Regelmatig krijgt Technisch Bureau Afbouw (TBA) als onpartijdige partij het verzoek om de oorzaak van schadegevallen vast te stellen en te kijken of herstel mogelijk is en hoe dat dan zou moeten gebeuren. Technisch adviseur Hermen de Hek voerde zo’n schadediagnose uit in een woning waar scheurtjes in het stucwerk van het plafond waren ontstaan.

Tekst: Klokhuys tekst en foto
Fotografie: Hermen de Hek, Eric van Nieuwland

Verlaagd plafond met stucplaten

Om van de v-naden van de betonnen platen van de verdiepingsvloer af te zijn, was in de woonkamer een verlaagd plafond aangebracht. Dat was gemaakt met een regelwerk van houten rachels die tegen het beton waren geschroefd, hart op hart 400 mm. Een klein deel van het regelwerk was tegen een houten balkenlaag gemonteerd, in de uitbouw van de woning. Op het regelwerk waren stucplaten van 2000 x 400 mm bevestigd, met drie schroeven op de brede zijde. De platen waren met de kopse naden stijf tegen elkaar geplaatst, de langsnaden waren 5 tot 8 mm opengelaten. De stukadoor, die de platen niet zelf had aangebracht, heeft gaasband op de naden aangebracht en het plafond in één laag afgewerkt, een pleisterlaag van 3 tot 5 mm dikte. Nog voordat het plafond geschilderd werd, kwamen er bij de langsnaden scheuren in het stucwerk en ontstond er een golving in het plafond.
Technisch adviseur De Hek maakte op één plaats bij een scheur de voeg open. Zo kon hij zien dat gaasband op de open naad tussen de stucplaten was aangebracht en dat daar een 3 mm dikke pleisterlaag op was aangebracht. Ook was duidelijk te zien dat het plafondoppervlak tussen de naden was opgebold.

Meerdere uitvoeringsfouten

Aan de hand van zijn onderzoek concludeerde de Hek dat de stucplaten met te weinig schroeven waren gemonteerd. “De schroeven mogen niet meer dan 100 mm van elkaar vandaan zitten. Bij stucplaten van 400 mm breed, zoals hier zijn gebruikt, zouden dus minimaal vijf schroeven over de breedte van de plaat moeten zitten, op elke rachel. Nu zijn er maar drie in plaats van vijf gebruikt. Daardoor zijn de stucplaten, nadat ze nat zijn geworden door het pleisteren gaan uitzakken. Dat heeft de bollingen in het plafond veroorzaakt.”
Een tweede fout is dat de openstaande langsnaden met gaasband zijn dichtgezet. “Het is juist de bedoeling dat ze open blijven zodat de natte gips door de naad wordt gedrukt. Je krijgt dan boven de stucplaten een lange ril gips die, als hij hard is geworden, het plafond stijf en sterk maakt.”
Ten slotte was ook nog de laagdikte van het pleisterwerk onvoldoende; die had 8 tot 10 mm dik moeten zijn in plaats van 3 tot 5. “In combinatie met de twee andere fouten kan er met zo’n dunne laag pleisterwerk nooit een sterke verbinding op de langsnaden ontstaan. Ontstaat er spanning door bijvoorbeeld drogingskrimp, dan krijg je scheuren op de zwakke plekken. Dat waren hier dus de plaatnaden. En dan alleen de langsnaden omdat de kopse naden door de rachels zijn ondersteund.”

Hersteladvies

Gelukkig was de schade niet onherstelbaar. De Hek gaf aan hoe een en ander gerepareerd kon worden. “In de eerste plaats zal het plafond moeten worden bijgeschroefd. Verder zullen de langsnaden over de gehele lengte van de stucplaten opengemaakt moeten worden, tot ín de naad tussen de stucplaten. Deze ondergrond moet dan geprimerd worden om de zuiging te beperken. Dan moeten de naden met gips worden gevuld zoals staat beschreven in TBA-richtlijn 1.1; in een paddenstoelvorm dus. Overigens kan daar in plaats van gips ook wel een vezelversterkte voegenvuller voor worden gebruikt.” Mocht dat nodig zijn om een vlak oppervlak te krijgen, dan moet volgens de technisch adviseur het gehele plafond worden voorgestreken en overgepleisterd. Het plafond kan dan opnieuw worden geschilderd. “Een optie is om het totale oppervlak te behangen met een vliesbehang dat daarna geschilderd kan worden. Voordeel van zo’n vliesbehang is dat dat het oppervlak versterkt. Dat beperkt de kans dat er in de toekomst toch nog scheuren ontstaan.”

Volg de richtlijn

De Hek merkt dat het regelmatig voorkomt dat er scheuren in pleisterwerk op stucplatenplafonds ontstaan. Niet zelden komt dat doordat het regelwerk niet goed is gemonteerd, de platen niet goed zijn aangebracht of het stucwerk niet goed is uitgevoerd. Hij verwijst nadrukkelijk naar de TBA-richtlijn 1.1 Gipsgebonden plafondstucwerk op stijve pleister-draagconstructies, bestaande uit houten of metalen regelwerk met stucplaten uit november 2017. “Daarin staat duidelijk aangegeven hoe elk van deze onderdelen moet worden uitgevoerd”, zegt de technisch adviseur.
TBA-richtlijn 1.1 Gipsgebonden plafondstucwerk op stijve pleister-draagconstructies, bestaande uit houten of metalen regelwerk met stucplaten is te downloaden vanaf deze website.

Meer weten over schadediagnoses, technische adviezen en andere diensten van Technisch Bureau Afbouw? Kijk op www.tbafbouw.nl/diensten

Voor het opgemaakte artikel met alle foto’s kunt u Mebest 2020-3 bekijken.

Download de gratis Mebest-app