Zeventig jaar lang heeft het imposante buitenhuis Reuversweerd bij Brummen leeggestaan. Toen in 2017 de deuren werden geopend voor een nieuwe toekomst, was de schade door oorlog en achterstallig onderhoud groot. Van het indrukwekkende stucwerk was echter genoeg overgebleven om het, net als de rest van het monument, in oude glorie te herstellen.

180 jaar oud is landhuis Reuversweerd dit jaar. F.C. Colenbrander II bouwde het in 1842 in het IJsseldal, op de overgang van de lage kronkelwaard naar het iets hoger gelegen rivierterras. Tegenwoordig ligt dat in de gemeente Brummen, buurtschap Cortenoever. Vooral de middenrisaliet en het balkon dat wordt gedragen door twee paren Toscaanse zuilen, maken de gevel een opvallende verschijning in het landschap.
De Tweede Wereldoorlog heeft een enorme impact op Reuversweerd gehad. Tijdens de bevrijding van Brummen in april 1945 kreeg het buitenhuis dat was gevorderd door de bezetter de volle laag; kogels en granaten van de geallieerden hebben een spoor van vernieling getrokken. Veel groter nog waren de gevolgen van de executie van de toenmalige eigenaar door Nederlandse SS’ers, pal voor de bevrijding; het buitenhuis heeft na de oorlog zeventig jaar leeg gestaan en dat is voor geen enkel gebouw goed.
Met een nieuwe eigenaar kreeg Reuversweerd in 2017 een nieuw perspectief; het Rijksmonument opent in 2024 de deuren als stiltecentrum, een huis voor gesprek en reflectie, met schoonheid, stilte en harmonie als kernwaarden. Daar is dan wel een jarenlange en ingrijpende restauratie aan vooraf gegaan om de heftige schades te herstellen. Bouwbedrijf Hoffman uit Beltrum is daar in 2018 mee begonnen.

Traditionele stucmortel

Vraagstuk bij veel restauraties is wat je als uitgangspunt aanhoudt. Bij Reuversweerd is voor de situatie van rond 1920 gekozen; een markant moment in de geschiedenis van het landhuis omdat het toen is uitgebreid en gemoderniseerd. Er kwam elektriciteit in, een personenlift, radio en centrale verwarming. Hypermodern dus, voor die tijd. Bouwbedrijf Hoffman heeft opdracht gegeven om diverse onderzoeken te laten uitvoeren naar de toenmalige bouwkundige staat van het huis. Er is onder meer kleuronderzoek gedaan en de stucmortels die voor de gevels zijn gebruikt, werden in laboratorium TCKI in Velp onder de loep genomen. Aan de hand daarvan heeft de Bouwbedrijf Hoffman een mortel samengesteld met bergzand uit Duitsland, hydraulische kalk, traskalk en wat cement. “Door de levensduurtest die er mee is gedaan, weten we dat het wel goed zit met deze mortel”, zegt uitvoerder Jos ten Brake. Dat vertrouwen is onder meer gebaseerd op de vorst- en dooitest waarbij de mortel is blootgesteld aan temperatuurwisselingen van -20 naar +20 graden. “Pas na negentig keer begon de mortel uit elkaar te vallen”, zegt Ten Brake trots over de zelfgemaakte traditionele mortel. “Sommige prefab mortels halen dat ook wel, maar alleen als ze door een goed afgestemd en dampopen verfsysteem worden beschermd.” En sausen is hier niet de bedoeling. De gevel heeft wel een okerkleur gekregen maar dat is gedaan door toevoeging van okerzand aan de mortel zelf, niet door een verflaag.

Iets meer dan repareren alleen

Aanvankelijk zou het bij de gevel om repareren gaan. Prima te doen met z’n tweeën, dachten Berry en Ruud Derksen van Stukadoorsbedrijf Gelderland. Maar het werd toch wat meer werk toen bleek dat in de jaren twintig bij het oude gedeelte van het landhuis de nieuwe mortel, waar cement in zat, over de originele cementloze schelpkalkmortel heen is gezet. “Dan heb je toch kans op hechtingsproblemen”, zegt Ten Brake. “Op sommige plekken zagen we dat de originele mortel helemaal verzand was.” Om die problemen te voorkomen is de gehele gevel tot op de baksteen kaal gemaakt. Zelfs de voegen zijn deels uitgekrabd zodat ook daar geen spoortje meer van de oude mortel te vinden was. Toen pas waren de gevels klaar om helemaal opnieuw te worden gestukadoord. De opdrachtgever wilde wel dat er geen steigerslagen te zien zouden zijn. Ook al was de gevel met lijsten en kolommen opgedeeld in allerlei verschillende vlakken, het was toch een beetje teveel van het goede voor een tweemansbedrijf. Vader en zoon Derksen riepen de hulp in van Eric Derksen van Derksen stukadoors en van stukadoorsbedrijf Maikel van Dinther, toen nog bezig met de opleiding meester restauratiestukadoor maar inmiddels afgestudeerd en een kersvers Stucgildelid.

Geweldige leerschool

In 2019 zijn alle gevels gedaan, en ook de schoorstenen op het dak. In de winter gingen de stukadoors naar binnen, daar viel ook wel wat te doen. Als Mebest in 2022 langskomt zijn de stukadoors nóg bezig. Zeker het oude deel van het landhuis bevat flink wat behoorlijk indrukwekkende stucreliëfs, ornamenten en lijsten. Veel ervan was er behoorlijk slecht aan toe, van sommige geornamenteerde plafonds was zelfs niet veel meer over. “We hebben Jaap Poortvliet gevraagd om ons te helpen”, zegt Ruud Derksen. “Vooral het reconstrueren en opnieuw ontwerpen van plafonds is iets waar hij heel goed in is. En ook voor het herstellen van de stucreliëfs konden we zijn vakkennis en vakmanschap goed gebruiken. Hij kon dat mooi overbrengen op een jongere generatie stukadoors als mijn zoon Berry en Maikel van Dinther die ons ook bij het binnenwerk helpt.” Van Dinther is erg blij dat hij bij dit project betrokken is geraakt. “Ik heb nu ruim 15 jaar mijn eigen bedrijf en werkte tot dusver vooral voor particulieren. Dat is meestal standaard vlak stukadoorswerk, maar ik doe ook decoratief stukwerk. Ik had ook al de nodige ervaring met restauratie klussen. Deze tak van sport vond ik zo interessant dat ik besloot de opleiding tot meester restauratiestukadoor te gaan volgen. Daar heb ik onder meer geleerd om met kalk en gips te boetseren en dat ging me best goed af. Hier doe ik alle restauratiewerkzaamheden, van ornamenten schoonmaken tot boetseren. Omdat er hier, op Reuversweerd, erg veel werk te verzetten is en ik ook het boetseren dus veel doe, merk ik dat ik steeds behendiger en beter wordt. Want zeker qua omvang en variatie is dit project wel écht next level.”

Honderden blaadjes

Elke kamer in het landhuis heeft zijn specifieke plafonddecoraties en elk onderdeel ervan hebben de stukadoors onder handen genomen. Zo zijn er bijvoorbeeld verschillende grote middenornamenten met uitbundige florale versieringen, omringd door bladerkransen. Ruud en Berry Derksen en Maikel van Dinther hebben elk blaadje, bloempje en trosje in zijn handen gehad. “We hebben ze allemaal van het plafond gehaald en op de werkbank schoongemaakt. Verdwenen stukjes hebben we bijgeboetseerd. En door mallen en afgietsels te maken hebben we ontbrekende bladeren terug kunnen plaatsen.” Een titanenklus want verspreid over de verschillende kamers zijn de plafonds in Reuversweerd met honderden blaadjes opgesierd. En hoewel veel blaadjes destijds al prefab waren gemaakt, is de verscheidenheid aan loof in Reuversweerd enorm. Daar komt nog bij dat de stukadoors niet met chemische middelen mochten werken. “En stoom had geen effect; daarvoor was de oude kalk teveel versteend”, zegt Derksen. “We hebben hier dus alles met mesjes afgekrabd.”
Koof- en perklijsten werden ook schoongemaakt en gerepareerd. Daarvan waren hier en daar hele stukken verdwenen. Omdat ze in elke kamer net even een ander profiel hebben, moesten er aardig wat verschillende mallen worden gemaakt om de ontbrekende delen opnieuw te kunnen trekken.
In een enkele kamer verving stukadoorsbedrijf Gelderland ook nog het plafondveld tussen de kooflijsten. “Het riet was daar erg slecht, daar hebben we stucanet voor in de plaats gezet”, aldus Derksen.

Wederopbouw op de wand

Op de begane grond springt één ruimte eruit qua decoraties; de hal, direct achter de voorname entree. Op de overgangen van wand naar plafond zie je hier geen strakke geprofileerde kooflijsten maar grote acanthusbladeren. Er is wel weer een middenornament met heel veel blad maar wat hier vooral in het oog springt zijn de wandpanelen met panorama’s van de omgeving. ‘Zicht op Zutphen’ bijvoorbeeld. Helaas was het prachtige stucreliëf zwaar beschadigd, tijdens de beschieting in 1945 is er een granaat dwars doorheen gegaan. Een aantal gebouwen waaronder een van de kerktorens is weggevaagd, en ook een paardje was uit het landschap verdwenen. Jaap Poortvliet heeft het paneel hersteld. “In de keuken vond ik een tegel met een afbeelding van paard en wagen. De kans is groot dat dat precies hetzelfde beeld is als op het paneel, dus dat paardje heb ik als voorbeeld gebruikt om een nieuwe te boetseren.” Ook de ‘skyline’ van het oude Zutphen heeft hij nieuw geboetseerd.
Terwijl je aan het gerestaureerde wandpaneel ‘Zicht op Zutphen’ niet kunt zien dat er een nieuw paardje voor de wagen is gespannen, valt de wederopbouw van de stad wel goed op. Het is een bewuste keuze geweest om de vorm van het granaatgat te accentueren. Alle schade herstellen zodat er niets meer van te zien is, was een mogelijkheid geweest maar de impact die de Tweede Wereldoorlog op het landhuis heeft gehad, maakt wel een wezenlijk deel van de geschiedenis van Reuversweerd uit. Daarom hebben de opdrachtgever en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed een paar plekken in het monument aangewezen waar dat stuk historie zichtbaar blijft.

Omvangrijke puzzel

In het deel dat honderd jaar geleden is aangebouwd, is het verschil met de ‘oudbouw’ goed te zien. Hier geen weelderige stukdecoraties maar strakke plafonds met hooguit sobere holle kooflijsten en platte plinten. Geluk bij een ongeluk dat juist die plafonds het meest te lijden hebben gehad van de beschietingen. De stukadoors hebben ze grotendeels opnieuw moeten maken.
Ook op de verdieping zijn in de meeste ruimtes de decoraties wat minder prominent. Een uitzondering is het trappenhuis. Daar troffen de stukadoors een enkel hoekstuk en wat schamele restanten van een reusachtig en rijk versierd middenornament aan op het plafond. Aan de hand van die stukjes heeft Poortvliet het ornament gemaakt. “Er was een stuk van een cirkel, die kun je dan compleet maken”, legt hij uit. “En uit bestaande onderdelen van de ene kant van het ornament kun je wel afleiden hoe de andere kant eruit gezien moet hebben.” Het gereconstrueerde kunststuk is 1 meter breed en ruim 3,5 meter lang. Het bestaat uit negen delen die op een onderplaat worden bevestigd om in het plafond geplaatst te kunnen worden.

Klassiek en modern in één plafond

Voor één kamer waar helemaal geen stucdecoraties inzaten, kreeg Poortvliet het verzoek om een heel nieuw plafond te ontwerpen en maken. “Dat was interessant. Vaak zie je in de vier hoekstukken dat ze de seizoenen uitbeelden of dat ze persoonlijke dingen van de opdrachtgever bevatten, uitbeeldingen van werk of liefhebberijen bijvoorbeeld. Ik heb het er met de opdrachtgever over gehad wat voor dingen hij erin wilde. Het idee is om iets te doen met de beroepen van zijn vier kinderen.” Uiteraard bevat het ontwerp naast die eigentijdse onderdelen ook klassieke elementen. Daarvoor heeft de inmiddels 78-jarige meesterstukadoor zich laten inspireren door het stucwerk in het Schiedamse huis Nolet, die decoraties stammen uit dezelfde tijd als Reuversweerd. Zo heeft hij rondom de hoekstukken forse bladerguirlandes bedacht. In die kransen liggen de blaadjes dicht op en over elkaar. Naarmate ze overgaan in de perklijst, komen ze verder uit elkaar te liggen, wordt het een snoer met blaadjes. Een deel van het ontwerp heeft Poortvliet al geboetseerd en gegoten, en uitgestald op een tafel op de bouwplaats. “Voor veel mensen is het moeilijk om aan de hand van een tekening een goed beeld te krijgen van hoe het eruit ziet als het op het plafond zit”, legt hij uit. “Een tekening is zwart op wit én op schaal, dat kan heel druk overkomen. In het echt is het veel groter, is het wit op wit en zorgen licht en schaduw voor een veel rustiger beeld. Daarom is het handig om wat voorbeeldstukken te maken.” Mocht het ontwerp zo uitgevoerd worden, dan is er straks nóg een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van Reuversweerd te zien in het stucwerk.

=====

Tekst en fotografie: Klokhuys tekst en foto

Download de gratis Mebest-app