De tijd dat alle vuilnis zonder nadenken op de grote hoop ging, ligt al lang achter ons. Steeds vaker worden uit afval, restmateriaal en bijproducten allerlei grondstoffen gehaald die prima bruikbaar zijn. Voor terrazzo bijvoorbeeld. In het nieuwe kantoor van B-CIS is zo’n circulaire terrazzovloer gelegd. En heel opmerkelijk; de secundaire materialen die vloerenbedrijf Eterno Minerals of the World erin verwerkte, komen uit het assortiment van de opdrachtgever zelf.
Het zijn niet alleen duurzaamheidsoverwegingen waardoor we steeds meer hergebruiken, het komt ook doordat primaire grondstoffen duurder worden en het daardoor simpelweg ook uit financieel oogpunt loont. En, niet onbelangrijk, er zijn steeds meer technieken die het mogelijk maken om bruikbare grondstoffen uit afval te winnen. Zelfs materiaal waar men denkt niets meer uit te kunnen halen, kan nog altijd worden hergebruikt. Wanneer dat namelijk in een Afvalenergiecentrale is verbrand, blijven er zogeheten AEC-bodemassen over. B-CIS maakt daar, in combinatie met andere minerale reststromen (zoals gebroken puin en thermisch gereinigde grond) en industriële rest- en bijproducten (bijvoorbeeld staalslakken), ‘Powerbase’ van. Dat is een cementgebonden funderingsmateriaal dat kan worden gebruikt voor bijvoorbeeld damwandvulling en fundering van wegen en gebouwen. Recent heeft B-CIS in Zaltbommel een nieuw bedrijfspand laten bouwen, en uiteraard is de fundering gemaakt met de eigen Powerbase. Maar B-CIS wilde daar nog een schepje bovenop doen. Ook de vloer van de entree moest met grondstoffen uit eigen verwerkingsstromen worden gemaakt. Alleen dan wel iets fraaier dan een fundering want qua esthetiek gooit dat niet de hoogste ogen, en het nieuwe pand is ook als visitekaartje bedoeld.
Staalslakken en meer
Via een relatie kwam B-CIS in contact met Eterno Minerals of the World, een vloerenbedrijf dat zich toelegt op cementgebonden minerale vloeren. Eterno heeft zich alweer een aantal jaren terug gestort op het maken van terrazzovloeren waarin sloopmateriaal als toeslagmateriaal wordt gebruikt. Onder meer in de Koninklijke Nederlandse Munt in Houten bracht het bedrijf zo’n duurzame circulaire terrazzovloer aan. Inmiddels weet Eterno behoorlijk goed welke materialen wel en niet aan zo’n terrazzovloer kunnen worden toegevoegd. In Zaltbommel was het echter ‘eten wat de pot schaft’; er moesten grondstoffen uit de eigen B-CIS-‘keuken’ in worden verwerkt. “Ik heb gezegd: geef me materialen waar je op dit moment mee bezig bent, waarvan je denkt dat het in beton bruikbaar is en waarvan je voldoende op voorraad hebt; dan ga ik kijken hoe ik daar een samenstelling van kan maken die werkt”, zegt Cor Hoogeveen van het vloerenbedrijf. Volgens hem is voor een goed product vooral de korrelopbouw belangrijk, dus er moest voldoende variatie in korrelgrootte zijn. Al te grof materiaal wilde hij niet, dat zou namelijk enorm veel extra schuur- en polijstwerk opleveren wat de prijs van de vloer aardig zou opdrijven. Verder keek hij naar de chemische samenstelling. “Je wilt niet dat er bestanddelen in zitten die het drogingsproces teveel beïnvloeden door dat teveel vertragen of te versnellen.” Verontreiniging is natuurlijk ook een ding, maar daar controleert B-CIS zelf al op in het eigen laboratorium.
Materialen
Van de negen materialen die de opdrachtgever aandroeg, bleven er aardig wat over. Eterno ging aan de slag met thermisch gereinigde grond, staalslakken in twee verschillende fracties, spoorgrind, gebroken puin en snijzand. Staalslakken had Eterno nog niet eerder in de circulaire terrazzo gebruikt, maar dat materiaal leverde eigenlijk geen verrassingen op. “Alle metaal is er door de hoogoven al uitgehaald dus kans dat het voor roest in je vloer zorgt, is nihil”, zegt Hoogeveen. Het lastigst vond hij het snijzand. Met 0-2 was dat het fijnste materiaal dat ertussen zat. ”Van heel fijn materiaal moet je niet te veel hebben in beton want dat vraagt heel veel water. Als bij het maken van de mix al veel water wordt geabsorbeerd, dan wordt de mix heel droog en moeilijk te verwerken. Daarnaast is bij cementgebonden producten de hoeveelheid water heel bepalend voor de kwaliteit. Teveel water in je mortel betekent een eindproduct met veel kans op porositeit en scheuren.”
Monsters
Naast het technische aspect speelde ook de esthetische component een belangrijke rol. Bij het uitkiezen van de materialen hadden zowel opdrachtgever als vloerenbedrijf daar nog niet naar gekeken; daar moesten monsters voor worden gemaakt. De verschillen in de proefstukken zaten vooral in de korrelgrootte en de onderlinge afstand tussen de korrels. “Hoe meer fijne delen je erin doet, hoe verder de korrels uit elkaar liggen”, legt Hoogeveen uit. “Doe je iets minder grove korrels en meer tussenmaten, dan komen de korrels dichter bij elkaar.” Ook kleur speelde een rol. Spoorgrind was daar wel een lastig onderdeel bij; dat heeft allerlei kleuren en er is eigenlijk geen peil op te trekken hoe het er na het schuren en polijsten uitziet. Snijzand is zo fijn dat je er niets van terugziet. Alleen als je wit cement gebruikt, zou dat door het snijzand wat roze kunnen worden. B-CIS wilde bij voorkeur een betonkleur en daar gebruik je een gewone cement zonder pigment voor. Omdat het daarmee toch net iets te licht naar de smaak van de opdrachtgever uitpakte, is er een snufje donker pigment toegevoegd. Vier monsters waren voldoende om de juiste samenstelling te vinden.
Ondervloer
“Misschien wel het belangrijkste aspect van de terrazzovloer is de ondervloer, die bepaalt voor een heel groot deel de kwaliteit van de toplaag”, zegt Hoogeveen. Bij voorkeur legt zijn bedrijf die ondervloer zelf, maar hier was daar al een andere partij voor benaderd. Dat bleek geen probleem, Eterno kon met de vloerenlegger bespreken waar de ondervloer aan moest voldoen. “Voor ons is het belangrijk dat er hoog in een ondervloer wapening zit. Verder doen we er ook altijd staal- of kunststofvezels in. Zo maak je die onderlaag zo krimparm mogelijk en zorg je ervoor dat de terrazzo toplaag wordt vastgehouden.” Voor alle zekerheid controleerde Eterno na het schuren van de ondervloer toch nog de huidtreksterkte ervan. “Die willen we minimaal 1,5 Newton per vierkante millimeter hebben. Dan hebben we de zekerheid dat, wanneer de terrazzo krimpspanning gaat opbouwen door het drogen, hij die spanning kwijt kan naar de ondergrond. Kan dat niet, dan is de kans groot dat je schades krijgt.”
In de lift
Naast de circa 70 m2 grote circulaire terrazzovloer in de entree, maakte Eterno dezelfde vloer ook in de lift. De terrazzolaag zelf is wel 20 mm dik, maar in de lift was onvoldoende hoogte voor een zelfde vloeropbouw als bij de entree. Een degelijke gewapende ondervloer kon daar dus niet terwijl er wel meer beweging in de vloer zit. Eterno heeft de terrazzovloer op hout gestort waar allemaal parkertjes in zijn gedraaid, voor de hechting. “Het is allemaal wat risicovoller dan de vloer bij de entree, maar vooralsnog houdt de liftvloer zich prima”, aldus Hoogeveen.
Aanrecht en tafel
Het vloerenbedrijf maakte met de bijzondere circulaire terrazzo-mix ook nog een tafelblad en een aanrechtblad. “Dat soort dingen doen we normaal gesproken niet zelf, maar voor dit project hebben we een uitzondering gemaakt. Het scheelde ook dat de opdrachtgever zelf voor de benodigde bekisting zorgde. We hoefden er alleen maar wapening in aan te brengen, het vol te storten, te schuren en te polijsten.” Met een lengte van zo’n 2,5 meter en een dikte van 5 centimeter is het massieve, 600 kilo zware tafelblad wel een kolos. Maar met het onderstel is goed rekening gehouden met dat enorme gewicht. Ook met de afwerking is daar over nagedacht. Het tafelblad is, net als het aanrechtblad en de vloer, gepolijst tot korrel 200. Geen hoogglans dus, want die sierlijkheid zou niet echt passen bij zulke stoere producten die van afvalstoffen zijn gemaakt. Evengoed is het wel fijn om de circulaire terrazzo netjes te houden. Daarom zijn alle oppervlakken geïmpregneerd zodat vuil er niet in kan trekken.
Blij met de vloer
Hoogeveen kijkt terug op een mooi project. “Het was erg leuk om te doen en het is natuurlijk fijn dat ze bij B-CIS heel enthousiast zijn over hoe het is geworden. Voor een bedrijf dat uit afval materiaal wint voor hergebruik, is het natuurlijk prachtig om aan klanten te kunnen laten zien wat voor moois je daar mee kunt maken.” Zo kijkt John Beekmans van B-CIS er inderdaad naar. “Deze vloer is gemaakt uit grondstoffen waar velen in de reguliere betonindustrie hun neus voor zouden ophalen. Maar hij staat voor ons DNA, voor wat we zijn en doen: recyclen dus.”
Mooie successen maar circulair bouwen heeft nog een lange weg te gaan
Hoewel het nieuwtje misschien wel af is van duurzaamheid, hergebruik, recycling en circulair bouwen, stuiten bedrijven die zich er mee bezig houden, nog regelmatig op allerlei belemmeringen. Denk aan regelgeving. “Nu mag bijvoorbeeld beton voor constructieve toepassingen slechts een beperkt percentage gerecyceld materiaal bevatten”, zegt Hoogeveen. “Als je écht circulair wilt bouwen, moet je er naartoe dat dat 100% is.” Prestaties van dat gerecycelde materiaal spelen daar natuurlijk een cruciale rol in, maar als die goed zijn dan zou er volgens hem eigenlijk geen reden zijn om de regels niet aan te passen. Het idee dat afval per definitie inferieur is, is echter hardnekkig. Volgens Hoogeveen moet de afvalverwerkende sector zélf ook anders naar de waarde van toeslagmaterialen gaan kijken. “Nu zien ze het toch vaak nog altijd als afval, en als iemand daar een tientje per ton voor wil neerleggen, dan is dat mooi. Maar als je er een goed bouwmateriaal van hebt gemaakt, dan mag het toch ook kosten wat een goed bouwmateriaal kost?” Daar moet ook nog wel wat voor gebeuren in de keten, denkt hij. “Voor 10 ton materiaal die ik kan gebruiken in circulair terrazzo, is misschien 100 ton sloopmateriaal nodig. De kosten om die 10 ton eruit te halen, staan niet in verhouding tot dat materiaal zelf. Om het rendabel te maken, moet die overige 90 ton óók kunnen worden verkocht voor hergebruik. Dat zijn dingen waar we als bouwketen naar toe moeten.”
=====
Tekst en fotografie: Klokhuys tekst en foto