben gemaakt.”
Jelco Hendriks, bedrijfsleider bij L&L Afbouw dat het buitengevelisolatiesysteem aanbracht, en Roy Dul die als senior accountmanager bij leverancier Sto Isoned de applicateur begeleidde, kunnen dat beamen. “Sto-Ecoshapes bieden onwijs veel expressieve mogelijkheden maar bij dit project zijn wel de uitersten opgezocht qua engineering en verwerking.”
Teamwork
FAAM ontwierp vier verschillende tegels; allemaal even lang en allemaal met hetzelfde verticale groevenpatroon, maar met 15, 20, 30 en 40 cm variërend in hoogte. De architect maakte er een verticaal en horizontaal lijnenpatroon op de gevels mee. Waar welke tegels precies moesten komen was op tekening gezet, maar dat maakte de applicatie zelf er niet eenvoudiger op. “Al die lijnen moesten per hoogtemaat natuurlijk precies goed op elkaar aansluiten”, zegt Hendriks. Hij doelt niet alleen op de 1 cm brede verticale groeven in de Ecoshapes maar ook op de even brede lintvoegen en op de horizontale laagmaten, de stootvoegen die over de gehele lengte van de gevel superstrak moesten zijn. “Om dat allemaal voor elkaar te krijgen moesten we er voor zorgen dat we met de tegels steeds precies goed uitkwamen op de vensters. Bijsnijden kon niet en voor sjoemelen was ook nauwelijks ruimte; je krijgt dan al snel afwijkingen die verderop op de gevel niet meer te corrigeren zijn.” Belangrijk richtpunt voor het plaatsen van de Ecoshapes werden de waterslagen en de kopschotjes. Dat zetwerk werd door L&L met hulp van B+K Alusystemen heel nauwkeurig ingemeten en geplaatst. “Dat kon eigenlijk alleen maar zo precies doordat Heijmans de kozijnen heel exact onder en naast elkaar had geplaatst, daar zaten vrijwel geen afwijkingen in”, complimenteert Hendriks de aannemer.
Met de basis dik in orde was het voor de applicateurs van de Ecoshapes vooral een kwestie van heel secuur werken. Vierkante meter voor vierkante meter werd de hele gevel afgewerkt door een team van drie man. Eentje bracht de lijmmortel aan op de spanningsverdelende laag, de tweede plakte de tegels en de derde hield met de laser in de gaten of alles recht zat en of het verband goed bleef. “Je werkt per vierkante meter vanwege de snelle droging van de lijmmortel”, zegt Dul, die. “Zodra je zo’n Ecoshape hebt geplakt zit hij zo vast dat hij niet meer zal zakken door zijn eigen gewicht. Als dat nodig is kun je hem met de hand nog wel iets verschuiven maar nadat je hem hebt aangerold kan ook dat niet meer.”
Snelle gevel
De architect maakte niet alleen dankbaar gebruik van de ontwerpvrijheid die de Ecoshapes boden, ook de dikte van het isolatiemateriaal werd esthetisch ingezet. “Doordat je een centimeter of 25 toevoegt op de originele gevel, krijg je ineens heel veel extra diepte tot je kozijnpositie”, zegt Zuidam. “Dat hebben we normaal nooit; je kunt ineens op een heel andere manier naar de gevelwerking kijken.” Het leverde vensters met heel speelse neggekanten op. Zowel horizontaal als verticaal lopen die allemaal schuin, en bij elk venster onder een andere hoek.
Met die verlopende neggekanten wilde de architect de gevel iets van snelheid laten uitstralen en zo een link leggen met de weg die voor de flat langs loopt. Vooral voor de applicateur van het isolatiemateriaal was het een heel lastige toevoeging. De EPS platen moesten heel precies op maat worden gesneden, verlopend van 26 naar 8 cm dik en van 150 naar 11 cm breed, en van alles daartussenin.
De schuine vlakken zijn niet afgewerkt met Ecoshapes maar gepleisterd met Stolit K. “Dat is een kunsthars gebonden pleisterafwerking”, licht Roy Dul van Sto Isoned toe. “Qua materialisatie ligt hij heel dicht bij de minerale Ecoshapes maar met een korrel van 2 millimeter is de pleister veel grover.” De kleur van pleister en Ecoshapes is wel hetzelfde; grijs. “Het pleisterwerk zorgt ervoor dat het lijnenpatroon van de Ecoshapes op een goede manier wat meer opvalt”, verklaart Zuidam de keuze om met twee verschillende afwerkingen te werken. “ Vooral waar de schuintes horizontaal en verticaal bij elkaar komen, had het voor een heel raar effect gezorgd als we het lijnenpatroon op de schuine vlakken hadden doorgezet.”
Weinig afval
Het buitengevelisolatiesysteem geeft het gebouw niet alleen een bijzonder uiterlijk, het levert ook nog eens grote bijdrage aan de energiezuinigheidprestaties. Op de delen waar het systeem 26 cm dik is, levert de gevel een Rc-waarde van 8; het gemiddelde komt uit op 6. Architect Zuidam is positief over de isolerende prestaties maar ziet ook wel minpunten aan EPS. “Het is een aardolieproduct dus denk je aan circulariteit dan is het niet ideaal. Het verhaal over hergebruik is best goed maar het blijft downcyclen terwijl we het liefst werken met producten die je kunt upcyclen, die hernieuwbaar zijn.” Dul is er van overtuigd dat ook EPS op termijn hergebruikt zal kunnen worden. “Er wordt momenteel veel onderzoek gedaan naar de mogelijkheden en financiële haalbaarheid daarvan dus ik verwacht dat dat mogelijk zal zijn als dit gebouw ooit, over tientallen jaren, gesloopt moet worden.” In ieder geval is het snijafval van dit project verzameld om te worden gebruikt voor de productie van nieuwe platen. Heel veel snijafval was dat overigens niet, L&L Afbouw en Sto Isoned hebben het snijverlies tot een minimum weten te beperken. “Uiteraard ontkom je niet aan snijverlies, zeker met al die die schuine vlakken”, zegt Hendriks. “Maar met 20 m2 afval op een gevel van 1100 m2 denk ik dat we het goed hebben gedaan. Dat is minder dan 2% terwijl het normaal 5% is!”
Maximale betrokkenheid
Hendriks blikt ook voor de rest tevreden terug op het zeer uitdagende project.”L&L afbouw is nog redelijk nieuw in deze markt. Naast de niche villamarkt zijn we weliswaar steeds vaker in beeld bij grotere verduurzamingsprojecten. Maar als je echt wil laten zien wat je kunt, hoe mooi is het dan om dat op zo’n veeleisend referentieproject te doen? Het was een heel mooi werk om samen met Sto samen te doen. En we hebben veel gehad aan de aannemer, Heijmans heeft het perfect neergezet voor ons.”
Ook architect Zuidam is enthousiast. “Ik denk dat de bouwers hier een bovengemiddelde inzet hebben laten zien.” Volgens haar is dat niet los te zien van het uitdagende ontwerp. “Voor de mensen die het moeten maken is zoiets als dit veel leuker dan een standaard werk. Je ziet dat er dan vaak ook meer kwaliteitsbesef is. Dat komt door trots, omdat ze werken aan iets dat er echt uitspringt.” FAAM zelf was ook zeer betrokken bij het project. “We hebben heel veel tijd besteed aan het ontwerp, aan het tekenwerk. Zo hebben we onder meer van te voren aan Heijmans gevraagd hoe zij dingen wilden, wat praktisch voor ze was met betrekking tot bijvoorbeeld de stramienlijnen. Daardoor konden we het tekenwerk zo veel mogelijk naar de hand van de aannemer zetten. Hoe makkelijker je het werk voor de bouwers maakt, hoe meer ze bereid zijn om lastige issues die ze in het werk tegenkomen met je te bespreken. Dat is belangrijk want de details waren hier niet bepaald eenvoudig en dan is het fijn als je er als team over kunt nadenken. Ja, het is een zeer mooi proces geweest; en ook nog eens uitgevoerd in een heel strakke planning.”
Natuurinclusief
Een heel bijzonder aspect van de renovatie is dat niet alleen de studentenflat enorm is verduurzaamd, maar ook de directe omgeving van het gebouw. FAAM architecten is altijd erg bezig met natuurinclusiviteit en hoewel het niet in de opdracht stond, is dat toch in het ontwerp opgenomen. Samen met een ecoloog van Heijmans en de vogelbescherming keken de architecten naar hoe er natuurinclusief gebouwd kon worden, hoe de biodiversiteit op het bescheiden stukje grond rondom de flat verrijkt kon worden. Er is meer groen in het gebiedje gecreëerd en er zijn wadi’s gemaakt om water te kunnen opvangen. Die hebben diverse hellingshoeken zodat er verschillende beplanting op kan groeien; beplanting die water in de grond vasthoudt. “Natuurinclusief bouwen is heel belangrijk omdat het meetbaar de hitte rondom zo’n gebouw reduceert”, zegt Zuidam. “Daarnaast hebben we als samenleving een uitdaging om de biodiversiteit te vergroten.”
De gevel van het gebouw draagt ook een steentje bij aan de natuurinclusiviteit en de biodiversiteit. In het gevelisolatiesysteem op de kopgevels van het flatgebouw zijn nestkasten opgenomen, voor gierzwaluwen en vleermuizen.
Opdrachtgever: Woonbedrijf/Vestide, Eindhoven
Architect: FAAM Architecten, Eindhoven
Aannemer: Heijmans N.V., Rosmalen
Buitengevelisolatie en stukadoorswerk: L&L Afbouw, ’s-Hertogenbosch