Gereformeerd Vrijgemaakte Kerk De Levensbron in Nijkerk beleefde afgelopen najaar een wereldprimeur. De nieuwe vloer van het kerkgebouw was de eerste ooit die met een elektrische dubbele vlindermachine op accu werd afgewerkt. En de vloer zelf was ook al behoorlijk vooruitstrevend.

Tekst: Klokhuys tekst en foto
Fotografie: Klokhuys tekst en foto, Eterno Minerals of the World

Logische keuzes

Door coronamaatregelen wordt het afgeraden om met meer dan dertig mensen tegelijk een kerkdienst bij te wonen. Dertig is maar een klein percentage van het aantal leden dat De Levensbron normaal gesproken verwelkomt bij de diensten. Erg vervelend voor de GVK-gemeente maar als God een deur sluit opent hij ergens anders een venster, luidt het gezegde. De beperkende maatregelen maakten het namelijk wel mogelijk om het kerkgebouw een broodnodige opknapbeurt te geven. De Levensbron is in de jaren tachtig van de vorige eeuw gebouwd. In de decennia daarna is het gebouw diverse keren opgefrist en uitgebreid. De laatste keer was in 2007, toen is ook een nieuwe vloer aangebracht; een siergrindvloer. Een logische keuze want de vloer wordt veel belopen en dit type vloerafwerking, dat je ook veel in autoshowrooms ziet, slijt niet snel. Evengoed was hij na een jaar of tien wel aan vervanging toe, vooral omdat er als gevolg van het uit- en aanbouwen diverse scheuren in waren gekomen. Bij de keuze voor een nieuwe vloer viel siergrind af, dat bleek toch minder goed en gemakkelijk schoon te houden dan gedacht. De keuze voor een nieuwe nette en goed te onderhouden vloer was snel gemaakt. Een van de kerkgangers van de Levensbron is namelijk Richard Hoogeveen die samen met zijn vader Cor vloerenbedrijf Eterno Minerals of the World runt. Het bedrijf levert onder meer monolitisch afgewerkte betonvloeren, en dat type vloer leek het kerkbestuur zeer geschikt. “Een monolietvloer is gemakkelijk te onderhouden; je hoeft niet ieder jaar de hele ruimte leeg te halen om een nieuwe coating aan te brengen”, zegt Richard Hoogeveen. “Daarnaast heb je niet snel last van krassen en heeft hij een moderne uitstraling die goed bij deze ruimte past.”

Afwijkende visie

Uiteraard waren er uitdagingen; bijvoorbeeld de beschikbare hoogte en de hoogte van het budget. Normaal gesproken is een monolithische betonvloer minstens 7 cm dik. Om dat in de zaal kwijt te kunnen, hadden de siergrindvloer én de ondervloer eruit gemoeten. Dat zou te kostbaar worden. Daarom is de keuze gemaakt de siergrindvloer alleen te schuren en te primeren omwille van de hechting en er een overlaging van slechts 20 mm dik op aan te brengen. Risico van zo’n dunne betonvloer is wel dat er scheuren in kunnen komen; er is immers geen ruimte voor wapening. Volgens Cor Hoogeveen ligt dat iets genuanceerder. “Een cementvloer scheurt vrijwel altijd, door krimp en droging en door werking in de constructie. Wapening voorkomt dat niet maar zorgt ervoor dat scheuren zo goed mogelijk worden verdeeld. Maar dat gaat hij dus pas doen als er een scheur in de vloer zit. Een gewapende vloer zonder scheuren had je dus eigenlijk niet hoeven wapenen”, stelt de betontechnoloog.
Aangezien de dikte er volgens hem dus niet toe doet, heeft Cor Hoogeveen veel onderzoek gedaan naar hoe je dunne betonvloeren maakt. Eterno Minerals of the World heeft er een mortel voor ontwikkeld en daar ook al flink wat dunne vloeren mee gemaakt. Nu dus ook voor De Levensbron. In plaats van wapening, waar immers geen ruimte voor is, zijn er kunststofvezels aan de mortel toegevoegd om spanning zoveel mogelijk te verdelen. Alle onderzoek en voorzorgsmaatregelen ten spijt bevat de nieuwe vloer toch scheuren. Hoogeveen ziet dat niet als een probleem. “Omdat in een cementvloer scheuren vrijwel niet te vermijden zijn , waarschuwen we opdrachtgevers daar altijd van tevoren voor. Dat hebben we hier dus ook gedaan. En we kunnen de scheuren eventueel netjes dicht zetten.”

Minder makkelijk maar wel mooier

Eterno Minerals of the World heeft de vloer niet zelf aangebracht, dat is door Betonwerken Nederland gedaan. “Het is wel anders werken, zo’n dunne laag”, zegt Johan van Veen van het bedrijf uit Kampen. “Je kunt bijvoorbeeld beter op tijd sturen met deze mortel.” Belangrijk is volgens hem wel dat de mortel goed is, niet te dik of te lobbig. “Dan krijg je al snel hobbels en dat is lastig vlak maken. In een dikke laag kun je dat makkelijk met een trilspaan doen maar met een laag van twintig millimeter gaat dat niet. Dan gebruik je een drijfrei en dat vraagt wel wat meer aandacht.” De drijfrei doet denken aan het leggen van een gietdekvloer, maar anders dan anhydriet of vloeibare cement is de betonmortel niet zelfnivellerend. “Hij is wel zelfverdichtend”, zegt Cor Hoogeveen, “en dat is redelijk revolutionair.” Absoluut revolutionair is hoe de vloer vervolgens monoliet is afgewerkt.

Levensgevaarlijk werk

Monolieten is in feite mechanisch spanen. Je maakt de vloer er niet vlak mee maar wel mooi glad en strak. En je smeert de krimpscheurtjes dicht die ontstaan doordat de vloer in de verhardingsfase veel vocht verliest. Voor oppervlakken zoals de 320 m2 grote vloer in de Levensbron worden voor het monolieten zit-vlindermachines ingezet. Die hebben aan twee zijden spaanbladen van zo’n 75 centimeter zodat ze een behoorlijk oppervlak bestrijken. De machines hebben alleen wel een verbrandingsmotor, ze lopen op benzine. Dat is niet alleen ongezond, maar zelfs gevaarlijk legt Cor Hoogeveen uit. “Een verbrandingsmotor geeft koolmonoxide af. In een afgesloten ruimte houd je dat misschien een uur vol, dan moet je echt naar buiten. Doe je dat niet, dan krijg je koolmonoxidevergiftiging. Daar word je ziek van, kun je bewusteloos van raken en zelfs aan overlijden.”
Bij Betonwerken Nederland kennen ze het gevaar van de reukloze sluipmoordenaar. “We hebben wel meegemaakt dat een werknemer die met zo’n machine aan het vlinderen was, koolmonoxidevergiftiging opliep en in het ziekenhuis wakker werd”, zegt Van Veen. Ventileren kan zulke ellende voorkomen. Volgens de Arbowet is het zelfs verplicht, maar dat wil niet zeggen dat het altijd gebeurt. “Verbrandingsmotoren worden gedoogd”, aldus de man van het vloerenbedrijf uit Kampen. “In sommige ruimtes zoals koelcellen heb je onvoldoende mogelijkheden om ramen en deuren open te zetten. Mechanische afzuiging kan ook niet altijd. Je hebt daar sowieso gespecialiseerde bedrijven voor nodig en dat brengt extra kosten met zich mee. Niet iedereen is bereid die te betalen.” Belangrijke reden om niet te ventileren is ook dat de tocht en luchtstromingen die dat met zich kan meebrengen, de natuurlijke vijand van elke vers gestorte betonvloer zijn. Het zorgt dat water zó snel verdampt dat het niet kan hydrateren met de cement waardoor de toplaag poreus wordt. Ook krimpscheuren (craquelé) zijn een onvermijdelijk gevolg bij tocht.

Uitdagende puzzel

De meest logische oplossing is vlinderen zonder uitlaatgassen; dan is ventileren niet nodig. Er zijn elektrische vlindermachines maar die zijn volgens Eterno Minerals of the World en Betonwerken Nederland niet echt een werkbaar alternatief. “Dat zijn handmachines met een snoer; daar kun je geen grote oppervlakken mee doen”, licht Cor Hoogeveen toe. “Daarnaast is het riskant, even niet opletten en je snijdt met je machine het snoer door.” Sinds begin 2020 werken de twee bedrijven samen met Gerrit Bisschop van Bonum BV aan de ontwikkeling van elektrische vlindermachines met een accu. Met succes, want Betonwerken Nederland zet vanaf september accu-handmachines in en dat blijkt ideaal. Voor kleinere vloeren tenminste want bij grote oppervlakken steken de bekende beperkingen van kleinere machines de kop op. Het monolieten moet immers wel binnen een bepaalde tijd gedaan zijn, anders is de vloer te droog. En met de kleine apparaten gaat het simpelweg niet snel genoeg. “Je zou met meerdere handapparaten kunnen werken maar dan moet je er ook meer mensen opzetten en dan wordt het een dure grap”, zegt Van Veen. “Daarom zijn we gaan kijken of we ook een accu-variant van de zitmachine met dubbele spanen konden maken.” Moeilijkheid bij de ontwikkeling van dat apparaat bleek onder meer het gewicht. Om een vloer goed te kunnen monolieten mag het apparaat niet meer wegen dan een traditionele vlindermachine. Alleen al een elektromotor is echter flink zwaarder dan een verbrandingsmotor en dan komt daar nog eens de accu bij.

Vuurdoop en wereldprimeur inéén

Het was even puzzelen maar uiteindelijk lukte het om een machine te maken met het juiste gewicht en een accu die krachtig genoeg is om het benodigde toerental te leveren en voldoende bedrijfsduur heeft. Tijd om de dubbele 75 te testen was er niet echt, het unieke apparaat was pas klaar in de nacht voor de vloer in De Levensbron moest worden gemonoliet. De nieuwe accu-vlindermachine doorstond de lakmoesproef echter glansrijk, de vloer is er met succes volledig mee afgewerkt. Na het monolieten is de vloer afgedekt met een folie en curingvilt zodat hij niet te snel zou drogen. Na zeven dagen is hij gepolijst, eveneens met een elektrische machine met een accu. De vloer heeft daar een zijdeachtige glans door gekregen. Tenslotte is hij geïmpregneerd, anders kan vuil gemakkelijk in het oppervlak trekken.

Rust

Niet alleen voor de vloerenleggers was het een zegen dat er geen traditionele vlindermachine werd gebruikt. Anders dan zo’n apparaat met verbrandingsmotor maakt de dubbele accuvlinder namelijk geen lawaai, en dat was wel zo prettig voor de omwonenden van de kerk die middenin een woonwijk ligt. Zeker omdat de werkzaamheden tot middernacht duurden. Het werk was eerder klaar geweest als Betonwerken Nederland een ‘dubbele 125’ had kunnen inzetten maar het is nog niet gelukt om een elektrische uitvoering met accu van die grote machine te maken. De ontwikkelaars zijn echtere optimistisch. “Toen we met de eerste enkele accu-vlinder bezig waren hadden we ook niet gedacht dat we later een dubbele 75 zouden hebben en dat is toch ook gelukt!”

Voor het opgemaakte artikel met alle foto’s kunt u Mebest 2021-1 bekijken.

Download de gratis Mebest-app