De gezelligste stand van de beurs was zonder twijfel die van Het Neerlandsch Stucgilde. Hier ontmoette menige bezoeker de grote meester Jaap Poortvliet, een legende en inspiratie voor velen in het vak. Vol vuur deelde hij prachtige verhalen over zijn ervaringen en de geschiedenis van het gilde. Het overtuigt meer dan alle filmpjes en folders om nieuwe leerlingen aan te trekken.

Restauratie- en decoratiestucwerk vormt een uiterst belangrijk onderdeel van het behoud van ons culturele erfgoed. Het werk van de leden van het gilde gaat verder dan esthetiek; het draagt bij aan de duurzaamheid en integriteit van ­historische gebouwen. Het vak vereist een diepgaande ­kennis van zowel oude als nieuwe technieken en ­materialen, iets waar de gildeleden continu in ­blijven investeren.

Toekomst

In een tijd waarin veel ambachten verdwijnen, is het essentieel om de kennis en vaardigheden van restauratie- en decoratiestucwerk te behouden. Dit vakmanschap is niet alleen een brug naar het verleden, maar ook een investering voor de toekomst. De kwaliteit van het werk van Het Neerlandsch Stucgilde is zichtbaar in talloze gerestaureerde monumenten door het hele land, en de toewijding voor het vak garandeert dat deze kunstvorm niet verloren gaat.

Bijscholingen

Met een enorme grote stand had het gilde een apart deel ingericht voor jonge studenten die daar aan de slag waren. Hiervan ging een sterk wervende kracht uit en het benadrukte direct dat het stukadoorsvak niet alleen door ouderen wordt beoefend. Door middel van ­restauratieopleidingen en vakinhoudelijke bijscholingen zorgt het gilde voor een constante instroom van nieuwe meester-stukadoors. Dit biedt niet alleen een stabiele loopbaan, maar ook de kans om bij te dragen aan belangrijke ­restauratieprojecten en om samen te werken met architecten, monumentenzorg en andere ­relevante organisaties.

Jaap Poortvliet met het kunstwerk naar Frans voorbeeld

Jaap Poortvliet met het kunstwerk
naar Frans voorbeeld

Meesterproef

Vorig jaar maakte het Neerlandsch Stucgilde een reis naar Frankrijk. En hoe mooi kon het zijn, Jaap Poortvliet had tien jaar geleden al een lezing gegeven en een stuk in het boek STUC geschreven dat tijdens een congres in het tropen-­museum in Amsterdam werd gepresenteerd. Daar vertelde hij over de Tour de France. Over de ambachts­lieden die gekleed in lange ­jassen en hoge hoeden, en met kleurrijke ­sjerpen die aangaven uit welk gebied ze kwamen en welk ambacht ze beoefenden. Ze werkten in ­verschillende regio’s, leerden het vak en moesten na terugkomst in Nederland een meesterproef afleggen.

Eigen draai

Tijdens die trip werd ook een bezoek gebracht aan het Musée du Compagnonnage in Tours. Hier zijn meesterwerken van verschillende ambachten te zien, waaronder dat van een stukadoor uit circa 1850 met een ei bestaande uit ribben van gips. Geïnspireerd door dit werk, begon Jaap in zijn eigen atelier een reproductie te maken. Met succes overwon hij de technische uitdagingen en gaf een eigen draai aan het kunstwerk door een trap te ­creëren met nesten en kippetjes in gips, perfect voor het presenteren van chocolade-eitjes met Pasen.

Floreren

De voortgang van het nieuwe ei werd gedemonstreerd, al kwam er van werken niet veel, gezien de vele gesprekken waarin het belang van hun werk in de afbouw- en restauratiewereld op uiteen­lopende wijze naar voren kwam. Door de inzet voor vakmanschap en kwaliteit, en door het stimuleren van nieuwe generaties om dit prachtige ambacht te leren, verzekert het gilde dat de kunst van ­restauratie- en decoratiestucwerk blijft floreren. Het inspirerende verhaal van Jaap Poortvliet en de toewijding van de jonge studenten laten zien dat het verleden ons kan leren hoe een ambacht met hoge inzet kunst kan worden.

Zie ook: Jaarlijkse beurs Monument krijgt steeds meer gezicht

Download de gratis Mebest-app