Voor één van de spannendste bibliotheken van Nederland moet je in Tilburg zijn. Naast een flinke hoeveelheid boeken herbergt de LocHal ook nog heel tastbaar het industriële verleden. Alsof er gisteren nog aan stoomlocomotieven werd gesleuteld, zo ziet het eruit; van dak tot en met vloer.
Een plek van betekenis
Tilburg en de spoorwegen, ze gaan samen een eind terug; 150 jaar maar liefst. In 1868 werd een groot terrein ten noorden van het station ingericht als één van de twee hoofdwerkplaatsen van de Staatsspoorwegen in Nederland. Er werden hallen gebouwd om het onderhoud en herstel aan de locomotieven, rijtuigen en wagons te doen. De bedrijvigheid betekende veel voor de stad, begin 20ste eeuw werkten er zo’n 1400 mensen bij de spoorwegwerkplaats. Daarna werd het minder. In 1925 werden de herstelwerkzaamheden aan de wagons naar een andere locatie in het land verplaatst en na zo’n zeven jaar verdween ook het werk aan de rijtuigen. Locomotieven bleven nog wel naar Tilburg komen voor reparaties en beurten. Alle locomotieven in het land zelfs. In de jaren dertig werd een nieuwe loods gebouwd waar naast stoomlocomotieven ook de grotere en zwaardere locs op elektra en diesel onderhanden genomen konden worden.
Inmiddels is het een jaar of acht geleden dat er in de spoorzone voor het laatst aan een locomotief werd gesleuteld. Dat gebeurt nu op een industrieterrein aan de rand van Tilburg, en in Rotterdam. Het markante terrein bij het station heeft een nieuw bestemming gekregen. Er zijn woningen en kantoren gebouwd en een deel wordt getransformeerd tot Stadscampus. De oude industriële gebouwen moeten onderdak gaan bieden aan verschillende organisaties voor kennis, kunst, erfgoed en ondernemerschap. Middelpunt van die nieuwe bedrijvigheid in de Spoorzone wordt de LocHal waarin onder meer de openbare bibliotheek Midden-Brabant, Kunstloc Brabant (Kunstbalie en Brabants Kenniscentrum Kunst en Cultuur) en Seats2meet (vergaderzalen en flexwerkplekken) een plek hebben gevonden.
Meer dan look en feel
CIVIC architects, Braaksma & Roos architecten, The Cloud Collective en Inside Outside werden ingeschakeld om de herontwikkeling en de restauratie van de monumentale LocHal te verzorgen; en architectenbureau Mecanoo specifiek voor het interieurontwerp voor de bibliotheek. Uiteraard moest het industriële karakter van de LocHal bewaard blijven. Een dankbare opdracht want industrieel erfgoed en creatieve hotspots lijken wel voor elkaar gemaakt. En met zijn wanden van glas in stalen kozijnen, een dak van betonnen platen, indrukwekkende kraanbanen en stoere stalen steunkolommen bood de LocHal voldoende beeld- en sfeerbepalende elementen. Bij veel vergelijkbare projecten wordt een nieuwe vloer gelegd die dan wordt afgewerkt met een kunststof of een cementgebonden betonlookvloer. Of het blijft bij een gevlinderde constructievloer of dekvloer. Hier wilden de architecten dat anders. Geen industriële look maar écht; de bestaande vloer moest blijven zoals hij was. Maar dan wel zo aangepast dat hij ook geschikt zou zijn voor de bibliotheek, voor horeca, voor werkplekken. Enssieg Groep werd gevraagd om mee te denken over de juiste aanpak. “Niet zo’n logische combinatie”, zegt eigenaar Dirk-Jan van der Giessen over de wens van de architecten. “Als vloerenbedrijf denken we toch vooral aan mooi, comfortabel, kwaliteit en duurzaamheid. Daar leek dit een beetje haaks op te staan.”
Doorleefd en gevarieerd
Projectleider Jan Thole beaamt dat. “Normaal gesproken ga je frezen, stralen, reinigen, primeren; alles om te zorgen dat de ondergrond goed vlak en schoon is en de hechting in orde is om hem af te werken”, vult de projectleider aan. “Hier was dat dus helemaal niet de bedoeling; de vloer moest er precies zo blijven uitzien als hij was.” Zelfs alleen een transparante toplaag was geen optie, die zou de vloer wel goed beschermen maar het uiterlijk zou er erg anders door worden. Enssieg moest dus op zoek naar een manier om de vloer op een onzichtbare manier te conserveren, te beschermen. Dat lijkt niet zo’n ingewikkelde opgave. Er zijn immers de nodige middelen om zandcementvloeren of betonvloeren zodanig te impregneren dat ze niet meer stoffen, beter bestand zijn tegen vocht en vuil en beter te reinigen zijn.
Probleem was echter dat de vloeren in de LocHal absoluut niet homogeen waren. Het ging om beton, om tegels, om coating, zelfs een stukje dodekopvloer en diverse treinrailsen. “Je hebt geen idee hoe zo’n conserveringsmiddel het op al die verschillende ondergronden doet; hoe de hechting is, hoe het uiterlijk wordt”, legt Thole uit. “Daarom hebben we veel overleg gevoerd met de leveranciers over wat wel en niet kan. Vervolgens hebben we met verschillende producten op verschillende ondergronden een aantal proefvlakken gedaan. Pas toen de architect een keuze maakte hadden we goed door wat ze nu eigenlijk voor ogen had. Het moest echt lelijk blijven.”
Pittige praktijktest
Liefst hadden nog de olievlekken zichtbaar moeten blijven, maar ook zo’n impregneer heeft een vetvrije ondergrond nodig om te kunnen hechten en indringen. Aan goed reinigen viel dus niet te ontkomen. Enssieg deed dat met een eigen schoonmaakmiddel. “Dat hebben we sinds een jaar of drie”, zegt Van der Giessen. “We merkten dat veel klachten die we kregen over het uiterlijk van de gietvloeren niets te maken hadden met de vloer zelf, maar met het schoonmaken. Als je zeep niet goed wegspoelt, dan gaat het juist vuil aantrekken. Vandaar dat we een zeeparm reinigingsmiddel hebben.” Met machines met een flinke walsdruk werd de doorleefde vloer tot een aantal millimeters diep gereinigd. Nadat het vuile water was weggezogen werd het oppervlak opnieuw goed natgemaakt waarna het met het conserveringsmiddel werd ingespoten. Het spul werd doorgerold om het goed te verdelen, een reactie met het water te laten aangaan en in de bovenlaag van de vloer te laten trekken. “Je ziet dan wel iets van verschil met hoe het was, het oogt een beetje nat”, zegt Thole. “Maar zodra er een dag mensen overheen hebben gelopen is dat wel weg.” Daar kwam de projectleider al snel achter. Naast die circa 2000 m2 zwaar doorleefde vloer was er ook nog zo’n 3500 m2 nieuw beton van het stadsbalkon en de tussenverdiepingen die door aannemer Binx Smartility in de immense hal waren geplaatst. Bijna 6000 m2 vloer om te behandelen dus, en dat was niet het enige wat nog moest gebeuren. ”Het was woekeren met de ruimte. We kregen van de aannemer steeds vlakken 300 a 400 m2 aangewezen die we konden doen. Een dag de tijd om te reinigen en te impregneren en een dag om het werk te laten drogen. Daarna liepen er gelijk weer honderd man overheen. Soms zelfs over stukken vloer die net gedaan waren. Vervelend uiteraard, maar het geeft wel aan dat behandelde stukken vloer er niet heel anders uitzagen.
Ook nog mooi en strak
Naast het conserveren van de originele vloer en het behandelen van de nieuwe betonvloer, bracht Enssieg ook nog een paar 100 m2 gietsysteem aan. “In de toiletgroepen en in een horecaruimte”, zegt”, Thole. “Een vierlaags PU-systeem; vloeisfofdicht, goed te reinigen en mooi strak.” Daarnaast moesten er ook nog wat accenten worden gemaakt. Met een coating zijn op een van de tussenverdiepingen witte vierkanten gemaakt, die onderscheiden een deel van de grote open ruimte als een plek voor overleg. Op de begane grond is met de applicaties aangehaakt bij bestaande signalering. Enssieg maakte verschillende stroken met de bekende zwart/gele arcering. En op een aantal plekken zijn met coating ook looproutes aangegeven, groene lijnen met het symbool van schoenafdrukken.
Zo’n vijf tot zes weken heeft Enssieg nodig gehad voor alle werkzaamheden. Het voortraject kostte minstens twee keer zoveel tijd. Maar dat was wel een leuke en leerzame tijd, vinden Van der Giessen en Thole. “Je bent erg op zoek naar wat de architecten nou precies willen én je kunt ze meenemen in ons verhaal. Ook het zoeken naar het meest geschikte product is interessant. Je kent ze wel en je weet wat ze doen maar je gebruikt ze eigenlijk nooit met dit specifieke doel voor ogen. Het is wonderlijk om te zien dat de producten er eigenlijk allemaal hetzelfde uitzien maar dat elk een ander eindresultaat oplevert.”
Voor het opgemaakte artikel met alle foto’s kunt u Mebest 2019-1 bekijken.