Regelmatig krijgt Technisch Bureau Afbouw (TBA) als onpartijdige partij het verzoek om de oorzaak van een schade te achterhalen. Zo werd technisch adviseur Ed van der Plas door een rechtsbijstandsbedrijf gevraagd of hij in verband met een geschil tussen bewoner en aannemer kon achterhalen waar de pittige schades in het gevelstucwerk door zijn ontstaan.

De woning in kwestie is een vrijstaand pand. De gevels bestaan uit een geïsoleerde spouwmuurconstructie met een buitenblad van rood baksteenmetselwerk. Ook zijn er geveldelen
gemaakt met beplatingsmateriaal op een houtskeletbouw constructie. De gevels zijn gestukadoord. Dat werk hebben de bewoners niet door de aannemer laten uitvoeren die de woning bouwde, maar door een stukadoor die ze zelf hebben uitgezocht. Aan het gevelpleisterwerk is veel schade ontstaan. De bewoners wijten dat vooral aan een lekkage vanaf het dak. Ook komt het volgens hen doordat de beplating die als ondergrond voor het stucsysteem dient, niet goed is aangebracht. Volgens de bewoners ligt de schuld bij de aannemer en omdat die dat anders ziet, hebben ze hun rechtsbijstandsverzekeraar ingeschakeld. Dat bedrijf heeft TBA om een schadeonderzoek gevraagd. Technisch adviseur Ed van der Plas, gespecialiseerd in stucwerk, nam de woning onder de loep.

Foutenfestival

Bij zijn bezoek aan de woning trof Van der Plas flink beschadigd gevelstucwerk aan. “Er zaten onder meer scheuren in de afwerking, er waren hoekbeschermingsprofielen losgekomen en op sommige plekken was het stucwerk onthecht van de beplating en zelfs helemaal naar beneden gekomen.” De technisch adviseur zag dat de onthechting soms inwendig in de 1 tot 5 mm dikke stuclagen had plaatsgevonden en dat soms het stucwerk ‘schoon’ was losgekomen van het plaatoppervlak.
De meeste scheuren zaten op de plek van de naden tussen de pleisterdragerplaten. “Ik kon de plaatnaden zien, ze waren 1 mm en groter. Op lang niet alle naden zat een strookje fijnmazig wapeningsweefsel in het stucwerk.” Er waren ook scheuren op andere plekken. Ze varieerden in wijdte van 0,1 tot 0,5 mm. Door een aantal van die scheuren heeft regenwater in de achterliggende stuc- en pleisterdraagconstructie kunnen binnendringen, constateerde de technisch adviseur. “Ook door lekkage vanaf de goot is er vocht in de pleisterdraagconstructie gekomen, onder meer via naden tussen de zinken daktrimmen. De daktrimmen hadden overigens een minimaal overstek van 5 tot 15 mm t.o.v. het stucoppervlak.”
Een vochtmeting leverde op dat op de plekken van die lekkages de gevelafwerking een verhoogd tot sterk verhoogd vochtgehalte had; 80 tot meer dan 100 digits, wat gelijkstaat aan + 5,5 tot meer dan 6,5 gewichtsprocent vocht.
Fouten in het stucwerk zelf waren, naast het ontbreken van (voldoende) wapening op de plaatnaden en aan het geveloppervlak, niet goed verlijmde hoekbeschermingsprofielen en de toepassing van dunpleisterprofielen waardoor het stucsysteem onvoldoende dikte en dekking heeft.

Schuldvraag

De vraag van de rechtsbijstandsverzekeraar was uiteraard ook aan wie de geconstateerde schades en gebreken zijn toe te rekenen. De conclusie van Van der Plas was dat de lekkages die voor de vochtproblemen en de schade hebben gezorgd, zijn toe te rekenen aan de aannemer. De problemen zijn immers veroorzaakt doordat de daktrimmen onvoldoende overstek hebben en doordat er aan de onderzijde van die daktrimmen naden zitten tussen het gevelstucwerk en de daktrimmen zelf. Ook is er een openstaande naad in een van de dakgoten.
Bij het aanbrengen van de beplating had de aannemer niet overal op de juiste hart op hartafstanden (25 tot 30 cm) geschroefd, soms zijn de afstanden groter dan 30 cm. Daarnaast is een deel van de schroeven vrij diep in het plaatoppervlak gedreven. “Gevolg hiervan is dat er deformatie van de beplating kan plaatsvinden en dat de schroeven voor onvoldoende verankering en stabiliteit in het plaatoppervlak zorgen”, aldus Van der Plas. De technisch adviseur van TBA had ook gezien dat bij uitwendige gevelhoeken de platen niet uit één stuk bestaan of niet strak op elkaar aansluiten en in verticale richting aansluitnaden bevatten. “Dit soort aansluitnaden zijn verzwakkingen in de totale stabiliteit van de pleisterdrager. Dat kan voor versterkte scheurvorming in het stucwerk zorgen. Dit zijn ook gebreken die aan de aannemer zijn toe te rekenen.”

Verwerkingsadviezen genegeerd

Dan waren er nog de gebreken aan het stukadoorswerk op de gevels. Van der Plas somt op: “Onvoldoende aanhechting ter plaatse van de hoekbeschermingsprofielen. Onvoldoende laagdikte en gebrekkige opbouw van het pleistersysteem. Niet of onvoldoende toepassen van wapeningslagen op de plaatnaden en over het geveloppervlak. Geen stucstopprofielen toepassen en dunpleisterprofielen in plaats van hoekbeschermingsprofielen toepassen. Dat zijn allemaal zaken die volledig voor verantwoording komen van het betrokken stukadoorsbedrijf.”
Volgens de technisch adviseur van TBA hadden deze fouten gemakkelijk voorkomen kunnen worden. “Dit type gevelafwerkingen moet altijd volledig volgens de technische verwerkingsadviezen van de desbetreffende leverancier worden uitgevoerd. Dat is hier duidelijk niet gedaan.”

Dure grap

Van der Plas gaf ook nog uitgebreid advies voor het herstel van de schade, en een kostenraming. Herstel van het stukadoorswerk, inclusief onder meer het plaatsen van een steiger, het verwijderen van de bestaande stucafwerking en he t aanbrengen van een nieuw gevelstucsysteem inclusief afwerking gaat volgens hem ruim € 50.000,00 inclusief btw kosten.
De kosten van het herstel van het zinkwerk en de ondergrondconstructie kon hij niet inschatten. “Dat moet door een ander partij worden bepaald.”

=====

Tekst: Klokhuys tekst en foto
Fotografie: Ed van der Plas

Download de gratis Mebest-app