Regelmatig krijgt Technisch Bureau Afbouw (TBA) als onpartijdige partij het verzoek om uitspraak te doen als opdrachtgever en afbouwbedrijf het niet eens zijn over de kwaliteit van het werk dat is geleverd. Technisch adviseur Hermen de Hek bezocht in dat verband een bouwplaats waar discussie was over de kwaliteit van de gipsplaatwanden. De omstandigheden bleken beneden alle peil.
Tekst: Klokhuys tekst en foto
Fotografie: Hermen de Hek
In het najaar van 2019 bezocht technisch adviseur Hermen de Hek, droge afbouwspecialist bij het TBA, een bouwproject in het westen van het land. Aanleiding was een discussie over de kwaliteit van de oppervlakken van de gipsplaatwanden. Die zouden volgens de aannemer niet voldoen aan de afgesproken afwerkingsniveau’s. Controle van de vlakheid met de precisierei leverde geen afwijkingen op die buiten de tolerantie van de overeengekomen klassen A en C vallen. Wel waren er enkele zichtbare schroefgaten die iets uit het oppervlak staken en wat aanzetten van voegen die hoger dan de toegestane 1 tot 1,5 cm begonnen. Die dingen moest de wandafwerker herstellen.
Het probleem zat hem echter vooral in zaken waar zowel de afwerker als de monteur niets aan kon doen maar in schades die door anderen waren veroorzaakt, zoals kapotte flexcorners, krassen en groeven in het oppervlak van wanden en spetters van verf en stukadoorsgips.
Schrikbarend slecht
Opvallend was ook dat op meerdere wanden lichte bollingen waren ontstaan tussen de voeg en de het midden van de plaat. “Met de voeg- en wandafwerking heeft dat niets te maken”, zegt De Hek. “Het is een typische vervorming die wordt veroorzaakt door hoge luchtvochtigheid in een gebouw. En dat het hier vochtig was bleek wel uit de schimmel en vochtvlekken die op sommige wanden te zien waren.”
De technisch adviseur van TBA bekeek nog een ander bouwdeel. “Ik schrok van wat ik daar aantrof! Daar zat echt enorm veel vocht en schimmel in de wanden. De houtskeletbouw gevelelementen waren volledig beschimmeld. Daar gaan de wanden nog verder kromtrekken en je kunt ook rekenen op scheuren als ze zijn gedroogd.”
Kwaliteitsbewaking
Wat de situatie extra verbijsterend maakte was dat De Hek de bouwplaats al eerder had bezocht en toen al had gewaarschuwd voor de gevolgen van de vochtige omstandigheden. Dat was destijds in het kader van een kwaliteitsbewaking. Voor die dienst neemt een technisch adviseur van TBA in de loop van een bouwproject diverse keren een kijkje op de bouwplaats. Hij beoordeelt dan of de werkzaamheden zo worden uitgevoerd dat er een optimaal technisch eindresultaat kan worden behaald. De onafhankelijke specialisten van TBA letten dan vooral op de klimatologische omstandigheden, de toepassing van juiste materialen en de correcte uitvoering van de werkzaamheden.
Richtlijn in de wind geslagen
De Hek had het werk voor zo’n kwaliteitsbewaking bezocht, voor de controle van de montage van de gipsplaatwanden en -plafonds. Op de producten die het afbouwbedrijf gebruikte en de verwerkingsmethode die het hanteerde was niets aan te merken, maar voor De Hek was het wel duidelijk dat het afgesproken kwaliteitsniveau toch niet gehaald zou worden. De omstandigheden op de bouwplaats waren namelijk ver beneden het vereiste niveau. “Een gebouw moet wind- en waterdicht zijn maar hier was dat voor het overgrote deel van het gebouw niet het geval; er lagen zelfs plassen water op de vloer. De luchtvochtigheid kwam niet onder de 85% terwijl dat tijdens de montage van gipsplaten tussen de 40 en de 80% moet liggen en bij het voegen zelfs tussen de 40 en de 65%. Er werd niet gestookt in het gebouw terwijl dat gezien de hoge luchtvochtigheid wel noodzakelijk was.”
Hardleers
De effecten van de vochtige situatie waren goed te zien. Er zat schimmel op de wanden en de wanden waren door het vocht aan het kromtrekken. “Na droging is de kans zeer groot dat deze wanden of plafonds gaan scheuren omdat de bouw in het geheel niet wordt geconditioneerd”, stelde de technisch adviseur van het TBA. Volgens hem valt dit de afbouwer niet te verwijten. “Het conditioneren van de bouw is de verantwoordelijkheid van de aannemer”, aldus De Hek. Zijn advies aan de afbouwer was dan ook om te stoppen met de droge afbouwwerkzaamheden tot de bouw vrij is van lekkages en er gestookt wordt en de klimatologische omstandigheden voldoen aan de geldende richtlijnen en verwerkingsvoorschriften. Veel had dat niet opgeleverd want bij de latere kwaliteitscontrole bleek er nog niets verbeterd. De Hek kan er met zijn pet niet bij.
“TBA heeft al flink wat jaren terug een richtlijn opgesteld met de verwerkingsvoorschriften voor het monteren van wanden en plafonds met gipskartonplaten en gipsvezelplaten” zegt de technisch adviseur. “Daar staan ook die klimatologische- en bouwplaatsomstandigheden in; dus waar een bouwplaats op dat vlak aan moet voldoen als er gipsplaatwanden en -plafonds gemonteerd moeten worden. Aannemers weten van deze voorschriften, afbouwers wijzen ze daar regelmatig op. Toch kom ik het keer op keer tegen dat ze niet worden opgevolgd. Onbegrijpelijk dat aannemers zo met hun werk en dat van anderen omgaan”, vindt De Hek.
Hier kunt u TBA-richtlijn 3.3 verwerkingsvoorschriften voor het monteren van wanden en plafonds met gipskartonplaten en gipsvezelplaten met daarin de richtlijnen voor klimatologische- en bouwplaatsomstandigheden gratis downloaden.
Meer weten over kwaliteitsbewaking, technische adviezen en andere diensten van Technisch Bureau Afbouw? Kijk op www.tbafbouw.nl/diensten
Voor het opgemaakte artikel met alle foto’s kunt u Mebest 2020-1 bekijken.