Een vrolijke zomer voor de gemeente Leiden; in juli is het stadhuis weer volledig in gebruik genomen na een verbouwing annex restauratie van zo’n twee jaar. Onze favorieten van de ingreep: het terrazzowerk en de naadloze akoestische plafonds. En uiteraard het steeds weer terugkerende groefje.
Nog geen honderd jaar geleden is het dat het stadhuis aan de Breestraat in Leiden door brand grotendeels in de as werd gelegd. Architect C.J. Blaauw ontwierp een nieuw stadhuis, in 1932. Hij liet de renaissancegevel uit 1600 intact, die werd herbouwd met het zandsteen dat de brand had overleefd. Achter die indrukwekkende façade is vooral veel beton gebruikt, want een nieuwe brand wilde Leiden niet. Rond 2000 is het stadhuis ingrijpend verbouwd. Zo werd onder meer de binnentuin overkapt, in dat atrium kwamen de publieksbalies. Zo’n 20 jaar later was het tijd voor de volgende ingreep. Een forse, want het stadhuis moest worden verduurzaamd en gemoderniseerd en worden aangepast aan de nieuwe manier van werken. Aan de hand van het ontwerp van Office Winhov en Studio Linse (voor het interieur) zijn door bouwbedrijf Du Prie bouw en ontwikkeling veel van de kenmerkende elementen van het ontwerp van architect Blaauw teruggebracht. Zo is bijvoorbeeld het atrium weer binnentuin geworden.
2000 meter messing
Niet alles ziet er weer net zo uit als negentig jaar geleden. Nieuw bijvoorbeeld zijn de terrazzo vloeren op de begane grond en de eerste twee etages. Ze voegen zich evenwel naadloos bij het monumentale gebouw, onder meer doordat er goed is gekeken naar de kleuren en de patronen van de originele marmeren vloer die nog altijd op de tweede etage in het gebouw is te vinden. Het idee was zelfs om het (niet- oorspronkelijke) marmer dat uit het stadhuis werd verwijderd – voornamelijk van de kolommen – te gebruiken in de nieuwe terrazzo vloeren. Dat is een van de redenen waarom de firma Candido uit Amsterdam voor het werk werd gekozen. “We hebben apparatuur om zelf korrels te maken en te zeven”, legt eigenaar Leandro Candido uit. “Er kwam alleen te weinig materiaal uit het gebouw voor de 800 m2 vloer die we moesten maken.” Het patroon is ook enigszins anders geworden dan oorspronkelijk de bedoeling was. “In de marmervloer zit nog een witte bies. Die hebben we uiteindelijk niet in onze vloeren gemaakt.” De vloer bevat wel een enorme hoeveelheid messing strips. Met 15x15x5 mm hebben de hoekprofielen geen standaard maat, er moesten aparte matrijzen voor worden gemaakt. “Voor 10 meter doen ze dat niet maar het ging om 2 kilometer en dan wordt het een ander verhaal”, zegt Candido.
Strakke lijnen
Bij het aanbrengen van de strips kreeg het terrazzobedrijf hulp van aannemer Du Prie. “We hebben alle ruimtes digitaal ingemeten en op de computer ingetekend waar de strips moesten komen”, zegt projectleider Fred van der Hoorn van het Leidse bouwbedrijf. “Vervolgens hebben we alles afgetekend op de ondervloer waarna Candido de strips heeft gemonteerd.” De samenwerking was deels ingegeven door de tijdsdruk maar ook omdat het uittrekken van de strips erg nauw luisterde. De strips moesten niet alleen exact met elkaar en de zwarte terrazzo kaders in lijn liggen, maar ook met de voegen in de gestukadoorde kolommen. De bouwer wilde dat precisiewerk liefst in eigen hand houden; zo zijn ook alle stucprofielen op de kolommen door Du Prie aangebracht.
Beperkte hoogte
De terrazzo vloeren bestaan uit lichte velden in een mengsel van Bianco Carrara en Giallo Siena met wit cement, en zwarte kaders van Nero Ebano, zwart gepigmenteerd cement en een bescheiden hoeveelheid Bianco Carrara. Omdat het zeker op de begane grond om behoorlijk grote vloervelden gaat, is de combinatie met de vele messing strips niet te druk. Onder de terrazzo vloer is het wél een gekrioel van leidingen voor elektra en vloerverwarming. Aangezien er na het verwijderen van de niet-monumentale vloer maar weinig hoogte overbleef voor het complete vloerpakket inclusief al die leidingen, werd Technisch Bureau Afbouw om een advies voor de opbouw gevraagd. Belangrijk onderdeel van dat advies was om de benodigde zandcement vloer te gieten in plaats van te smeren. Met een zandcement gietvloer kan een dikte van 10 mm namelijk al voldoende zijn voor de benodigde sterkte. Candido schakelde De Granietzuil uit Zaandam in voor dat werk.
Praktische oplossingen
Ook de plinten zijn uitgevoerd in terrazzo. Candido maakte ze met dezelfde menging als de donkere kaders, alleen zijn de plinten niet in het Leidse stadhuis gemaakt maar in de werkplaats van het terrazzobedrijf in Amsterdam. Het was geen gemakkelijk onderdeel, legt Candido uit. “Er zitten erg veel details in dit project. Zo moest er een paar centimeter onder de bovenkant van de plint een groefje komen. Dat is niet goed te doen met bekisting, daarom hebben we er voor gekozen om het erin te zagen.” Candido maakte grote platen van het donkere mengsel waar, na het schuren en polijsten van de plaat, vervolgens 7 of 8 plinten uit werden gezaagd. In die stroken werden dan vervolgens de groeven gezaagd. “Het is een kwestie van de twee zaagmachines één keer goed instellen en vervolgens van die instelling afblijven, dan hebben alle plinten dezelfde afmeting en zit de groef altijd overal op dezelfde hoogte.” Een nauwkeurige en efficiënte methode, maar niet zonder risico’s. “Als je terrazzo zaagt, heb je niet zo’n scherpe snede als bij veel andere materialen. Bij terrazzo kan er wel eens iets afbrokkelen of een korrel wegspringen. De kanten van de plinten waren wel goed bij te werken maar in de voeg zelf is zoiets niet goed te doen want daar kom je niet in met de schuurmachine. Maar het is goed gegaan; bij alle 300 meters plint die we hebben gemaakt.” Het plaatsen van de plinten gebeurde aan het eind van het project en toen zat er flink wat tijdsdruk op. Vandaar dat het terrazzobedrijf wederom hulp van Du Prie kreeg. “We kregen uitleg van Candido over hoe we dat precies moesten doen, waar we op moesten letten en vervolgens heeft een aantal van onze timmerlieden de plinten tegen de wanden gelijmd”, zegt projectleider Van der Hoorn.
Sterk staaltje staal
Nauwe samenwerking was er ook bij de nieuwe trap die achter in het stadhuis is gekomen. Om die überhaupt te kunnen plaatsen, maakte Du Prie het dak open en werden er openingen in alle zes de verdiepingsvloeren gemaakt. De trap bestaat uit zes gebogen delen van staal, de treden echter zijn van het lichtgekleurde terrazzo, in stalen bakken. Candido wilde de treden het liefst in het werk maken maar daar zag de aannemer niet veel in. “In zo’n project wil eigenlijk elke partij de laatste zijn, maar wij hadden liever niet dat er nog gestukadoord en geschilderd zou worden als de trap was geplaatst”, zegt Van der Hoorn. “En dat gold ook voor het terrazzowerk. We wilden niet het risico lopen dat er bij het schuren van de treden tegen het gepoedercoate staal aan zou worden gewerkt.” Du Prie liet de trappenbouwer van één trapdeel van elke trede een stalen mal maken. Die gebruikte Candido om in de werkplaats de treden voor de complete trap te storten. Ze zijn gemaakt met het wit-gele mengsel; alleen de onderste en de bovenste trede bevatten ook nog een donker deel.
Massieve balken van terrazzo
De vorm van de trap en de combinatie van staal en terrazzo maken er een absolute blikvanger van. Helemaal af wordt het door de donkere omkadering. Op elke verdieping heeft de toegang naar de trap namelijk een vloerdeel en een portaal van het donkere terrazzo. De portalen, die op diverse plekken elders in het gebouw ook zijn toegepast, zijn indrukwekkend. En dan zijn ze nog niet eens in hun geheel te zien. “Het lijkt alsof de balken 10 tot 15 centimeter hoog zijn maar in werkelijkheid zijn ze zo’n 30 tot 40 centimeter dik”, zegt Candido. “We hebben de bekisting zo gemaakt dat aan beide zijden van de balken een flink stuk van het terrazzo terug ligt. Dat zit nu achter het stucwerk.” Die forse omvang van de massieve terrazzo balken was nodig omdat de portalen een constructieve functie hebben. Candido heeft er dan ook het nodige staal in verwerkt.
Indrukwekkende akoestiek
De portalen en de vele vensterbanken van terrazzo zijn door het hele stadhuis te vinden. Wat vloeren betreft blijft het beperkt tot de begane grond, de eerste en de tweede etage. Op de tweede etage is het merendeels marmer wat de klok slaat, en niet alleen op de vloeren. Ook een groot aantal wanden is daar, van oudsher al, met stijlvol natuursteen bekleed. Het Leidse natuursteenbedrijf BamBam heeft daar het nodige restauratiewerk verricht. Hoger in het gebouw zijn het weer gestukadoorde wanden (werk van het Leidse stukadoorsbedrijf Monks) en zijn de vloeren voorzien van keramische tegels. Een enorme hoeveelheid harde materialen dus. Verrassend genoeg is er van hinderlijke nagalm geen sprake, de akoestiek in het gebouw is uitstekend. En dat terwijl de architect zoveel mogelijk het originele beeld van gestukadoorde plafonds heeft teruggebracht. “We hebben hier heel veel Baswaphon plafonds toegepast”, verklaart Van der Hoorn. De naadloze akoestische plafonds zijn nauwelijks te onderscheiden van stucwerk, al is de afwerking wel wat korreliger dan gepleisterd gips. De aannemer bracht zelf de metalstudframes en de gipsplaten aan waarop Muis Acoustics de Baswaphon platen verlijmde. “Zeker op de begane grond zit er zoveel techniek in de plafonds dat we de maatvoering het liefst zelf deden”, licht Van der Hoorn toe. Afwerken van de platen is wel gedaan door Muis Acoustics. Meerdere ruimtes, zoals het werkcafé, zijn voorzien van Baswaphon Cool, de klimaatvariant van het naadloze akoestische plafond. Voor de kantoorkamers is voor metalen geperforeerde plafondeilanden gekozen. De Inteco-klimaatplafonds zorgen in die ruimtes voor koeling, verwarming en een aangenaam akoestisch klimaat. De combinatie van oplossingen voor vloeren, wanden en plafonds maakt van het vernieuwde stadhuis Leiden een prachtige plek waar het ongetwijfeld heerlijk werken is.
=====
Tekst en fotografie: Klokhuys tekst en foto